jenny schreven, overgang, dressuur
jenny schreven, overgang, dressuur

Help, mijn paard... doet zijn hoofd omhoog in de overgang

Nieuws

Heb je het net voor elkaar dat je paard netjes aan de teugel loopt, doet hij zijn hoofd weer omhoog in een overgang terug. Wat is er aan de hand en hoe los je dat op? Bit-redacteur, instructeur en jurylid Tessa van Daalen helpt je op weg.


“Het lijkt misschien wel zo, maar aan de teugel gaan begint niet met de houding van de hals en het hoofd. De mooie opwaartse boog en de neus op de loodlijn is een gevolg van het op de juiste manier ondertreden van de achterbenen. Daardoor zoekt het paard met zijn mond de hand van de ruiter op. Vang je dat op met een vriendelijke hand, dan gaat hij nageven. Het is dus geen kwestie van het afdwingen van een hoofd-halshouding met de teugels. Rijd je je paard op de juiste manier, zonder dwang, aan de teugel en doet hij zijn hoofd omhoog in een overgang terug, dan kunnen er een paar dingen aan de hand zijn. Ga na wat op jou van toepassing is.

Het kan zijn dat je te veel teugeldruk geeft voor de overgang terug. Of dat je die hulp te lang aanhoudt. Je paard moet zo goed reageren op jouw aanwijzing, dat je de druk slechts kort hoeft op te voeren om duidelijk te maken dat je terug naar een lagere gang wilt. Paarden reageren op constante, zware druk met terugtrekken of weglopen. Ze spannen hun kaakspieren om het pijnlijke gevoel op te vangen. Als dit de reden is dat je paard zijn hoofd omhoog doet, dan is het zaak om te oefenen op de hulp voor de overgang. Sluit beide handen licht en verminder de druk. Komt het paard niet terug, herhaal dit iets steviger. Nog niet? Strenger herhalen. Het is dan niet zo erg als je paard even tegen de teugel komt, hij moet eerst leren luisteren. Doet hij dat, dan kun je met steeds lichtere hulp toe en zal hij daardoor beter nageeflijk blijven. Let er ook op dat je zit ontspannen blijft. Het heeft overigens weinig zin om een scherper bit te gebruiken. Dat helpt misschien even, maar als je de oorzaak niet wegneemt, komt het probleem zo weer terug.

[row]

[eight]

Er zijn ruiters die in een overgang te veel knijpen en klemmen met hun benen, of achterover hangen waardoor hun rug en armen zo strak worden dat de bewegingen van het paard niet langer worden ‘geabsorbeerd’. Het paard reageert op deze belemmering met het strak maken van zijn eigen rug. Dan kan de energie van het achterbeen dus niet meer via de rug naar de voorkant vloeien en is de connectie als het ware verbroken. Niet goed kunnen doorzitten of te harde hulpen hebben hetzelfde effect. Zelf soepel en los kunnen zitten vergt een goede lichaamsbeheersing. Bovendien moet je leren om de bewegingen van je paard te volgen, om te voorkomen dat je ze onbedoeld blokkeert. Neem zitlessen om dit te verbeteren en probeer in overgangen eraan te denken dat je bewust ‘mee’ blijft.

Zoals gezegd begint het aan de teugel rijden met het verder onder het lichaam laten treden van de achterbenen. Als een paard nog niet sterk genoeg is of als de ruiter er niet genoeg op let, kan het zijn dat in een overgang terug de achterbenen niet meer genoeg onder de massa worden geplaatst. Dat gebeurt ook als het paard te veel op de voorhand gaat. Denk in een overgang terug bewust aan de achterbenen en waar die worden neergezet. Laat je niet voorover zetten. Zorg dat het paard actief blijft doortreden, maar pas wel op voor tegenstrijdige hulpen. Je kunt wel vlak na elkaar ‘go’ en ‘ho’ aangeven, maar als je dat tegelijkertijd doet, is dat verwarrend voor een paard en zal hij één van beide eruit pikken. Schijnovergangen zijn de aangewezen oefeningen om hieraan te werken.

[/eight]

[four]

[panel]

Tessa van Daalen is redacteur van Bit en auteur van verschillende paardenboeken. Daarnaast is ze actief als dressuuramazone, instructeur en jurylid. Ze heeft veel ervaring in het oplossen van rijkunstige problemen. Door haar werk mag ze regelmatig bij bekende ruiters en trainers meekijken. Ook dat levert veel inspiratie op voor het omgaan met rijproblemen.


[/panel]

[/four]

[/row]

In alle gevallen helpt het vaak om de overgang op een volte te oefenen. Het binnenachterbeen treedt in die figuur automatisch al iets meer onder, dus het paard zal eerder geneigd zijn om na te geven.”

Tips ter verbetering:



  • Zorg dat je paard je hulpen begrijpt en op lichte hulpen de juiste reactie geeft;

  • Zitles helpt je de bewegingen beter te volgen;

  • Oefen schijnovergangen en laat de achterbenen ondertreden;

  • De oplossing zit niet in een scherper bit of dwang;

  • Oefen het op de volte.