Schuilgelegenheid van toegevoegde waarde in de zomer
Nieuws
Toegang tot een schuilstal blijkt van toegevoegde waarde voor veel paarden als ze individueel in paddocks worden gehouden in de zomer, zo blijkt uit Zweeds onderzoek. Het is echter nog onduidelijk waarom de paarden ervoor kiezen de schuilstal te gebruiken: is het wegens schaduw, tegen insecten of vanwege een gevoel van veiligheid (vooral bij paarden die gewend zijn om op stal te staan)?
“Het gebruik van schuilstallen hoeft niet in de eerste plaats gerelateerd te zijn aan weersomstandigheden, maar is waarschijnlijk afhankelijk van individuele voorkeuren”, verklaren onderzoekster Kristina Dahlborn en haar collega’s.
Schuilen in de zomer
Een schuilstal die aan drie zijden dicht was genoot de meeste voorkeur van de paarden en bood waarschijnlijk het meeste verlichting van vliegende insecten. Het verzorgen van schuilgelegenheid in de zomer werd zelden genoemd in welzijnsrichtlijnen, viel de onderzoekers op. Dit komt wellicht door het feit dat er nog weinig onderzoeksgegevens over de voordelen van schuilstallen bij hoge temperaturen zijn vastgelegd. “Uit een vorige studie blijkt dat paarden veel gebruik maken van schuilstallen in de zomer”, melden de onderzoekers.
Dak of geen dak?
De paarden konden kiezen uit drie types schuilstallen:
- Type A: een schuilstal met dak en drie dichte zijkanten.
- Type B: een schuilstal met dak en drie open zijkanten.
- Type C: een schuilstal met zijkanten, zonder dak.
Schuilstal A kreeg de voorkeur van de meeste paarden en bied ook verlichting van insecten, terwijl schuilstal B dit niet deed. Deze schuilstal werd ook niet gebruikt door de paarden. Wel is opvallend dat schuilstal A het rondom gezichtsveld van paarden ontneemt, wat een belangrijk gegeven kan zijn voor vluchtdieren. Om die reden onderzocht het team tevens of een schuilstal met dak, maar met open zijkanten, de oplossing bood om insecten te weren, maar het vluchtinstinct van de paarden niet te hinderen. Ook het gebruik van een derde schuilstal, type C, werd onderzocht om na te gaan of het dak van toegevoegde waarde was vanuit het perspectief van het paard.
Observatie
Acht warmbloedpaarden, allen voskleurig of bruin, werden voor twee dagen geobserveerd. Ze werden individueel in paddocks gehouden met toegang tot respectievelijk schuilstallen A en B of A en C. Het gebruik van de schuilstallen werd non-stop vastgelegd, gedurende de nacht en de daarop volgende dag. Ook het gedrag om insecten te verjagen, zoals zwiepen met de staart, werd gedocumenteerd gedurende de dag. Zeven paarden van de acht paarden gebruikten de schuilstallen. De zeven paarden gebruikten zowel schuilstal A als B, maar wanneer de keus er was tussen stal A en C werd schuilstal C amper bezocht. Er was geen noemenswaardig verschil in de lengte van de bezoekjes aan de schuilstal als dag en nacht vergeleken werden.
Insecten
Alle acht de paarden mochten vooraf wennen aan de test schuilstallen. Er was geen andere schaduw in de paddocks, behalve de schuilstallen. Het gebruik van de schuilstallen overdag had een groot effect op het insectverjagende gedrag van de paarden. De paarden lieten het minst insectverjagende gedrag zien wanneer zij schuilden in schuilstal A, in vergelijking met wanneer zij buiten stonden.
Dag en nacht
Schuilstal A werd ‘s nachts minder bezocht dan schuilstal B, maar er was geen verschil in de lengte van het gebruik overdag. De lengte van de bezoekjes aan schuilstal A en B verschilde overdag (100,8 minuten) niet veel van ‘s nachts (105,8 minuten). “Paarden die individueel gehouden worden gebruikten de schuilstallen met dak zowel overdag als ‘s nachts. De paarden gaven de voorkeur aan schuilstallen met dak en (deels) dichte zijkanten. Wanneer de paarden de keus kregen tussen schuilstal A en een schuilstal die dicht was aan drie zijkanten, maar geen dak had, gaven ze de voorkeur aan schuilstal A.” De schuilstallen werden veelvuldig gebruikt in de nacht. Dit wijst erop dat er iets aantrekkelijks was aan de schuilstallen, behalve het feit dat ze overdag voor schaduw zorgden. Het kan zijn dat het een positief effect heeft op het veiligheidsgevoel van de paarden, suggereren andere onderzoekers.
Veiligheid
Gedurende koude seizoenen gebruiken de paarden de schuilstallen vooral ‘s nachts, menen de onderzoekers. Het gaan liggen gebeurt bijna alleen in de schuilstallen, wat de hypothese van het opzoeken van veiligheid ondersteunt. Een andere logische verklaring van het gebruik van schuilstallen is het vermijden van insecten. In de vrije natuur vermijden paarden insecten veelal door zich te verplaatsen naar plekken met veel wind en gaan ze dichtbegroeide gebieden uit de weg. Bloedzuigende insecten vinden hun prooi vaak via geur. Door onderdak te zoeken in de schuilstallen zijn de paarden minder goed te vinden door de insecten.
Verder onderzoek moet uitwijzen of paarden die in groepsverband worden gehouden op een zelfde manier gebruik maken van de schuilstallen.
Bron: Horsetalk