teugeldrukmeter
teugeldrukmeter

Test: teugeldrukmeter

Nieuws

Met hoeveel teugeldruk rijdt een ruiter? de redactie van Bit is benieuwd en test het. Het proefkonijn is niemand minder dan Imke schellekens-Bartels. Best spannend, want het apparaat is nog niet eerder door een topruiter getest.


Dierenarts en instructeur Menke Steenbergen van hippisch trainings- en adviesbureau Centaur ontwikkelde een teugeldrukmeter. Het apparaat geeft de meetgegevens via een zendertje zeer nauwkeurig door in Newton, een eenheid die is terug te rekenen naar grammen en kilo’s. Dressuuramazone Imke Schellekens-Bartels heeft er hoge verwachtingen van. “Het ene paard geeft meer druk op de teugels dan de ander. Ik vind het interessant om uit te vinden of het klopt wat ik voel. Want soms lijkt het of je druk hebt op de mond, maar is het de spanning in je eigen arm en hangt de teugel bijna los. Of ik voel verschil tussen links en rechts, terwijl mijn paard wel recht door zijn lijf loopt.”

Goed of fout?


[caption id=”attachment_27856” align=”alignright” width=”528” class=” “] De Zweedse Emma Nelson heeft een erg los-vast contact met de paardenmond. De meting laat zien dat er een groot verschil is tussen links en rechts.[/caption]

Dressuurbondscoach Wim Ernes is ook bij de meting. Het onderwerp intrigeert hem. “Mijn vraag is vooral wat we ermee kunnen, wat is de stap hierna?” Menke probeert het enthousiasme enigszins te temperen. “De gegevens die we registeren slaan we op in de laptop. Vanaf de grond zie je de gegevens meteen, maar de ruiter ziet ze niet. Mijn streven is om een apparaat te ontwikkelen waarbij de ruiter wel direct weet wat er gebeurt, zodat meteen kan worden gereageerd. Maar zover is het nog niet. We filmen, zodat we later kunnen terughalen wat er op een bepaald moment gebeurt. We kunnen echter niet meten of de druk van de ruiter komt of van het paard.”

De eerste experimenten met de metingen die in het buitenland zijn gedaan, gaven aan dat er wel een duidelijk verschil is tussen beginnende en gevorderde ruiters. Menke: “Gevorderden nemen ongeveer een halve kilo druk op de teugel. Die druk is vrij constant. De teugelhulpen worden kleiner gegeven. Beginners hebben minder basiscontact, maar veel meer en hogere pieken. Hun teugelvoering is minder constant. Duits onderzoek toonde aan dat dressuurruiters per klasse gemiddeld 300 gram minder druk hebben.” Ze waarschuwt dat de meetgegevens nog weinig zeggen over wat goed of slecht is. Wim Ernes knikt. “Het gaat erom wat je als lichtheid ervaart. Is dat het beeld of de hoeveelheid druk in de hand van de ruiter? Sommige paarden hebben wat meer aanleuning nodig. We hebben al zoveel gediscussieerd over de betekenis van bepaalde begrippen. En dat blijft lastig, want soms denk je dat je het over hetzelfde hebt, maar bedoelt iedereen toch net wat anders.”

Los-vast


Verschillende ruiters zijn uitgenodigd voor de meting. Als eerste komt een stagiaire van Academy Bartels binnen. Het is de Zweedse Emma Nelson met een twaalfjarige Fries die ook Emma heet. Het contact met de paardenmond oogt erg los-vast en er is een groot verschil tussen links en rechts. Menke meet pieken van drie tot vijf kilo op de linkerteugel. Emma beaamt dat ze dat ook voelt. Als ze gaat draven wordt het iets beter, hoewel er nog steeds geen stabiel basiscontact is. Imke bekijkt de meetgegevens en stapt de bak in. Ze laat Emma een overgang van draf naar stap rijden. De Fries stopt abrupt en is dan niet meer voorwaarts.

Emma probeert haar paard aan de sterke linkerkant te laten nageven, wat veel druk geeft. Imke vraagt haar even niets te doen met haar handen. “Ik wil zien of het paard dan stopt of rechtsaf slaat, om te ontdekken wat het probleem is.” De Fries doet haar hoofd naar rechts. Van Imke moet Emma proberen om nageeflijkheid te vragen en zodra het paard dat geeft de druk te verminderen, zelfs als het hoofd nog naar rechts is gesteld. “Ze moet niet aan links blijven trekken.” Het vertaalt zich meteen in de meetgegevens, die worden links en rechts meer gelijk, al zitten er nog steeds pieken in.

[caption id=”attachment_27857” align=”alignleft” width=”528” class=” “] Menke Steenbergen is erg enthousiast over Imke Schellekens-Bartels en haar Bella. Er is nagenoeg stabiel contact. De druk neemt wel toe in middendraf.[/caption]

Ideaalbeeld


Imke stapt op de achtjarige Scandic-merrie Annette Ballerina, die op stal Bella wordt genoemd. Al na een paar rondjes roept Menke enthousiast: “Dit is het ideaalplaatje. Er is een nagenoeg stabiel contact. De basislijn van de grafiek zit rond de 500 gram. Bovendien is de druk links en rechts gelijk. Als er iets moet gebeuren zie je dat de druk heel even oploopt, maar die komt niet boven de drie kilo en is daarna meteen weer los.” Ze legt uit dat er een experiment is gedaan naar de hoeveelheid druk die een paard wil aannemen. Daarbij zijn jonge paarden op stal van een bijzetteugel voorzien, waarna ze naar een bak met voer mochten reiken. Tot één kilo was de grens, daarboven ging de neus niet meer richting het voer en vertoonden de paarden veel stressgedrag. De basisdruk van de ruiter moet daar dus eigenlijk niet boven komen.

Imke rijdt rond in stap, draf en galop. Het beeld is harmonieus en rustig. De grafiek met de meetgegevens toont precies aan waar Imke haar hand even sluit en meteen weer opent. De merrie reageert snel als ze iets vraagt en Imke beloont haar door op datzelfde moment de druk te verminderen. Het verschil in contact tussen basis en piek is klein. Menke: “In vergelijking met Emma zie je dat Imke de teugel niet helemaal losgooit maar teruggaat naar het basiscontact, waardoor het beeld stabieler is.” Ze vraagt Imke een paar oefeningen te rijden. In schouderbinnenwaarts rechts blijft de merrie exact gelijk op twee teugels. In schouderbinnenwaarts links heeft Imke iets meer druk op de rechterteugel. “Daarin moet ik haar wat corrigeren”, verklaart ze. Ze neemt de merrie terug tot passage, waarin het contact prachtig constant is en zelfs nog iets lichter dan het basisniveau wordt. Menke: “Het is dus niet zo dat bij meer verzameling meer druk nodig is.” Daarentegen neemt de druk wel duidelijk toe als Imke een middendraf rijdt.

Veel druk


[caption id=”attachment_27858” align=”alignright” width=”420” class=” “] De vierjarige TC Eduard is de benjamin van het gezel- schap. De gemiddelde druk van Imke is een stukje hoger ten opzichte van Emma.[/caption]

Dan is het de beurt aan Britt Jacob met de negenjarige Zaphyra. Britt heeft een basiscontact van rond de kilo, maar omdat de merrie niet echt fijn loslaat zitten er flinke pieken in de drukmeting, tot wel zeven kilo in galop. Imke wijst erop dat Britt achterover hangt. Ze laat haar in de verlichte zit rijden, waarbij ze alleen druk mag geven als de merrie uit zichzelf harder gaat. “Niet proberen haar vast te houden met je hand.”

Er zit twee kilo verschil in druk tussen links en rechts. Als Imke Britt vraagt om rechts losser te laten, tonen de meetgegevens dat ze nog snel even een ophouding maakt voor ze dat doet. Na enkele aanwijzingen van Imke wordt het beeld rustiger. Het contact wordt meer gelijk, maar er is nog steeds sprake van veel druk. Imke vindt dat niet verontrustend. “Ik heb dat liever dan dat instabiele. Ook al heeft Britt het gevoel dat ze rechts niet kan loslaten, ze moet het toch doen.” Er ontstaat een kleine discussie over het verschil tussen de rem en de vraag om nageven. In druk ziet dat er namelijk hetzelfde uit, dus hoe maakt een paard het verschil? Imke: “Als ik laat nageven en daarvoor weerstand bied en je zou dan de teugel doorknippen, dan blijven mijn handen staan. Rem ik, dan zouden ze naar achteren schieten.”

Als laatste verschijnt Imke in de baan met prachtige vierjarige TC Eduard (v. Vivaldi). Imke verwacht een veel wisselender contact, gezien zijn jonge leeftijd. “Als ik niks doe, neemt hij geen druk. Ik moet zelf de verbinding opzoeken. Als ik weerstand moet bieden is dat voor mijn gevoel zwaarder dan bij Bella.” De metingen bevestigen haar gevoel enigszins, al valt het Menke onmiddellijk op dat ook bij dit paard meer systeem in het rijden zit. “Je ziet heel duidelijk de ervaring van Imke. De basisdruk is lichter dan bijvoorbeeld bij Britt. Als er iets misgaat is je correctie hooguit even vijf kilo, maar daarna zit je meteen weer op dat basiscontact.” Imke concludeert tevreden dat ze kennelijk goed weet wanneer ze moet loslaten.

Toekomstmuziek


Als het laatste paard op stal staat is het tijd om na te praten. De uitkomst bevestigt eigenlijk wat Menke in het begin al zei. Ruiters met minder ervaring hebben grote schommelingen in druk, ervaren ruiters zijn stabieler in de aanleuning. Imke vindt de teugeldrukmeter een prachtig instrument om meer bewustwording te kweken. Ze twijfelt echter of het nodig is om meteen de uitkomsten te zien. “Het gevaar daarvan is dat je alleen maar met de metertjes bezig bent en niet meer met je gevoel. Het lijkt me ook prima om de metingen achteraf naast de filmbeelden te leggen.” Wim Ernes is het met haar eens. “Je ziet aan deze metingen dat een ruiter met veel gevoel, zoals Imke, een fijne communicatie met een paard tot stand kan brengen. Ik denk dat zo’n meting interessant is voor de bewustwording van ruiters, maar ook van instructeurs. Je kunt controleren of wat je ziet ook daadwerkelijk gebeurt.” Beheersing van de verbinding is volgens Ernes een belangrijke basisvoorwaarde van een goede communicatie met een paard. “De teugeldrukmeter is een goed middel om dat te verfijnen.”

Analyse van de teugeldrukbeelden


Menke Steenbergen: “De pieken in de grafiek zijn de bewegingen van het hoofd die het paard bij iedere stap maakt. We nemen aan dat de lijn door de onderkant van de pieken het basiscontact is dat de ruiter aanneemt en dit de aanleuning mogelijk maakt, waarmee een paard een meer gedragen houding kan aannemen.”

Emma met Emma

Hier zien we de draf van een lichte, beginnende ruiter. De onderkant van de pieken raakt vaak de 0-lijn. De teugel hangt dan los. De pieken zijn hoog, namelijk rond de 6 kilo. Er zijn geen duidelijke hulpen en ontspannen stukken te herkennen. Je ziet dat de linkerteugel (groene lijn) telkens hoger is dan de rechterteugel (rode lijn).



Imke met Bella, draf rechtsom

In deze meting zie je eerst 5 seconden een weerstandbiedende hulp op twee teugels, maar iets meer op rechts. Vanaf 5 seconden is er een basiscontact tussen de 0,5 en 1 kilogram. Daarna een hulp met de rechterteugel die ze opbouwt in drie passen en ontspant wanneer het paard reageert. De teugel van Imke wordt nooit helemaal 0. Er is altijd een basiscontact van ongeveer 500 gram.



Bella in middendraf

In de middendraf zie je de hoogte van de pieken wat toenemen, door de extra voorwaartse impuls die opgevangen wordt in de hand. Dit zie je op de film terug in de ruimte van de beweging. Beide teugels hebben exact gelijke druk, wat een indicatie is dat het paard hier goed recht blijft. De base-lijn (lijn door de onderkant van de pieken) loopt wel langzaam naar beneden. Dat laat zien dat Imke de aanleuning langzaam verliest.



Bella in passage

Bella is de passage nog aan het leren. Je ziet in het begin de amplitude (de hoogte van de pieken ) toenemen ten opzichte van een normale draf. Bella wordt een beetje sterk. Vervolgens komt ze terug (op 4 seconden), maar wordt ze al snel te licht en kruipt achter het bit. De pieken raken de 0-lijn en Imke verliest het basiscontact / aanleuning. Dus rijdt ze Bella weer iets naar voren (op 7 sec) om het contact te herstellen. Je ziet dat de passage zelf op heel weinig druk, in zelfhouding, wordt gereden.

teugeldrukmeter
Bella en Imke (Large)
Imke met TC Eduard , op laatste spread (Large)
02 Emma draf links (Large)
01 Imke Bella draf rechts (Large)
06 Imke Bella Middendraf (Large)
Imke Bella Passage (Large)