Openingsfoto
Openingsfoto

Push of pull: Welk type ruiter ben jij?

Nieuws

‘Wat doe je tijdens het autorijden? Trek of duw je aan het stuur?’ Iedereen kijkt de Amerikaanse instructeur Tom Nagel vreemd aan. De ene aarzelt: ‘Ik trek’, de ander kijkt vertwijfeld en zegt: ‘Ik duw’. Wat dit met paardrijden te maken heeft? Alles. Of jij een pusher of een puller bent, zegt veel over jouw omgang met je paard. Breng push en pull in balans voor meer succes en een betere band met je paard.


Pushers zijn doeners, ze zetten energie achter hun daden. Pushen is koken, schrijven, lesgeven, deelnemen, discussië- ren en uitvoeren. Pullers zijn mensen die juist energie naar zich toetrekken. Sterke ‘pullers’ zijn mensen die wel van alles willen, maar weinig actie ondernemen om iets te veranderen. Pullen is eten, lezen, leren, luisteren, kijken, terugtrekken, wachten en hopen. Het zijn denkers die bezig zijn met een goede band met hun paard. Of je nu pusher of puller bent, beide is goed. Problemen ontstaan als beide volledig uit balans zijn. Een ruiter die push en pull in balans heeft, traint zijn paard binnen zijn fysieke en mentale grenzen en weet deze langzaam te verleggen. “Tijdens het paardrijden moet je je bekken kantelen. Dat is een duwende beweging. Wil je onafhankelijk zitten en je teugelvoering onafhankelijk gebruiken, dan moet je met je handen een duwende beweging hanteren”, zegt Tom Nagel. Hij is instructeur en gespecialiseerd in houding en zit. Tom geeft een demonstratie. En inderdaad, als je aan de teugels trekt, dan raak je bovenlichaam uit balans. Duwen dus. “Ruiters nodigen met een ‘pushende’ beweging het paard uit de hand te zoeken en de bovenlijn te verlengen. Pullende ruiters drukken hals en wervelkolom samen, met een stuwend achterbeen van het paard in plaats van een been dat voorwaarts onder de massa swingt.”Aan het woord is Ylvie Fros, centered riding instructeur en pusher in balans. “Of je een pusher of een puller bent in je handen en zit, beïnvloedt dus direct de prestaties en het welbevinden van je paard. Bovendien geldt dat te grote pushers over de fysieke of mentale grenzen van hun paard heengaan en het paard kunnen overvragen. Te grote pullers stellen zich te afwachtend op. Grenzen verleggen zichzelf niet, maar worden verlegd door goede training.” Lijkt helder, maar trekken aan de teugels is niet altijd pullgedrag. “We zien soms dat iemand die naast zijn paard een pusher is, tijdens het rijden zijn paard in de krul trekt door het te veel aan ambitie. Trekken kan dan onterecht geïnterpreteerd worden als pulling. Belangrijk is om het verschil te zien tussen trekken om het paard ‘voor elkaar te krijgen’ en trekken uit onzekerheid of spanning.”

Verschillen


“Een clinicgever klaagde eens over hoe zijn leerlingen zijn technieken maar niet in praktijk brachten”, vertelt Tom, die zelf van nature een puller is. “Ik zei hem dat het gros van zijn cursisten puller is: gevoelige, goed geïnformeerde mensen, die graag willen leren. Maar zolang zij zich niet bewust zijn van hun pullgewoonte, zullen ze zijn techniek niet in praktijk brengen. Praktiseren vergt namelijk pushen.” In de rijbaan herken je een puller aan een minder doelgerichte aanpak en tekenen van gemakzucht, zoals figuren minder straks op de letters rijden, afgesneden bochten en een focus op de gemakkelijke kant. Kortom, er ligt meer initiatief bij het paard en de ruiter komt niet graag uit zijn comfortzone. Een rustig paard wordt bij een puller snel lui, een dominant paard neemt de leiding over. De pusher rijdt fanatieker, werkt doelgericht een serie oefeningen af en traint linksom en rechtsom. De pusher heeft een plan. Valkuil is echter dat de ruiter het paard te veel pusht en onder druk zet. Een hoog in het bloed staand paard kan bij een grote pusher gestrest raken.

“Het belangrijkste is dat een ruiter zich bewust wordt van zijn gewoonte om te pushen of te pullen en zich daarna inzet om een goede balans tussen deze twee te vinden”, vindt Tom. “Iedereen pusht en pullt op variërende niveaus. Slechts weinigen hebben een goede balans.” Maar als je beter wilt paardrijden, dan moet je oefenen. Je kont in het zadel en rijden. “Zowel push als pull maken deel uit van het leven. Wil je gelukkig zijn, dan moet je beide hebben. Dat is balans.” Dan lacht Tom. “Pushers verdienen meer geld. Zij doen. En dus hebben ze meer geld.”

Balans


Hoe vind je balans? “Probeer, als je een puller bent, niet om een pusher te worden. Je moet kleine pushes doen. En pushers? Die moeten je zeggen ‘back off’. Dat begrijpen ze wel. Mensen die te veel pullen, die schieten niks op, die zitten te veel in hun hoofd. Mensen die te veel pushen, worden ziek.” Goede ruiters duwen de teugels. “Als je in je leven een puller bent, dan doe je dat ook tijdens het paardrijden. Pullers staan bij het paard en zeggen: ‘Jij bent een lief paard, ik wil een goede band met je’. Maar hé, je moet het paard eerst vertellen dat je de baas bent. Laat hem weten wat je wilt. Het is makkelijker om pushruiters ‘back off’ te laten doen, dan pullruiters te laten pushen. Pullers: ga aan de slag! En denk er ook om, paarden begrijpen ‘push’ goed. Daarmee behandelen ze elkaar ook in de kudde. Daar hebben ze respect voor. Paarden moet je dus altijd pushen. Overigens: nee zeggen is ook push. Heb je een sterk paard, een erge pusher, en ben je zelf een puller, dan loopt dat paard over je heen.” In principe is pushgedrag van paarden niets anders dan ruimte innemen. Een paard stapt opzij voor een kuddegenoot die hoger in rang staat. Te grote pushers in de kudde zijn agressievelingen die continu de pestkop uithangen. Een goede leider in balans kan gericht pushen wanneer nodig, maar kan het ook laten. Ylvie legt uit: “Paarden zijn gewend een in balans zijnde pusher te volgen. Krijgen ze die veilige leider niet, dan gaan ze voor zichzelf zorgen, door zelf te pushen. Ze doen een onuitgenodigd stapje naar je toe, schuren tegen je aan of steken hun neus in je zak.” Een pullende eigenaar vindt het lastiger om dit te corrigeren. Hij moet dan zelf ruimte innemen, bijvoorbeeld door het paard consequent een stap achteruit te zetten. “Het ene paard pusht meer dan het andere, maar elk paard pusht wanneer hij de gelegenheid krijgt”, stelt Tom. “Mijn paard Moose staat onderaan de pikorde in de kudde, maar bij mij neigt hij naar pushen. Samen met je paard vorm je een kudde van twee. Als jij niet pusht, doet je paard het.”

Natuurlijk is niemand voor de volle honderd procent een pusher of een puller. Het mooiste is om een balans te vinden. Om succesvol te zijn in het leven (geld verdienen, carrière maken, voor jezelf opkomen en tegelijkertijd goede contacten onderhouden en voor jezelf zorgen) is de ideale balans 51% pushing en 49% pulling. Om vooruit te komen moet je immers een klein beetje meer pushen dan pullen.

Tom Nagel heeft twee boekjes geschreven: Zen and Horsebackriding en Simple pushes. Ze zijn te bestellen bij Ylvie Fros (ylvie@ylviefros.nl) en via www.zenandthehorse.com.

Test


Ben jij een pull- of een pushruiter?

Benieuwd tot welke categorie jij jezelf als ruiter mag rekenen? Doe de test en je weet waarmee jij aan de slag kunt gaan. Je hebt steeds twee keuzemogelijkheden. Is je antwoord afhankelijk van de situatie, kies dan het antwoord dat het meest op jou van toepassing is.

1. Duw of trek je tijdens het autorijden aan het stuur? (neutraal bestaat niet, je handen losjes aan het stuur houden, betekent trekken)
a. Ik trek
b. Ik duw

2. Je krijgt van je instructeur een uitdagende oefening om mee aan de slag te gaan. Jeuken je handen om te beginnen, of heb je er weinig zin in?
a. Ik houd doorgaans niet van oefenen
b. Ik kan niet wachten

3. Je bent in gesprek met je trainer en bent het niet met hem eens. houd je je stil of geef je jouw mening, ook al leidt dit tot confrontatie?
a. Ik houd me stil
b. Ik ga de confrontatie aan

4. Je ontvangt een e-mail van een vriendin die vraagt of je haar volgende maand vergezelt naar een concours in de buurt. Beantwoord je haar e-mail direct, of niet?
a. Ik wacht er even mee (het is toch pas over een maand)
b. Ik antwoord direct

5. Rijd je liever mee in een clinic, of kijk je liever als toeschouwer?
a. Ik ben liever toeschouwer
b. Ik rijd het liefst zelf mee

6. Rijd je wedstrijden?
a. Nee
b. Ja

7. Plan jij vooraf wat je gaat doen tijdens een training?
a. Zelden of nooit
b. Altijd of vaak

8. Hoe geef jij jouw paard wat lekkers?
a. Met de neus van je paard dichtbij je lichaam of jaszak
b. Met je hand vooruit gestrekt richting het paard

De meeste a’s?


Je bent een puller. Hoe vaker je voor A hebt gekozen, des te sterker neig je naar pull. Dit wil overigens niet zeggen dat je op andere terreinen ook een puller bent. Misschien ben je op je werk een echte pusher. Met deze praktische tips van Tom Nagel en Ylvie Fros breng jij push en pull in balans:

• Blijf wie je bent. Een puller wordt niet van de een op de andere dag een pusher, dus probeer je paard niet voor de gek te houden met gemaakt pushgedrag. Dat lukt je toch niet.
• Geef jezelf kleine haalbare doelen (‘kleine pushes’), zoals: vandaag zorg ik dat mijn paard niet ongevraagd in mijn ruimte komt. Gebeurt dit toch, dan zet ik hem direct een stap achteruit.
• Maak voordat je opstijgt een plan voor je rit, zoals: vandaag werk ik aan de schouderbinnenwaarts en aan de galop.
• Daag jezelf (en je paard) uit door op de moeilijke kant net zoveel te rijden als op de makkelijke kant.
• Maak voor elke oefening die je rijdt een mentaal beeld. Visualiseer hoe je de slangenvolte, schouderbinnenwaarts of diagonaal succesvol rijdt, en rijd ‘m dan.

De meeste B’s?


Je bent een pusher. Hoe vaker je voor B hebt gekozen, des te sterker neig je naar push. Dit wil overigens niet zeggen dat je op andere terreinen van je leven ook een puller bent. Misschien ben je in vriendschappen wel een echte puller. Met deze praktische tips van Tom Nagel en Ylvie Fros breng jij push en pull in balans:

• Stel realistische doelen die passen bij je paard en je huidige niveau. Waak ervoor dat je geen oefeningen rijdt waarvoor je onvoldoende voorbereidende training hebt gedaan, of waarvoor je paard nog niet klaar is. Houd jezelf aan een trainingsplan.
• Stem je energieniveau af op het type paard waarop je rijdt. Zit je hoog in je energie, maar rijd je een gevoelig paard? Breng dan eerst je energie omlaag door een paar rondjes aan de hand te stappen. Doe tijdens het losstappen een paar rondjes helemaal niks en voel wat er onder je gebeurt en hoe jouw lijf aanvoelt in plaats van di- rect aan het werk te gaan.
• Vraag in plaats van te eisen. Let op je paards reactie op jouw vragen. Leer om te kalmeren wanneer nodig.
• Houd je hulpen en correcties klein, en word alleen duidelijker als je paard niet reageert op je kleine hulpen. Pushers kunnen een gevoelig paard onzeker maken met hun neiging om heftige hulpen te geven.
• Verschuif de nadruk in je rijden op het belonen van de goede mo- menten en weersta de neiging om alles te willen verbeteren. Soms is iets gewoon goed genoeg voor vandaag.
pushpull2