Kreupelheid: op zoek naar de oorzaak
Nieuws
Je paard loopt niet goed. Het is alleen niet duidelijk welk been het probleem veroorzaakt. Of zit het daar niet? Kreupelheden door problemen elders in het lichaam kunnen een lastige puzzeltocht opleveren naar de oorzaak. Paardenarts Frank van Leeuwen legt uit hoe het werkt.
Een beetje onregelmatig lopen, het hoofd steeds scheef houden of gewoon niet helemaal fijn aanvoelen, allemaal aanwijzingen dat er iets niet goed zit in je paard. Sommige mensen rijden gewoon door tot het probleem verergert. Er is ook een groep die zich in een circuit stort met therapeuten van divers pluimage. Uitzoeken of er echt iets aan de hand is en wat, is echter het werk van een ervaren paardenarts. Frank van Leeuwen, die met zijn mobiele praktijkbus vol apparatuur het hele land doorrijdt, is dol op dergelijke ‘puzzels’. Want dat zijn het, als het om kreupelheden gaat die niet uit de benen voortkomen. Ga er maar aan staan, bij zo’n groot lichaam.
‘Het paard geeft het antwoord. Soms denkt een eigenaar dat het dier rechts niet goed loopt, terwijl ik links onregelmatigheid zie’
Van Leeuwen probeert altijd eerst in een gesprek uit te vinden wat de eigenaar heeft opgemerkt. “Alle informatie is belangrijk. Ik vind het fijn als mensen er niet te veel over nadenken en gewoon hun gevoel uitspreken. En natuurlijk vertellen of er iets met het paard is gebeurd, een val of vastliggen bijvoorbeeld. Zelfs als dat wat langer geleden is. Door vragen te stellen, probeer ik meer duidelijkheid te krijgen.” Hij legt uit dat het verhaal van de eigenaar wel belangrijk is, maar beslist niet doorslaggevend. “Het kan helpen, al is het nooit het enige waar ik op afga. Het paard geeft het antwoord. Soms denkt een eigenaar dat het dier rechts niet goed loopt, terwijl ik links onregelmatigheid zie. Of voelt hij iets, maar zie ik niks.”
Speurwerk
Nadat de eigenaar zijn zegje heeft gedaan, komt het paard in beeld. De eerste indruk is daarbij vaak al veelzeggend. Er wordt gevoeld, gebogen en bewogen op harde en zachte ondergrond. Als het kan, wil Van Leeuwen het paard ook graag onder het zadel zien, omdat de meeste problemen tijdens het rijden worden opgemerkt. Het opzadelen is soms ook al een aanwijzing, als het paard daarop reageert. In een aantal gevallen is namelijk een slecht passend zadel de oorzaak.
Als de verdenkingen zich toch richten op een been, kan de dierenarts delen van het been van onder naar boven verdoven. Door het tijdelijk gevoelloos maken van weefsels of gewrichten, vermindert eventuele pijn in dat gebied. Als een paard na uitverdoven verbetering laat zien, wordt op die plek verder gezocht naar een blessure. Blijft de kreupelheid hetzelfde, dan is duidelijk dat daar de oorzaak niet zit. “We kunnen benen tot vrij hoog verdoven en ook bijvoorbeeld het ellebooggewricht, de schouder of de knie.”
Technieken
De dierenarts heeft de beschikking over verschillende beeldvormende technieken. De bekende, zoals röntgen en echografie, hebben hun beperkingen als het om het lichaam gaat. Van Leeuwen: “Met röntgenfoto’s kun je bot en gewrichten in beeld brengen.
Dat lukt met standaard röntgenapparatuur ook met de bovenste halswervels of doornuitsteeksels van ruggenwervels. Bij grotere paarden houdt de spiermassa in de rest van het lichaam echter veel straling tegen en is een zwaarder röntgenapparaat nodig. Deze beperking kan deels worden opgevangen met echografie. Dat toont de weke delen, zoals pezen en spieren, maar ook gewrichten. Echografisch onderzoek is een belangrijke aanvulling voor halsen rugproblemen. Echogolven kunnen echter niet door bot heen.”
‘Het belangrijkste diagnostische hulpmiddel van de dierenarts blijven zijn ogen’
In sommige klinieken wordt gewerkt met MRI en CT. Er zijn apparaten waar het voorste deel van de hals in past, maar dan moet een paard wel onder narcose. Bovendien kunnen de lage halswervels niet in beeld worden gebracht. Scintigrafie, waarbij het dier met radioactieve vloeistof wordt ingespoten en zogenaamde ‘hotspots’ te zien zijn waar de botactiviteit verhoogd is, kan wel voor het hele lichaam worden gebruikt. Deze technieken kunnen een waardevolle aanvulling zijn, maar zijn vrij kostbaar. Van Leeuwen: “Scintigrafie zegt alleen iets over de locatie, niet wat er mis is. Daarvoor moeten opnieuw röntgenfoto’s of een echo gemaakt worden. Het belangrijkste diagnostische hulpmiddel van de dierenarts blijven zijn ogen.”
Logboek
Als er sprake is van pijn in de hals of in de rug verkrampt een paard om het nare gevoel op te vangen. De blessure geneest niet goed en er kan elders overbelasting optreden. Andersom komt ook voor. Van Leeuwen komt het regelmatig tegen dat scheef lopen door een beenprobleem tot rugklachten leidt. Hij spreekt van een vicieuze cirkel, waar een paard meestal alleen uitkomt door een combinatie van behandeling van de blessure en het wegnemen van de oorzaak. “Je moet paarden helpen om de verkramping te doorbreken, anders blijven ze terugvallen. In deze fase zie ik ook een rol weggelegd voor de hoefsmid, de instructeur en de fysiotherapeut of chiropractor. Maar wel in goed overleg en pas nadat er een duidelijk idee van de oorzaak is. Als er een probleem wordt gevonden, moet dat uiteraard eerst worden verholpen. Is er meer aan de hand, dan komt dat meestal daarna pas aan het licht. De ene gevoeligheid overstemt de andere.” Hoe weet je nu of er sprake is van een beetje spierpijn of iets waarvoor je de dierenarts nodig hebt? Van Leeuwen is voorstander van het bijhouden van een logboek. “Zorg dat je in elke training ter controle hetzelfde stukje doet, waarbij je in alle gangen rechtuit en een volte op beide kanten rijdt. In draf een keer lichtrijdend en doorzittend. Geef een cijfer voor hoe het voelt, de eerste keer een vijf, zodat je nog omhoog kunt als het beter wordt. Als je merkt dat het cijfer keer op keer lager wordt, is het verstandig om eens met je dierenarts te overleggen. En maak vooral filmpjes, zodat je ook wat kunt laten zien.”
[panel]
Praktijkvoorbeeld
De zesjarige merrie van Debby had veel moeite met haar balans. Linksom viel ze over de buitenschouder, terwijl ze rechtsom ‘plat door de bocht’ ging. Het paard was nog maar weinig bereden, dus gooide Debby het daarop. Met hulp van goede instructie werd de scheefheid gecorrigeerd, maar ‘iets’ bleef niet goed voelen, volgens Debby. Ze liet bij haar paard een duur maatzadel aanmeten en ging naar een chiropractor. Die constateerde bij de merrie pijnlijke knieën en ribben, halsblokkades en te hoge spierspanning. Na meerdere behandelingen en een moeizame revalidatie herkende Debby haar paard niet meer terug. Helaas bleek het effect van korte duur. Dezelfde klachten als voorheen slopen er weer in. Bij het verruimen was de merrie onregelmatig, er waren problemen met de aanleuning, de hals werd niet recht gedragen en ze maakte een kortere pas met haar linkervoorbeen.
Paardenarts Frank van Leeuwen kwam langs voor een gebitsbehandeling, in verband met de aanleuningproblemen. In de mond vond hij echter niets bijzonders. Debby liet de dierenarts later voor uitgebreid onderzoek terugkomen, omdat de onregelmatigheid toenam en de merrie zich steeds onrustiger gedroeg. Ze stuurde de dierenarts vooraf videofilmpjes ter informatie.
Bij onderzoek aan de hand op harde en zachte bodem was het paard niet duidelijk kreupel, maar Van Leeuwen had zijn twijfels over het rechtervoorbeen. Onder het zadel leken de klachten eerder voort te komen uit een halsprobleem. Met behulp van echoapparatuur zocht de dierenarts verder en vond hij een ontsteking in de lage halswervels (C6/C7). De plek werd ingespoten met corticosteroïden. Toch bleef er twijfel bestaan of dat wel alles was. Misschien waren de halsklachten wel een gevolg van compensatie voor pijn elders. Na behandeling van de hals werd de kreupelheid rechtsvoor beter zichtbaar. Hier was echter geen duidelijke blessure te vinden, alleen een standafwijking die het hoefgewricht kon overbelasten. Door specifiek het hoefgewricht te verdoven, werd duidelijk dat hier de pijn vandaan kwam. Dat bleek het laatste puzzelstukje. In overleg met de hoefsmid werd aangepast beslag aangemeten en het hoefgewricht werd behandeld met een ontstekingsremmer. Sindsdien rijdt Debby zonder problemen. Ze is erg blij met de samenwerking tussen de paardenarts, de chiropractor en haar hoefsmid, die telefonisch overleggen over de beste behandeling voor haar paard. Debby is van plan om binnenkort weer wedstrijden te starten.
[/panel]