Vier uur kletsuur!

Wie is je grootste inspiratiebron of grote voorbeeld?

Britt Dekker:

“Ik blijf Anky fantastisch vinden! Er zijn veel goede ruiters in de paardensport, maar geen van allen heeft de ‘Anky-factor’. Ik vind haar dé grote heldin van Nederland. Zelfs nu Anky al lange tijd niet meer in de ring is verschenen, blijft iedereen haar geweldig vinden. Niemand is zoals zij. Ik vraag me af of er ooit nog een nieuwe Anky gaat komen.”

Tim Lips:

“Ik heb niet één persoon als inspiratiebron. Ik bewonder meerdere mensen, waaronder sporters en zakenmensen. Ik probeer van ieder van hen dingen op te pikken die ik goed vind en die bij mij passen. Zo heb ik veel geleerd van mijn stageperiode op stal bij Ludger Beerbaum, waar ik werkte voor Jerry Smit. Ik heb daar kunnen zien hoe het stalmanagement is en wat hun manier van trainen is. Daar heb ik van kunnen leren en zo kan ik hier thuis op stal ook enkele dingen toepassen. Ook bewonder ik Anky van Grunsven. Ik heb een hele tijd bij haar gelest en haar rijderij van dichtbij kunnen bewonderen. Het doorzettingsvermogen van Anky probeer ik mezelf ook eigen te maken.”

Diederik van Silfhout:

“Elke sporter die op hoog niveau presteert, vind ik interessant. Als ik thuis aan het trainen ben, kijk ik heel veel naar mijn vader. Maar ik kijk ook naar Edward Gal of Jeroen Dubbeldam. Wat Jeroen in Caen presteerde was fantastisch. Het is heel knap hoe hij zich aan ieder paard kan aanpassen en zijn manier van rijden ziet er heel fijn en ongedwongen uit.”

Hoe blijf jij als ruiter zelf fit?

Jeroen Dubbeldam:

“Ik ben de hele dag bezig en in beweging, dus ik blijf wel fit. Gelukkig heb ik ook niet de aanleg om dik geworden.”

Tim Lips:

“Ik probeer één keer in de week op dinsdag de fitnesstraining vanuit de KNHS te volgen. Daarnaast ben ik nu net begonnen met een nieuw project: It’s my life. Sinds twee weken draag ik een bewegingsmonitor bij me die alles registreert, zoals bewegingen en mijn slaapritme. Met een team (mental coach, fysio, diëtiste en slaapcoach) kijken we dan onder meer of de arbeid-rust-verhouding in orde is.”

Diederik van Silfhout:

“Ongeveer twee keer per week ga ik naar de sportschool. Verder probeer ik goed en gezond te eten. Het sporten is belangrijk voor een goede conditie, maar je wordt er niet per se een betere ruiter van. Paardrijden leer je nog steeds het best op een paard.”