Galop
Galop Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Een betere galop in 10 stappen

Training Dressuur Opvallend

Of je nu dressuur rijdt of je passie meer bij springen ligt: het is belangrijk om in alle gangen het tempo van je paard te kunnen beheersen. Dit gaat echter niet vanzelf: zeker bij jonge paarden is daar training voor nodig. 

Met deze simpele oefening van olympisch eventingruiter Chris Burton leer je in tien stappen het galoptempo van je paard onder controle te houden. Het enige wat je nodig hebt: twee balken.

1. Leg de twee balken parallel aan elkaar in de rijbaan

De exacte afstand tussen de balken maakt niet uit, zolang ze maar niet al te dicht op elkaar liggen. Ongeveer 10-12 meter is ideaal, maar je hoeft er geen meetlint naast te leggen.

2. Laat je paard voorwaarts galopperen

Het is bij deze stap van belang dat je paard zijn balans vindt in de galop en met zelfvertrouwen voorwaarts gaat. Maakt je paard grote passen en heeft hij moeite met verzamelen, laat hem dan in zijn eigen tempo lopen. Het verzamelen komt in de latere stappen aan bod.

3. Behoud het voorwaartse tempo terwijl je over de balken galoppeert

Drijf niet extra aan en neem niet terug, maar stuur je paard alleen maar in een rechte lijn over de balken heen. Laat hem naar de balken kijken en zijn tempo zelf aanpassen als het nodig is.

4. Doe dit meerdere keren op beide handen

Probeer de balken steeds in het midden van de galopsprongen te houden. Let er ook op dat het ritme van de passen gelijk blijft. Tel (liefst hardop) mee met de galopsprongen: een-twee-drie, een-twee-drie... Zo merk je meteen of het ritme versnelt of vertraagt en kun je inschatten of de galopsprongen goed zijn afgestemd op de balken.

5. Tel de passen tussen de balken

Hoeveel galopsprongen maakt je paard tussen de balken als hij in zijn eigen tempo loopt? Als het ritme gelijk blijft, zou dit elke keer hetzelfde aantal moeten zijn.

6. Maak een extra pas tussen de balken

Nu je weet hoeveel passen je paard in zijn eigen tempo maakt, kun je proberen daar een pas aan toe te voegen. Trek niet aan de noodrem, maar ga diep zitten en probeer op je zit het tempo iets te verlagen. Lukt het niet, dan probeer je het de volgende ronde nog eens.

7. Maak een overgang naar stap na de tweede balk

Neem je tijd om een overgang terug naar de stap te maken naar de tweede balk. Probeer deze overgang elke ronde geleidelijk sneller te maken. Op deze manier leert je paard de galopsprongen kleiner te maken en komt zijn achterhand beter onder het lijf.

8. Rijd niet te ver weg van de balken

Vooral voor jongere paarden kan het lastig zijn om een lange tijd te galopperen, zeker in een verzamelde galop. Blijf dus bij de balken in de buurt, of maak pas een overgang naar de galop in de wending naar de balken toe. Maak je paard niet onnodig moe en neem regelmatig een korte pauze om op adem te komen.

9. Moeilijk? Dat geeft niet

Als je paard het moeilijk vindt zijn tempo aan te passen aan de balken, kan hij dat laten merken door terug te vallen naar de draf, te struikelen of in een onregelmatig ritme te galopperen. Wanneer je paard dit aangeeft, straf hem dan niet. 

Vraag dezelfde opdracht rustig opnieuw, en beloon wanneer het beter gaat. Op een gegeven moment zal het kwartje vallen!

10. Passen verruimen

Deze oefening is niet alleen nuttig om de verzamelde galop te oefenen, maar werkt ook prima voor verruimingen. Probeer hiervoor om tussen de balken juist een pas minder te rijden, en neem je paard na de balken weer terug in tempo. 

Je kunt de oefeningen ook afwisselen: de ene ronde verruimen, de andere ronde verzamelen. Blijf je paard wel steeds belonen bij elke tempowisseling, zodat de opdracht voor hem duidelijk blijft. En in stap en draf werkt de oefening natuurlijk ook!

Bron: Horse & Hound / Bit & Cap