adelinde
adelinde

Adelinde en Parzival zijn nog niet klaar met de sport

Nieuws

Dressuuramazone Adelinde Cornelissen en haar Parzival maken geen deel uit van het Nederlandse dressuurteam dat over twee weken zal deelnemen aan het EK in Aken. Dat besloot bondscoach Wim Ernes anderhalve maand geleden. Toch is Adelinde nog niet van plan om Parzival nu al met pensioen te doen.


Adelinde Cornelissen en de achttienjarige ruin Parzival vormen al zes jaar lang een topteam en maakten vast onderdeel uit van de Nederlandse dressuurploeg. Nu Parzival een dagje ouder wordt, besloot bondscoach Ernes dat het tijd werd plaats te maken voor jonger talent. Andere, ervaren ruiters als Edward Gal en Hans Peter Minderhoud kregen echter wel een plekje in het team.

In een interview met NOS vertelt Adelinde dat ze in eerste instantie begrip kon opbrengen voor de wens van Ernes om nieuw talent de kans te geven. “Hij kon natuurlijk niet honderd procent op Parzival rekenen voor Rio, omdat hij ouder wordt. Dat snap ik ook. Ik kan niks garanderen, dat kan met paarden nooit. Maar later las ik terug dat hij Parzival ook niet mee wil nemen naar Rio.”

En dat valt Adelinde zwaar. Ze vindt dat Parzival nog niet klaar is voor zijn pensioen. “Hij vindt het spelletje nog leuk, de aandacht, op concours gaan. Dus wie ben ik dan om hem dat te ontnemen?” Voorlopig is ze dan ook niet van plan om te stoppen met wedstrijden rijden. ”Als hij in vorm is en fit is, dan rijd ik.”

Hoewel Parzival ondanks zijn leeftijd nog fit genoeg is, is een afscheid van de wedstrijdsport hoe dan ook overmijdelijk. Volgend jaar wordt de ruin 19, de maximale leeftijd waarop paarden mee mogen lopen op internationale concoursen. “Ergens weet ik wil dat Parzival ook niet eeuwig meegaat”, aldus Adelinde. “Ik moet hem ooit afscheid laten nemen, en dat zal volgend jaar ook wel gebeuren. Maar het zou mooi zijn als ik zelf zijn afscheid kon bepalen.”

De NOS filmde het interview bij Adelinde op stal en nam geluidsfragmenten op. Klik hier om het gehele interview te lezen, bekijken en luisteren.


Bron: NOS