Paardentermen uitgelegd: Takt(verlies)
Nieuws
Er zijn van die termen die je regelmatig hoort, maar waarvan je misschien niet precies weet wat ze nu eigenlijk betekenen. Iedere maand legt Eddy de Wolff van Westerrode, instructeur en Grand Prix jurylid, zo’n term uit. Deze maand spreken we hem over takt.
Basisgangen
“Takt is een belangrijk basisbegrip uit het Skala van de africhting,” begint Eddy. “Een paard heeft drie basisgangen: stap, draf en galop. Eigenlijk hoort daar ook nog achterwaarts bij, daar denken veel ruiters niet zo snel aan. Als we het hebben over takt, gaat het om de zuiverheid van de beweging in iedere gang. Stap bijvoorbeeld, is een viertakt beweging, waarbij het belangrijk is dat alle vier de benen van het paard onafhankelijk van elkaar op de grond komen. Als het paard op straat loopt, kun je dat heel duidelijk horen en ‘een, twee, drie, vier’ meetellen. Als het goed is, zit daar een regelmaat in, die in elke stap hetzelfde is. Draf is een tweetakt beweging. In draf komt een diagonaal beenpaar op de grond, volgt een zweefmoment en daarna weer een diagonaal beenpaar. Galop is een drietakt beweging. Deze beweging komt van achteruit en begint met het buitenachterbeen, dan volgen het binnenachterbeen en buitenvoorbeen en dan het binnenvoorbeen, gevolgd door een zweefmoment. Achterwaarts is, net als de draf, een diagonale tweetakt, maar omdat er geen zweefmoment is, is het geen achterwaartse draf.”
‘Onzuiverheid is net als valse muziek. Als er niet zuiver gezongen wordt, is dat ook lelijk’
Onzuiver
“Zoals vaker gezegd, gaat het in de dressuur om het gymnastiseren van je paard. Een paard ontwikkelt zich via beweging, net zoals je door in bed te blijven liggen geen goede turner wordt. Een paard wordt dan ook beoordeeld op zijn bewegingen en zuiverheid van de gangen is hierbij heel belangrijk. Hij moet altijd eerst zuiver zijn, en door correcte training breng je steeds meer kwaliteit in zijn bewegingen. De uitgestrekte draf bijvoorbeeld, is bij een jong paard natuurlijk heel anders dan bij een Grand Prix paard omdat die al veel verder ontwikkeld en gegymnastiseerd is. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld schouderbinnenwaarts. Die oefening wordt al gevraagd in M-proeven en is in de Prix St. Georges nog steeds een onderdeel. Je ziet, als het goed is, wel duidelijk verschil in de kwaliteit van de oefening maar in beide proeven moet het paard zuiver zijn, dat is een voorwaarde. Onzuiverheid is net als valse muziek. Als er niet zuiver gezongen wordt, is dat ook lelijk.”
Mate van onzuiverheid
Alles wat de zuiverheid en regelmaat van een gang negatief beïnvloedt, maakt de takt onzuiver. “Als het paard zo onzuiver is dat ik als jury beoordeel dat het paard kreupel is, is het mijn taak om de combinatie uit te bellen en naar huis te sturen. Maar onzuiverheid van de gangen komt in verschillende mate voor. In stap treden taktfouten vaak op omdat het moeilijk is de zuivere viertakt te behouden. Het is als jury soms ook best lastig het juiste cijfer te vinden. Soms is het (bijna) telgang, waarbij het linkervoorbeen en linkerachterbeen tegelijk naar voren treden, zoals een kameel. Maar er zijn ook tussenvormen. Soms zie je dat de mooie viertakt verloren gaat, maar is het nog lang geen telgang te noemen. Als jury probeer je altijd om de goede bewoordingen te vinden voor wat je ziet. Pas als je echt telgang ziet, schrijf je dat op. Daarvoor lees je als wedstrijdruiter op je protocol bijvoorbeeld: ‘geen zuivere viertakt’, of ‘verliest viertakt’. Dat leidt natuurlijk tot lagere punten.”
‘Taktverlies ontstaat vaak door balansverlies, bijvoorbeeld in wendingen en op voltes’
Oorzaken
“Taktverlies kan al in de B voorkomen. Het ontstaat vaak door balansverlies, bijvoorbeeld in wendingen en op voltes. Het kan ook komen doordat je als ruiter een zijgang inzet en het paard uit balans raakt, waardoor hij takt kan verliezen. Bijvoorbeeld bij wijken voor de kuit, schouderbinnenwaarts, travers of appuyeren. Het verkeerd inwerken van de ruiter is ook een veelvoorkomende oorzaak. Wat namelijk nog wel eens gebeurt, is dat er taktfouten optreden door het aan de teugel proberen te rijden van het paard. Het moet natuurlijk zo zijn dat als een paard aan de teugel gereden wordt, dit de gangen positief beïnvloedt. Maar als het niet op de goede manier gebeurt en het paard wordt belemmert in zijn gangen, kan hij daar onzuiver van worden. Rechtuit in het bos zie je dan ook nauwelijks taktverlies. Het is een van de doelen van dressuur: werken aan de kwaliteit van de basisgangen en het verbeteren daarvan. Met behoud van balans en kwaliteit in een taktvolle beweging. Daar krijg je punten voor. Schouderbinnenwaarts zonder impuls maar met behoud van takt, is een krappe voldoende. Als daar taktverlies bij komt, daalt het cijfer sowieso naar een onvoldoende.”
Sprongverlies
“In galop zie je soms dat de drietakt beweging verandert in viertakt, waarbij het diagonale beenpaar wordt onderbroken. Ook dit is taktverlies en wordt meestal veroorzaakt door een gebrek aan sprongkracht. Het wordt dan een loperige galop met weinig stuwing vanuit de achterhand. Er staat dan vaak ‘sprongverlies’ op je protocol maar het is eigenlijk hetzelfde als taktverlies. Om een zuivere drietakt te behouden is het zweefmoment in galop heel belangrijk. Een paard hoort met veerkracht te galopperen. In het achterwaarts gaan let ik er op dat het correct diagonaalsgewijs gaat. Gebeurt dat niet, is de gang onzuiver en dus onvoldoende.”
Tips voor zuivere gangen
- Als je taktverlies op je protocol ziet staan, zorg dan dat de halshouding je paard helpt in zijn balans en dat het je paard niet belemmert in zijn beweging. Rijd je paard daarom op zo’n manier aan de teugel, dat het zijn gangen bevordert en niet belemmert, dus van achteren naar voren. Geforceerd afdwingen van nageeflijkheid bijvoorbeeld, zal vaak leiden tot taktverlies en zal bovendien nooit een happy athlete creëren.
- Corrigeer je paard altijd door voorwaarts te rijden. Als je bijvoorbeeld merkt dat je in schouderbinnenwaarts taktverlies hebt, buig dan wat minder in en maak een minder scherpe hoek, en rijd meer voorwaarts.
- Het is belangrijk altijd eerst de zuiverheid te corrigeren. Van daaruit ga je pas verder in je (zijwaartse) oefeningen. Doe nooit concessies in de zuiverheid!