Het seksleven van paarden
Nieuws
Hij raakt opgewonden van visuele prikkels en zij kan zich heel verleidelijk bewegen. Erg trouw zijn ze niet aan elkaar, want hij heeft een harem en zij maakt wel eens een slippertje. Prof. Peter Daels, hoogleraar voortplanting, en etholoog prof. Machteld van Dierendonck van Universiteit Gent, vertellen je alles en misschien wel meer dan je wil weten over het ‘seksleven’ van paarden.
Zij ovuleert voor het eerst als ze tussen de twaalf en vijftien maanden oud is, afhankelijk van het seizoen waarin ze is geboren. Daarna verlaat ze haar geboortegroep en sluit zich aan bij een andere kudde. Ze laat haar keuze niet van hem afhangen, maar kiest een kudde waar zusjes of halfzusjes verblijven. Het eerste jaar heeft hij vaak ook nog geen oog voor haar en wordt ze nog niet gedekt.
Hij springt als veulentje al op zijn moeder. Het lijkt op dekken maar het is een spelletje, een goede oefening voor zijn spieren. Pas tussen de twaalf en zestien maanden beginnen zijn hormonen op te spelen. Hij zou dan al succesvol kunnen dekken, maar krijgt daar de kans nog niet voor. Want rond zijn tweede jaar verlaat hij zijn geboortegroep en vormt vaak een vrijgezellengroep met andere jonge hengsten. Het testosteronniveau is dan vrij laag, waardoor er onderling minder agressie bestaat. Hij is heel wat ouder, zes, zeven of acht jaar, als hij weer vertrekt en op zoek gaat naar merries en als hij ze in het vizier heeft, schiet zijn testosteronniveau omhoog. Soms gaat hij het gevecht met een hengst aan en neemt een kudde of deel van de kudde over. Soms maakt hij veel stampij van een afstandje en weet merries naar zich toe te lokken met ‘beloften’ op bescherming en nakomelingen. En zo begint het.
Verleiding
Wanneer je het begrip ‘voorspel’ iets ruimer bekijkt, kan je zeggen dat het bij paarden enkele dagen duurt. In die tijd houdt de hengst steeds in de gaten of een merrie al hengstig is en bereid zich te laten dekken. Hij gaat naar haar toe, duwt wat tegen haar aan met zijn neus en snuffelt, knabbelt en likt haar. “Maar wanneer een merrie niet hengstig genoeg is, zal ze daar niet op ingaan”, zegt etholoog prof. Machteld van Dierendonck van Universiteit Gent. In dat geval komt de hengst later gewoon weer terug.
Hij kan het ruiken als ze bijna zover is en die geur windt hem enorm op. Maar visuele prikkels zijn zeker net zo belangrijk. De kleur van de merrie of een afwijkende maat kan zelfs een afknapper zijn en zo’n merrie zal hij minder snel dekken. Hij kan juist extra opgewonden raken van haar bewegingen. En die zijn weinig subtiel. Een hengstige merrie plast bijvoorbeeld veel vaker, blijft langer in die houding staan en houdt haar staart opzij zodat hij haar geslachtsdelen kan zien.
‘De kleur van de merrie of een afwijkende maat kan zelfs een afknapper zijn en zo’n merrie zal hij minder snel dekken’
Maar wie verleidt hier wie? “De merries hebben daar een belangrijk aandeel in”, zegt prof. Peter Daels, hoogleraar voortplanting van de Universiteit Gent. “Voor merries heeft de hengst vooral een bewakingsfunctie. Merries leven met merries en dat dekken gebeurt maar één of twee keer per jaar en de interactie met de hengst is niet zo groot.” Het is vaak de merrie die het initiatief neemt, rond schemering naar de hengst toe gaat en zich laat dekken. Soms gaat ze hiervoor niet eens naar de haremhengst, maar een ander. Nee, merries zijn niet altijd trouw aan hun leider. Vaak zijn er meer vruchtbare hengsten in één kudde en alleen de haremhengst mag dekken. Maar als meerdere merries hengstig zijn en de aandacht van de haremhengst verdeeld is, kan een merrie een ander opzoeken. “Uit onderzoek blijkt dat tien tot twintig procent van de veulens die binnen een stabiele groep worden geboren, niet van de dekkende hengst is”, zegt Van Dierendonck. Die hengst heeft overigens niets in de gaten, want zij laat zich ook door hem dekken zodat hij straks denkt dat het zijn veulen is.
Dummy
Het seksleven van rijpaardhengsten is totaal anders. Onder het motto ‘wat hij niet kent, mist hij niet’, worden die vaak jong gecastreerd en eindigt hun seksleven voordat het begint. Hengsten die hengst blijven en mogen dekken, zien merries vaak alleen op afstand. Ze mogen er niet aankomen. In plaats daarvan wordt van ze verwacht dat ze het met een dummy doen. ‘Een stuk meubilair’, zoals Daels het noemt, dat alleen de geur heeft van een merrie. Na wat aanmoediging, soms van een echte merrie in dezelfde ruimte, doen de hengsten het ook, maar ze zijn minder viriel dan hun wilde soortgenoten. Zo kan een hengst in het wild wel tien keer per dag dekken. Bij een dekhengst zie je na twee dekkingen op dezelfde dag al een verlaagde vruchtbaarheid. “En zelfs de natuurlijke dekkingen zijn niet natuurlijk meer”, zegt Daels. “De merrie wordt stilgehouden, er wordt niet eerst gebabbeld en het moet zomaar gebeuren.
‘Ze maken wat lawaai, omdat ze een mooie juf zien, maar verder dan dat gaat het niet’
Het is niet vreemd dat die hengst na twee keer zegt: ‘Het is genoeg’. In het wild zou hij er een paar uur mee bezig zijn. De merrie komt naar hem toen, hij probeert te dekken en de merrie loopt weg. Het is een heel spel. Het duurt langer dan die paar minuten die hij nu krijgt.”
Goede hengstenhouders weten hoe ze verveling en stress bij hengsten moeten voorkomen. Die eigenaren leren de hengst vaak wanneer hij wel en niet mag dekken zodat het geen strijd oplevert. Ze gebruiken bijvoorbeeld verschillende halsters voor de hengst. Eentje voor dekkingen en eentje voor de sport. “Het zijn de mensen die dat verschil aanbrengen, niet de paarden, maar zo begrijpen paarden het ook. Er is geen twijfel over wat er moet gebeuren. Die hengsten hebben geleerd dat de merries die ze tegen het lijf lopen in de rijhal, niet degenen zijn die ze dekken. Daar gaat het niet gebeuren, want het dekken gebeurt immers in een aparte ruimte. Als ze een merrie tegenkomen, maken ze er geen punt van. Ze maken wat lawaai, omdat ze een mooie juf zien, maar verder dan dat gaat het niet.”
Eeuwig maagd
Rijpaardmerries hebben hun meest intieme relatie meestal met de inseminator. De meeste hebben dat niet eens. Die krijgen wel steeds hun cyclus en bijbehorende hormoonpiek, maar blijven eeuwig maagd. Dat klinkt sneu. Volgens Daels valt het gelukkig wel mee. “De dekking is geen grote ervaring voor een merrie”, zegt hij. Het is ook goed te bedenken dat een hengst niet gecastreerd wordt uit medelijden voor zijn maagdelijkheid, maar omdat testosteron hem agressiever maakt en potentieel gevaarlijker. De castratie maakt hem kalmer en een ruin kan gewoon in een groep gehouden worden. Dat is makkelijk voor ons en beter voor hem en zijn welzijn. Het is een praktische ingreep. “Op ranches in Amerika was het steriliseren van merries vroeger wel een routine-ingreep”, zegt Daels. “Die moesten hun hoofd bij het werk kunnen houden. Je wilt als cowboy niet hebben dat de paarden rond het kampvuur staan, er eentje hengstig is en denkt ‘ik ga een hengst zoeken’, want dan kan die cowboy te voet naar huis. Om die reden steriliseren we sommige andere dieren ook: omdat ze anders weglopen.”
Wilde merries krijgen soms de prikpil om overpopulatie te voorkomen, maar de beheerders van de meeste gebieden slaan elke merrie in ieder geval één keer over. Van Dierendonck: “Dat doen ze om de populatie te verjongen én om de merries één keer de kans te geven toch een dracht mee te maken. Maar ik denk dat die filosofie meer op gevoelens van mensen is gebaseerd en niet op die van de merries.” Paarden zijn namelijk ook prima tevreden met goede vrienden en platonische relaties.
KI natuurlijk
Natuurlijk dekkingen vinden nog wel plaats bij paarden, maar ki (kunstmatige inseminatie) krijgt steeds meer de overhand. Daar is ook wel iets voor te zeggen, want ki levert minder risico’s op letsel voor merries en hengsten. Dankzij ki kan één hengst met één zaadlozing ook meer merries bevruchten, desnoods wereldwijd, zonder dat de hengst hoeft te reizen. De ouderwets manier heeft echter ook voordelen. Het is een stuk goedkoper, omdat je geen dummy’s en apparatuur nodig hebt. De kans op bevruchting is door de aanwezigheid van de hengst veel groter. Je weet ook zeker dat de merrie goed hengstig is, anders laat ze zich niet dekken en de merrie krijgt meer sperma binnen. “Eigenaren zijn bij natuurlijke dekkingen soms bang voor slechte hygiëne”, zegt Daels. “Maar juist als de mens ertussen komt, moet je opletten dat de inseminator zijn handen wel goed heeft gewassen, want de natuur is niet gediend van vieze handen. Het kunstmatige gedoe is echt niet altijd nodig.”
Nymfomaan
Merries die overdreven lang en hevig hengstig zijn, worden ook wel nymfomanen of ‘pismerries’ genoemd. Vaak heeft deze toestand een medische achtergrond. De merries kunnen bijvoorbeeld last hebben van een chronische, lichte, soms bijna onzichtbare infectie in de baarmoeder of vagina wat een vervelend gevoel geeft en uitstraalt naar flanken en buik waardoor ze chagrijnig is en prikkelbaar reageert.
‘De knikker kan ook niet voorkomen dat de merrie toch nog af en toe hengstig wordt’
Het kan helpen om de vulva dicht te naaien. Ook hormooninjecties kunnen de hengstigheid stoppen. De dierenarts kan zelfs een knikker in de baarmoeder inbrengen waardoor het lichaam denkt dat het zwanger is. “Het is een oud trucje waar we nu weer vaker gebruik van maken, omdat het medicijnen vervangt”, zegt Peter Daels. Het nadeel van deze methode: als de eigenaar ooit nog met de merrie wil fokken, moet de knikker verwijderd worden en dat is niet eenvoudig. De knikker kan ook niet voorkomen dat de merrie toch nog af en toe hengstig wordt. “En wanneer dat gebeurt is onvoorspelbaar, maar een sportmerrie zal wel net hengstig worden als er een wedstrijd is.”
Seksuele frustratie
Wanneer een hengst onvoldoende sociaal contact heeft en plat gezegd niet aan zijn trekken komt, kan hij seksueel gefrustreerd raken en zichzelf opzettelijk verwonden (automutilatie, red.). Hij bijt zichzelf dan in flanken, benen of andere plekken waar hij bij kan, vaak tot bloedens toe. “Soms begint het met een fysiek probleem”, aldus Machteld van Dierendonck. “Bijvoorbeeld pijn in de abdomen. Daar komt de seksuele frustratie dan bovenop en dat is te veel.”
Gigolo
De schouwhengst is de gigolo onder de paarden. Hij zorgt er met zijn aanwezigheid voor dat de merrie goed hengstig wordt zodat de ki meer kans heeft. Het is een ondankbare taak, want tegen de tijd dat zij er zin in heeft, wordt hij teruggezet op de trailer. “Vaak zijn het kleine hengsten”, zegt Van Dierendonck. “Die zijn makkelijker hanteerbaar. Vroeger namen fokkers zelfs een Shetlandhengst mee.” Voor de merrie maakt de maat namelijk niets uit. Zij maakt haar cyclus door en de hormonen die bij de eisprong vrijkomen zijn voor elke hengst, ook de kleintjes, te ruiken.
Seksuele voorlichting
Een paard in het wild krijgt als veulentje seksuele voorlichting als hij ziet hoe zijn moeder en tantes gedekt worden. Zo leren ze de basisbeginselen. Tegenwoordig ontbreken die voorbeelden vaak. Hengsten springen in aparte kamers op dummy’s en merries worden alleen bezocht door de inseminator. Dat maakt het allemaal een stuk verwarrender en zeker hengsten moeten tegenwoordig meer gestuurd worden voordat ze begrijpen wat de bedoeling is.
‘Hengsten springen in aparte kamers op dummy’s en merries worden alleen bezocht door de inseminator’
De verwarring is nog groter bij flessenveulens en paarden die als veulen te veel in de hand zijn geweest. Die paarden groeien op met mensen als hun voorbeeld en kunnen de mens gaan zien als seksuele partner. “Merries draaien bijvoorbeeld hun achterhand naar je toe als je haar poetst”, zegt Van Dierendonck. “Maar het gaat natuurlijk echt fout als een hengst van zeshonderd kilo denkt zijn verzorger te kunnen dekken.” Toch iets om rekening mee te houden bij de opvoeding van flessenveulens.
Aseksueel
Ruinen kunnen zich nog als echte kerels gedragen. Zeker wanneer een hengst op latere leeftijd gecastreerd wordt en ervaring heeft met dekken, kan hij zich nog langere tijd als een alfamannetje opstellen en ‘zijn merries’ verdedigen. “Hij gaat ook meer showen als hij met andere paarden in contact komt”, weet Daels. “Dat is aangeleerd gedrag of een herinnering aan emoties die niet onaangenaam waren.”
Een paard dat voor zijn puberteit gecastreerd wordt, heeft dit hengstengedrag nooit ontwikkeld. Toch is ook die ruin niet helemaal aseksueel. “Sommige ruinen proberen zelfs te dekken”, zegt Van Dierendonck. “Er komt geen zaadlozing, maar hij kan wel een erectie krijgen. Zijn ballen zijn dan wel weggehaald, maar hij heeft nog andere organen die ook hormonen produceren. Je haalt de opwinding dus weg, maar het brein is wel ontstaan onder invloed van testosteron.” Zo is bekend dat ruinen, net als hengsten, zichzelf ook af en toe plezieren door hun geslachtsdeel tegen hun buik te kloppen of wrijven. “Er komt geen zaadlozing en meestal slaapt het paard half, maar het gebeurt.”
Seks of voortplanting
Een artikel over het seksleven van paarden. Maar kun je bij paarden eigenlijk wel spreken over een seksleven? Tenslotte is voortplanting en niet de seks op zich het doel van de geslachtsgemeenschap. Of is er geen verschil tussen die twee termen? Peter Daels: “Dit doet me denken aan mijn zoon die ooit naar me toe kwam met de vraag: ‘Wat is seks?’ Ik zei: ‘Dat is als papa en mama een kindje maken en...’ ‘Ja, dat heb ik allemaal al gehoord’, zei hij. ‘Maar wat is seks?’ Dat was volgens hem iets anders. Van sommige apenrassen is bekend dat ze seks bedrijven om stress te verlichten. Als ze een conflictsituatie hebben opgelost vrijen ze soms ook. Dat zie je bij paarden niet. Als een merrie hengstig is, zoekt ze een hengst op, wordt gedekt en loopt terug naar de kudde. Ze blijven niet bij elkaar als een verliefd koppel. Wat natuurlijk de vraag oplevert of seks met liefde te maken heeft. Of met plezier. En paarden vinden voortplanting zeker genoegzaam, anders zouden ze het niet doen. De aanzet om het te doen is dat goede gevoel dat ze ervan krijgen. Net als eten. Als je niet eet ga je dood, dus heeft de natuur ons zo geprogrammeerd dat eten een goed gevoel geeft. Dat is ook zo met seks, of voorplanting.” Wat Machteld van Dierendonck betreft is er weinig verschil tussen de twee termen. “We hebben het meestal over voortplanting, omdat mensen seks misschien enkel als plezier zien. Maar voor hengsten en merries telt dat plezier ook, hoor. Sommige merries doen veel moeite om gedekt te worden. Er is wel een geval bekend waarbij een paardenmerrie in de wei stond met een Shetlandhengst met het idee dat daar niets van kan komen, maar de merrie wilde blijkbaar zo graag dat ze erbij is gaan liggen, toch gedekt kon worden en drachtig raakte.”