detail
detail

Kruinen kieken

Nieuws

Bedoeïenen en zigeuners zijn er al lang van overtuigd: de kruinen op het paardenhoofd verraden iets over zijn gedrag. Klinkklare onzin? Toch niet. Want Poolse onderzoekers vonden onlangs inderdaad een verband.


Heel voor de hand liggend lijkt het in eerste instantie niet dat bepaalde karaktereigenschappen van een paard samenhangen met de weerborstels op zijn hoofd. Toch is het logisch te verklaren, meent Aleksandra Górecka, een van de Poolse wetenschappers die in de wereld van de kruinen dook. “Kruinpatronen ontwikkelen zich bij een foetus op hetzelfde moment als de hersenen. Het zenuwstelsel en de huid, waarin haarpatronen liggen opgeslagen, zijn afkomstig uit dezelfde embryonale laag. Dit kan eventuele verbanden tussen kruinen en gedrag verklaren”, vertelt ze. Overigens benadrukt ze dat haar studie niet zozeer een link legt tussen karakter en kruinen. “Ik noem het eerder een verband tussen kruinen en de intensiteit waarmee ze reageren. Karakter is wat anders.” Het kruinenpatroon van een paard is uniek. Vroeger werd de positie van kruinen gebruikt om een paard te identificeren.

Voorkennis


Het Poolse onderzoeksteam was benieuwd of paarden van hetzelfde ras, die bovendien op dezelfde manier werden behandeld, maar varieerden wat kruinpatronen betreft, verschillend zouden reageren op bepaalde situaties. Handige voorkennis als je een paard voor het eerst hanteert of berijdt. Vijfenvijftig één- en tweejarige Konikpaarden deden mee aan het experiment. “We verdeelden de paarden op basis van hun kruinpatronen: een enkele, hoge kruin boven de ooglijn, een enkele kruin die precies tussen de ogen was geplaatst, een laaggeplaatste kruin en een langgerekte of dubbele kruin op een andere plaats.” De paarden werden van en naar de stal geleid, vervolgens werd een been opgetild en tot slot werden de paarden aan de hand met een plotseling open klappende gele paraplu geconfronteerd. De reacties en het bijbehorende gedrag van elk afzonderlijk paard werd nauwkeurig bijgehouden. Ondertussen werd de hartslag van de paarden geregistreerd met een hartslagmeter bij de singel. “De paarden kregen de ruimte om te reageren zoals ze wilden. Dankzij het vijf meter lange touw konden ze schrikken en wegrennen.” Drie minuten nadat de paraplu was opengeklapt kreeg het paard nogmaals de kans om het voorwerp te benaderen. Zodra een paard de paraplu aanraakte, of als dit niet gebeurde na drie minuten, mocht hij terug naar stal.

Wat bleek? Paarden met een hoge kruin – boven de middellijn tussen de ogen – waren lastiger in de omgang dan paarden bij wie de kruin in het midden of laag geplaatst was. De plaats van de kruin beïnvloedde vooral of en hoe snel een paard een nieuw voorwerp durfde aan te raken. Paarden met langwerpige of dubbele kruinen deden er langer over om de paraplu te benaderen dan paarden met een in het midden of laag geplaatste kruinpositie. Op de hartslag hadden kruinen overigens geen invloed. Die waren bij alle kruinpatronen vergelijkbaar. Ook weken de schrikreacties van de paarden niet af op basis van de kruinpositie.

Koeien


“Veel onderzoek was er nog niet naar kruinen bij paarden gedaan”, weet Górecka. Bij koeien was de relatie tussen kruinen en gedrag al eerder onder de loep genomen. Ook koeien met een hoge kruin blijken minder goed te hanteren. In de jaren negentig deed dierentherapeut Linda Tellington-Jones zelf wat onderzoek in de vorm van een enquête onder 1500 paardeneigenaren. Wetenschappelijk waren haar bevindingen niet, maar ze trok wel enkele conclusies. Twee of meer kruinen voorspellen een wat gecompliceerde persoonlijkheid. Volgens haar staat een enkele kruin midden op het voorhoofd voor een ongecompliceerd karakter. Is de kruin iets lager geplaatst, dan kijk je naar een intelligent, ondeugend paard. Een hoge kruin staat dus mogelijk voor een koppiger karakter, bevestigt het Poolse onderzoek, maar niet per se voor schrikachtigere reacties wanneer ze met een nieuw voorwerp in aanraking worden gebracht.

Paarden met een dubbele of langwerpige kruin schrikken niet zozeer harder en zijn ook niet echt lastiger in de omgang, maar zijn wel voorzichtiger en wantrouwiger wanneer ze een onbekend voorwerp benaderen. “Het gaat dus te ver om te veronderstellen dat kruinen indicatoren zijn voor het karakter van een paard”, vindt Górecka. “De schrikreacties en de hartslag stonden immers volledig buiten spel. Ik zou dus ook een beetje voorzichtig zijn wat het in praktijk brengen van de resultaten betreft.” Verder onderzoek is uiteraard nodig, maar interessant is het wel.

Geen maak- of breekpunt


De Amerikaanse cowboy Doug Carpenter is al decennia befaamd vanwege zijn talent om reining en cutting winnaars te herkennen. Hij hoorde de kruinentheorie voor het eerst van een oude, ervaren paardenman. “Ik besloot de theorie een jaar of twee uit te testen. Gewoon om te kijken of er überhaupt enige mate van waarheid in school. En inderdaad, paarden die het meest ontvankelijk waren voor intensieve training waren paarden met een kruin precies in het midden van het voorhoofd en twee kruinen op oorhoogte. “Op het stukje dat vaak wordt geschoren”, verduidelijkt hij. “En het liefst mooi op één lijn.” De kruin op het voorhoofd mocht ook iets onder het midden zitten. Bij welke paarden hij liever uit de buurt blijft? “Een grote kruin onderaan de hals en paarden met twee of drie kruinen op het voorhoofd. Vooral als ze zich ongelijkmatig over het gezicht verspreid hebben. Deze paarden zijn lastig te trainen.”

Een maak- of breekpunt is de kruin voor de paardenman overigens niet. “Maar als ik een paard koop, houd ik wel degelijk rekening met deze theorie, hoewel het niet het eerst boxje is dat ik afvink. Als een paard me bevalt en het is door de dierenarts goedgekeurd, neem ik het mee bij mijn overweging. Ik pin me er alleen niet op vast, want uitzonderingen op de regel zijn er altijd.”