De toekomst van je jonge paard ligt in jouw handen

20 januari 2016, 00:00 Nieuws

1. Een leuke speeltuin

Je vond het als kind leuk om met leeftijdsgenoten te spelen en dan nog het liefst in een speeltuin waar geen einde aan leek te komen. Dat geldt ook voor je jonge paard. Paul René van Weeren van de Universiteit Utrecht noemt de gouden standaard voor een jong paard: 24 uur per dag met soortgenoten in een groot weiland. Beweging hoort bij paarden, zegt hij. Nu het winter is, heeft misschien niet iedereen de beschikking over een goed weiland. Dan geeft tip nummer 4 misschien uitkomst.

2. Voldoende onderzoeksruimte

Niet elk weiland is zomaar geschikt. De meeste weilanden zijn te voedingsrijk en te vlak. Van Weeren pleit voor een gevarieerd terrein met verschillende soorten grassen. Dat is zowel mentaal als lichamelijk goed voor een paard, omdat dat deze dieren graag op onderzoek uitgaan.

3. Weids uitzicht

Volgens Carol Hall van de  Nottingham Trent University ontwikkelt een jong paard een beter zicht als het wordt uitgedaagd met een afwisselend weids landschap.

4. Stapmolen of een sprongetje

Wat? Een veulen in de stapmolen? Of laten springen? Bij gebrek aan ruimte kun je een jong paard best beweging geven in een stapmolen, aan de longe of zelfs – met mate – een sprongetje laten doen volgens Paul René van Weeren. Zelfs met een veulen, beweert hij. Alleen is het sleutelwoord: gematigd. Je moet alles met mate doen, zegt Van Weeren. Hij is van mening dat correcte training van jonge paarden helpt om een gezond skelet een goede spieropbouw te creëren. Onderzoekers hebben ontdekt dat paarden die op de juiste manier getraind werden op jonge leeftijd, zelfs op latere leeftijd nog sterkere botten en gewrichten hebben dan oudere paarden.

5. Het juiste prakje

Naast beweging is de juiste voeding belangrijk. Josie A. Coverdale, voedingsspecialist voor paarden aan de Texas A&M University, zegt dat alles om de juiste balans draait. Zij vindt dat er niet teveel geschoven moet worden in het dagelijkse prakje van het paard, maar dat veranderingen in het voedingspatroon voorzichtig moeten worden doorgevoerd. Een veulen dat nog bij de moeder drinkt, kun je langzaam laten wennen aan ander voer dan moedermelk. Zo krijgt het na het spenen niet teveel terugval in conditie en houd je zijn groei gelijkmatig. Ze pleit ervoor om pro-actief te voeren en om de voeding aan te passen op zijn conditie. “Vaak wachten mensen tot een veulen botterig wordt of sloom en een hangbuikje krijgt, voor ze gaan nadenken over een voedingsprogramma.” Daar is Coverdale niet voor.

6. Groeipieken tegengaan

Volgens voedingsspecialist Coverdale moet je een jong paard ten allen tijde goed blijven voeren. Er werd eerst gedacht dat een paard waarbij gebreken werden ontdekt in de ontwikkeling, minder voedingsrijk voer moest krijgen. Coverdale zegt dat die gebreken verschillende oorzaken kunnen hebben, die niet alleen zijn gerelateerd zijn aan voeding. Ze waarschuwt ervoor dat juist het verlagen van de voedingswaarde in de dagelijkse kost kan leiden tot andere problemen. Als het paard vanwege minder voeding drastisch stopt met groeien, kan het dat gaan compenseren als het weer wel goede voeding krijgt. Door die groeipiek kunnen er mogelijk gebreken in de hand worden gewerkt, denkt Coverdale.

7. Volg het voeretiket

Voerexpert Coverdale zegt dat paardeneigenaren moeten vertrouwen op de samenstelling van het voer van voermerken. “Commerciële voedingsmerken zijn zo samengesteld om de voedingsbehoeften van paarden in verschillende levensfasen tegemoet te komen.” Het merk maakt daarbij niet uit, zegt Coverdale. ,,Bijna elk merk is een goed merk.” Maar het voer kan niet zijn werk doen als we de aanwijzingen op het voeretiket negeren, zegt Coverdale. “Het gaat niet alleen om de juiste hoeveelheid per dag, maar ook de keuze voor het juiste voer dat geschikt is voor jouw paard. Dus als je een jong paard hebt, kies dan een voer dat speciaal voor zijn ontwikkelingsniveau en mate van training of beweging geschikt is.” Coverdale waarschuwt ervoor om zelf een prakje samen te stellen, of het aanbevolen voer te mengen met iets dat jou goed lijkt. Daarmee haal je volgens haar de voedingswaarde uit balans.

8. Appels en wortels in de ban

Balans in de voeding is het stokpaardje van voerexpert Coverdale. Alles dat het schema uit balans kan brengen, moet zoveel mogelijk worden beperkt. Dat geldt volgens haar bijvoorbeeld voor appels en wortels, als die dagelijks worden gegeven als beloning. Ze pleit ervoor om liever speciale paardensnoepjes te geven, omdat die gericht op paarden zijn samengesteld. Suikerklontjes zijn vanwege de glucosepiek die deze veroorzaken helemaal uit den boze. En voedingssupplementen zijn volgens haar niet nodig bij de juiste voeding. Wie ze wil gebruiken, doet er verstandig aan dat in overleg met een dierenarts te doen, zegt ze.

9. Niets beter dan goed hooi

Er kan niets op tegen goede kwaliteit ruwvoer. Voedingsspecialist Josie A. Coverdale zegt dat het essentieel is in de ontwikkeling van elk paard, dat het de beschikking heeft over goed hooi. Daar mag je volgens haar niet op bezuinigen. Ze pleit er dan ook voor om eerder meer hooi te geven als je paard dun is, dan om de hoeveelheid krachtvoer te verhogen. Voor jonge paarden is volgens Coverdale alleen het beste hooi geschikt. “Voedingsarm hooi moet in grotere hoeveelheden worden gegeven om te voldoen aan de calorieënbehoefte van een paard. Een jong paard kan moeite hebben met het consumeren van grote hoeveelheden ruwvoer. Daarnaast is hooi van lage kwaliteit ook minder goed verteerbaar en kan het een groter risico vormen op koliek.”

10. Investering voor het leven

Een goede basis voor de ontwikkeling van je jonge paard, is een investering in de rest van zijn leven. De beslissingen die je nu maakt voor je dier, hebben invloed op zijn ontwikkeling en zijn latere prestaties. Dus er mag niet te licht gedacht worden over het opvoeden van een jong paard. Door nuttige informatie te verzamelen en goed te overleggen met je dierenarts, ligt de toekomst van je jonge paard in jouw handen.

Bron: The Horse.com