Carolina Brinkman
Carolina Brinkman

Blog: Eefje Wentelteefje (20)

Nieuws

De ‘man die er verstand van heeft’ is al sinds ik op Naloma, de moeder van Eefje Wentelteefje, ging rijden mijn instructeur. Toen was Naloma nog van de buurman en had ze anderhalf jaar lanterfantend in de wei gestaan. “Haal haar maar uit de weide”, zei de buurman, “en zet haar maar ergens neer waar je kunt rijden”. Ik vond een pensionstal in de buurt, met buiten- en binnenbak en waarvandaan je ook mooie buitenritten kon maken. Ik had toen al vijftien jaar ofzo geen paard meer van dichtbij gezien, maar ik had daarvoor al wel zo’n twintig jaar paardgereden. Dus helemaal een beginner was ik toch niet. Dacht ik..


Totdat ik op Naloma ging zitten, die dat lekkere luie leventje in de wei eigenlijk wel prima had gevonden en niet van plan was mee te werken met dat malle mens dat dacht dat ze best wel een beetje kon rijden. Niet dat ze gekke dingen deed, Naloma. Nee, ik geloof dat ze één keertje een rondje lang heeft gebokt, maar ik bleef zitten (met moeite), dus daarna bedacht ze iets anders. Hoofd in de lucht en net doen alsof je alleen maar kunt galopperen. Om mij heen zag ik allemaal paarden keurig aan de teugel lopen en de aardige meiden die met hun paarden in verschillende versnellingen voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts gingen, terwijl dat ook de bedoeling was, riepen me als Naloma weer met mij voorbij galoppeerde bemoedigend toe: “teugels korter en volte in!”, maar we bleven een ongeleid projectiel.

Als iemand aan deze kant van de bak een deur opende, stonden Naloma en ik binnen een mum van tijd aan de andere kant. Ik had helemaal niks te vertellen. Maar oh wat was ik blij met ‘mijn’ verder ontzettend lieve paard, dus ik was niet van plan het op te geven. Een van de instructeurs die regelmatig les gaf aan een aantal meiden die hun paarden daar ook op stal hadden staan, sprak mij wel aan met zijn rustige ontspannen manier van lesgeven. En gelukkig had hij nog wel een uurtje over voor mij en Naloma.

Inmiddels zijn we zo’n tien jaar verder en kan ik met mijn Loompje ook voor- en achteruit en zijwaarts in een door mij bepaald tempo. Ja, ik durf te zeggen dat ik inmiddels best wel aardig kan paardrijden. De man die er verstand van heeft, heeft in het begin ook nog weleens op Naloma gereden als het mij helemaal niet lukte. Hij kan echt de meeste paarden binnen een rondje fijn hebben. Dat jij als ruiter met een rood, bezweet hoofd langs de kant uit staat te hijgen, omdat je paard zich gedraagt als een stuk beton en dat hij er dan op stapt en na een half rondje zegt: “ik snap niet wat er nou zo moeilijk is? Kijk – demonstratief de teugels over zijn pinken hangend, terwijl het paard braaf vanuit de schoft naar beneden gebogen soepeltjes draaft – hij is hartstikke makkelijk en ontspannen!” Maar zelfs hij had, tot mijn schrale troost, nog behoorlijk veel moeite met haar. Hij heeft er zelfs weleens bijna naast gelegen. Grinnik. Je moet Naloma nu eenmaal niet jouw wil opleggen. Je moet met haar overleggen. We hebben natuurlijk ook nog Eefje, die is weer heel anders in het rijden. Minder snel op haar teentjes getrapt. En we hebben Willem. Willem vindt alles prima. Die haalt gewoon zijn schouders op en doet altijd z’n best voor je. Beginners kunnen prima met hem uit de voeten, maar hij kan ook galopwissels om de twee passen en heel fel zijn tijdens het rijden. Hij past zich aan de ruiter aan.

Geef dus niet te snel op als het niet lukt. Leg de schuld niet bij je paard. Zoek een instructeur waar je een klik mee hebt, ga bij jezelf na waar je het fout doet, check of je paard ergens last van heeft, blijf altijd rustig, pas je aan aan je paard. Zolang je er maar plezier in hebt. Als je er geen plezier meer in hebt moet je je af gaan vragen of fietsen niet een geschiktere sport voor je is. Om maar iets te noemen. Of misschien passen jij en je paard helemaal niet bij elkaar. Dat kan ook.
Naloma 1