dressuur
dressuur

Secuur rijden verbetert je rijkunst

Nieuws

In een dressuurproef staat omschreven hoe groot een volte moet zijn. Of van waar tot waar je hoort te wijken of appuyeren. Toch zijn er veel ruiters die hoeken afsnijden of cirkels niet rond maken. Het kost niet alleen onnodig punten. Secuur rijden verbetert ook je rijkunst.


Accuratesse, precies rijden, is het stokpaardje van de Engelse dressuurtrainer John Lassetter. Hij is opgeleid bij de Spaanse rijschool en het Cadre Noir in Saumur, waar hij precisie met de paplepel kreeg ingegoten. Omdat hij zich ergerde aan slordig rijdende leerlingen, zette hij zijn rijbaan vol pylonnen en legde balken neer. Dit ontwikkelde zich tot een eigen systeem, dat in de praktijk meerdere voordelen biedt. “Het verbaast me altijd weer hoe slordig er wordt gereden. Zelfs op hoog niveau zie ik acht meter voltes die geen acht meter zijn. Of er staat in de proef dat je van B naar G moet wijken of appuyeren en ruiters komen veel eerder of later op de plek aan. Dan doe je dus niet wat is voorgeschreven. Met de geweldig bewegende paarden van tegenwoordig komen velen daarmee weg. Maar zo hoort het niet. Je moet precies te rijden, anders zou je eigenlijk lagere punten moeten krijgen. Dat geldt zelfs voor een olympisch kampioen.”

Betere balans


Lassetter vindt accuraat rijden niet alleen nodig omdat het zo is voorgeschreven, het verbetert de rijkunst. “Als je paard niet in balans loopt, zal hij op de ene hand geneigd zijn naar binnen te vallen en op de andere hand naar buiten. Veel ruiters laten dit achteloos gebeuren, zonder het te corrigeren. Het paard geeft dan dus het formaat van de volte aan, de ruiter doet niets om de balans te verbeteren. Als die het al in de gaten heeft, want meestal gebeurt dit ongemerkt. Als je een zijgang als wijken of appuyeren vanaf de AC-lijn rijdt en je paard valt naar de hoefslag, dan kom je daar eerder aan. Door te proberen hem echt van G of D naar de hoekletter te rijden, moet je aandacht besteden aan het in evenwicht blijven.”

Door het systeem met pylonnen worden zijn leerlingen ‘gedwongen’ een correcte lijn of de juiste maat volte te rijden. “Iedereen vindt dat in het begin heel vervelend. Het ziet er ook best vol uit, zo’n bak vol pylonnen en balken. Maar als je jezelf ertoe dwingt, wen je eraan. En het gevolg is dat je je wél bewust wordt van balansproblemen. Als ik naar het buitenland ben voor clinics, verdwijnen de pylonnen uit de bak. Ik merk het meteen als ik terug ben, dan rijden de ruiters minder secuur. Je moet het dus zelf goed bijhouden. Ongeacht op welk niveau je rijdt.” De instructeur ziet nog een voord
eel in het gebruik van de pylonnen. “De hulpen worden subtieler, er wordt minder getrokken in de mond van het paard. Dat komt omdat je eerder in de gaten hebt of je van de juiste positie afdwaalt. De ingreep om dat te corrigeren kan dus kleiner zijn. Dat komt het totale beeld ten goede. Als een leerling een pylon omver rijdt, kost hem dat een fles wijn. Rijdt hij mij omver, dan is het een hele kist wijn. Bijna jammer dat dat niet vaker gebeurt...”

De oefeningen


John Lassetter heeft een serie van oefeningen in een 20 bij 40 meter bak, waarbij hij de pylonnen en balken bewust gebruikt:

  1. In stap: maak op beide handen voltes van tien meter in de hoeken waar de balken precies de maat markeren.

  2. In stap: rijd vanaf beide handen een keer een ‘slinger’ vanaf C of A, waarbij je vier keer een halve volte halve baan aan elkaar koppelt. Als je vanaf A begint, ga je tijdens de eerste slinger tussen de pylonnen door. De tweede is over X, de derde eindigt net voor de balk.

  3. In stap: maak op de rechterhand een volte van tien meter in de hoek bij K om de pylon en laat je paard daarna wijken tot in de cirkel pylonnen om X. Rijd rechtuit en herhaal dit op de linkerhand vanaf F.

  4. In stap: rijd op de rechterhand een volte van tien meter tussen de balken bij M, ga door op de hoefslag in schouderbinnenwaarts. Maak bij B een halve grote volte, waarbij je tussen de pylonnen op de AC-lijn doorgaat. Doe hetzelfde op de andere hand vanaf H.

  5. In stap (voor de ervaren paarden): op de rechterhand volte tien meter bij K en daarna appuyeren naar de cirkel rond X. Maak een volte tien meter binnen de pylonnen om X en ga door met appuyeren naar M. Dit past, als je het goed doet, precies tussen de pylon en de balk door. Herhaal op de andere hand vanaf F.

  6. Herhaal oefening 1 tot en met 4 in draf, met ervaren paarden kun je dat ook met oefening 5 doen. Ga dan op de grote volte bij B en E en laat je paard in draf de hals strekken. Neem na één ronde de teugels weer aan.

  7. Ga in draf op de grote volte bij B en E. Rijd het eerste kwart in schouderbinnenwaarts, het tweede in travers, het derde in ‘schouderbuitenwaarts’ (schouderbinnenwaarts naar de buitenkant) en het vierde in travers naar de buitenkant. Maak dan je paard recht op de volte en laat hem opnieuw één ronde halsstrekken. Neem de teugels op, ga naar de andere hand er herhaal de oefening. Je kunt deze oefening uitbouwen door op de plek waar je de AC-lijn raakt een tien meter volte naar X of naar A en C te rijden, tussen de buigingsoefeningen door. Je gaat de kant op die de buiging voor het volgende kwart voorbereidt.

  8. Galoppeer aan op de rechterhand. Rijd bij H een ‘medium’ formaat volte om de balken heen. Rijd bij M een tien meter volte binnen de balken. Ga bij B de grote volte op en laat je paard in galop zijn hals naar beneden stretchen. Neem de teugels weer aan. Herhaal op de andere hand.

  9. Galoppeer aan op de rechterhand. Maak een tien meter volte in de hoek bij K. Ga tussen de pylonnen op de AC-lijn door naar een grote volte tussen B en E in contragalop. Rijd opnieuw tussen de pylonnen door naar de ‘goede’ galop en maak meteen een tien meter volte in de hoek bij F. Herhaal op de andere hand.

  10. Voor de meer ervaren paarden: doe oefening 5 in galop. Eindig in de hoek met een galopwissel.

pylonen