Hoe ziet de jury jouw proef?

13 april 2015, 00:00 Nieuws

Exterieur

Het maakt niet uit of jouw paard wel of niet het perfecte dressuurmodel heeft. Toont hij het gevraagde op de juiste manier, dát is waar het om gaat. Je maakt het jezelf wel lastiger als je een paard hebt met een minder functioneel exterieur. Maar met een Fjord, Tinker, Fries of wat voor ras dan ook kun je ze allemaal verslaan, als je de africhting beter voor elkaar hebt dan de rest. Dus geef nooit op.

Blij dat ik rij

Paardrijden is voor de meesten van ons hobby. Dat doe je dus voor je plezier. Als je ook lol hebt in de wedstrijdring, werkt dat positief door op je paard.

Realistische doelen

Wedstrijdstress verdwijnt na een paar succeservaringen. Leg de lat dus niet te hoog, anders word je steeds teleurgesteld. Spanning bouw je zelf op, dat doet dat paard niet. Die reageert er alleen op. En daardoor gaat het steeds slechter, wat weer meer stress oplevert.

Goed paardrijden

Als jury geniet ik als ik ergens hoge cijfers aan kwijt kan. Niet omdat ik hoge cijfers geef, want die heb ik altijd bij me. Die wil ik ook graag geven, maar dat kan alleen als er goed paardgereden wordt. Daar wordt een jury blij van.

Reflectie

Als je plezier hebt, doe je wat jouw paard aankan. Te veel ruiters zijn met een winstpuntenjacht bezig en gaan zo snel als mogelijk over naar de volgende klasse. Maar kijk eerst, samen met je instructeur, of je klaar bent voor het volgende niveau. Als het acht van de tien keer thuis niet lukt, wacht dan nog even. Want het is helemaal niet leuk meer als je iedere keer onderin eindigt.

Geen wonderen

Als een oefening thuis niet voor elkaar is, mag je niet verwachten dat je paard het in de ring ineens wel goed doet. Wil je toch starten, besef dan dat je voor dat onderdeel minder goed scoort. Ga daar niet ineens de druk opvoeren.

Goed gevoel

Wees tevreden met je prestatie. Het maakt niet uit of je eerste bent of twaalfde of misschien zelfs laatste. Het gaat niet om de plek, zelfs niet om de punten. Als je jezelf kent, weet je waar je goed in bent en wat minder is. Als je daaraan werkt, kun je met een goed gevoel de ring uit, ongeacht de uitslag.

Rijd secuur

Slordig rijden is punten weggooien. Secuur de onderdelen van een proef afwerken scoort hoger, maar het is niet zaligmakend. Zonder nageeflijkheid of losheid in het lichaam kun je nog zo mooi je figuren rijden, dan wordt het niets. Wil je té netjes rijden, dan kan dat ten koste gaan van de activiteit. In arbeidsdraf en -galop zit het woord ‘arbeid’. Dat staat voor werken. Het paard moet actief zijn. Dat mag je nooit vergeten.

Spoken wegjagen

Ziet een paard spoken, dan wil ik als jury zien dat een ruiter dat netjes en eerlijk oplost. Als het paard beter aan het been is en nageeflijker, blijft hij op jou gericht. Toch kan het iedereen overkomen dat zijn paard schrikt. Het onderdeel waar dat gebeurt zal geen voldoende opleveren, maar als een ruiter er goed mee omgaat, telt het positief mee in het cijfer voor rijvaardigheid. Rustig blijven, beetje meer stelling vragen en je paard aan je binnenbeen houden. Denk maar aan wijken voor het been om de aandacht van het paard op jou te richten, dat helpt.

Jury houdt van je

Een jury is er niet op uit om lage punten te geven. Wij kijken echt niet alleen maar naar fouten. Dat is het verschil tussen jury en publiek. Als toeschouwer zie je misschien een grote misser. De jury ziet dat ook, maar er is meer in de proef dan alleen dat. Er is altijd wel iets waarvoor je hogere cijfers kwijt kunt. Drieën en negens is leuker dan alleen maar zessen geven. Hoewel je soms echt niet anders kunt, maar dat is minder prettig. Balen doe ik eigenlijk alleen als er niet goed paardgereden wordt.

Neem risico

Als je weet dat je iets goed kunt, durf dan ook eens voor die acht of die negen te gaan. Gaat het mis, dan heb je een onvoldoende. Nou en? Ga ervoor en blijf niet altijd op die zes mikken.

Momentopname

Wees niet boos over de uitslag. Ga niet af op een momentopname. Kijk hoe je in tien wedstrijden hebt gescoord. Daar zit vast een uitschieter naar boven en naar beneden in. De waarheid ligt in het midden. Lees je protocollen goed. Onderzoek waar je hoog en laag op scoort. Daar zit een patroon in. Ga daarmee aan het werk. Komt dat echt niet overeen met wat jij voelt? Praat er eens op een redelijke manier over met een jurylid. Daar kun je van leren.

Grijze zones

Als er iets gebeurt tussen twee oefeningen in, neem je dat als jury mee in het voorgaande of het volgende onderdeel. Voor een jury bestaan er geen grijze zones. Voor de ruiter wel. Die kan even iets meer nageeflijkheid of activiteit vragen op de plekken tussen twee oefeningen in. Maak er handig gebruik van. Als je dat eerlijk doet, kan het zelfs een hoger
cijfer voor rijvaardigheid opleveren.