Een correcte houding en zit is heel belangrijk, dat weten we allemaal. Je paard kan alleen echt goed in balans lopen als jij hem niet in de weg zit. Maar ook al weet je best hoe het ideale plaatje eruitziet, het zelf helemaal perfect doen is best lastig. In deze nieuwe rubriek nemen we iedere maand een veelvoorkomend probleem in de houding op én naast het paard onder de loep met dressuuramazone en houding en zit specialist Barbara van den Broek. Deze keer bespreken we het rijden met gestrekte armen.
Paardrijden is een en al beweging. Het is als ruiter ontzettend belangrijk om alle bewegingen van je paard goed op te vangen en te laten doorvloeien in je eigen lijf. Je hand is stil ten opzichte van de paardenmond, de rest van je lichaam beweegt. “Dan pas kun je je hand mooi stil houden, om zo een fijn contact te krijgen met de paardenmond. En dat resulteert weer in een goede, stille aanleuning”, legt Barbara uit. “De vering in je armen kun je niet los zien van dit contact en om te kunnen veren, moet je je armen buigen.” Wat je vaak ziet als ruiters hun armen strekken, is dat ze de bewegingen van het paard niet kunnen laten doorvloeien in hun eigen lichaam, waardoor ze als het ware steeds een rukje aan de teugel geven. Vaak leidt dit tot een onstabiele aanleuning en kortere bewegingen van het paard.” Dit is een typische blokkerende werking van de hand en arm van de ruiter, omdat je dan niet één bent met bewegingen van je paard. “Ruiters die hun ellebogen niet goed buigen zitten vaak ook te ver voorover met hun bovenlijf”, gaat Barbara verder. “Het is niet de bedoeling om je handen zo laag en wijd te zetten dat je je ellebogen niet meer kunt buigen, als je je paard lang en laag naar beneden wil rijden. Vaak gaat je bovenlijf er dan nog achteraan en vervolgens veert er niets meer mee en is je balans ver te zoeken.”
Barbara benadrukt dat niet ieder elleboogprobleem dezelfde oorzaak heeft. Ze adviseert om eerst naar de stand van je schoudergordel te kijken. “De verende beweging die zo belangrijk is, komt zowel uit je schouder als uit je elleboog. Het is de combinatie van boven- en onderarm. Waar je goed op moet letten, is dat je schoudergordel recht op je wervelkolom rust, vanuit een rechte bovenrug”, vertelt ze. “Hierdoor ontstaat stabiliteit, waardoor je je armen ontspannen langs je lichaam kunt laten hangen. Je onderarm en de teugel moeten een rechte lijn vormen, van je elleboog tot aan de mond van je paard. Je kunt dit alleen goed doen met een lichte buiging in je ellebogen. Houd je vuist hierbij altijd rechtop.” Naast je schouders kan het probleem van rijden met gestrekte armen ook veroorzaakt worden door een te weinig rompstabiliteit of te veel spanning in de armen zelf. Barbara: “Met spanning in je armen kun je natuurlijk nooit goed meeveren. Let erop dat je niet gaat klemmen met je bovenarmen, maar laat ze los en ontspannen langs je romp hangen.”