150706150_ABFweb
150706150_ABFweb

Houdingsproblemen opgelost: Gestrekte armen

Nieuws

Een correcte houding en zit is heel belangrijk, dat weten we allemaal. Je paard kan alleen echt goed in balans lopen als jij hem niet in de weg zit. Maar ook al weet je best hoe het ideale plaatje eruitziet, het zelf helemaal perfect doen is best lastig. In deze nieuwe rubriek nemen we iedere maand een veelvoorkomend probleem in de houding op én naast het paard onder de loep met dressuuramazone en houding en zit specialist Barbara van den Broek. Deze keer bespreken we het rijden met gestrekte armen.



‘Paardrijden is een en al beweging’


Bewegingen opvangen


Paardrijden is een en al beweging. Het is als ruiter ontzettend belangrijk om alle bewegingen van je paard goed op te vangen en te laten doorvloeien in je eigen lijf. Je hand is stil ten opzichte van de paardenmond, de rest van je lichaam beweegt. “Dan pas kun je je hand mooi stil houden, om zo een fijn contact te krijgen met de paardenmond. En dat resulteert weer in een goede, stille aanleuning”, legt Barbara uit. “De vering in je armen kun je niet los zien van dit contact en om te kunnen veren, moet je je armen buigen.” Wat je vaak ziet als ruiters hun armen strekken, is dat ze de bewegingen van het paard niet kunnen laten doorvloeien in hun eigen lichaam, waardoor ze als het ware steeds een rukje aan de teugel geven. Vaak leidt dit tot een onstabiele aanleuning en kortere bewegingen van het paard.” Dit is een typische blokkerende werking van de hand en arm van de ruiter, omdat je dan niet één bent met bewegingen van je paard. “Ruiters die hun ellebogen niet goed buigen zitten vaak ook te ver voorover met hun bovenlijf”, gaat Barbara verder. “Het is niet de bedoeling om je handen zo laag en wijd te zetten dat je je ellebogen niet meer kunt buigen, als je je paard lang en laag naar beneden wil rijden. Vaak gaat je bovenlijf er dan nog achteraan en vervolgens veert er niets meer mee en is je balans ver te zoeken.”
‘De verende beweging die zo belangrijk is, komt zowel uit je schouder als uit je elleboog’

Oorzaken


Barbara benadrukt dat niet ieder elleboogprobleem dezelfde oorzaak heeft. Ze adviseert om eerst naar de stand van je schoudergordel te kijken. “De verende beweging die zo belangrijk is, komt zowel uit je schouder als uit je elleboog. Het is de combinatie van boven- en onderarm. Waar je goed op moet letten, is dat je schoudergordel recht op je wervelkolom rust, vanuit een rechte bovenrug”, vertelt ze. “Hierdoor ontstaat stabiliteit, waardoor je je armen ontspannen langs je lichaam kunt laten hangen. Je onderarm en de teugel moeten een rechte lijn vormen, van je elleboog tot aan de mond van je paard. Je kunt dit alleen goed doen met een lichte buiging in je ellebogen. Houd je vuist hierbij altijd rechtop.” Naast je schouders kan het probleem van rijden met gestrekte armen ook veroorzaakt worden door een te weinig rompstabiliteit of te veel spanning in de armen zelf. Barbara: “Met spanning in je armen kun je natuurlijk nooit goed meeveren. Let erop dat je niet gaat klemmen met je bovenarmen, maar laat ze los en ontspannen langs je romp hangen.”

Tips voor wie met gestrekte armen rijdt:



  • Word je bewust van de houding van je armen. Besteed veel aandacht aan het ontspannen van je armen, dan voel je dat het werkt je rijden te verbeteren. Het is een motorisch leerproces, daar is veel herhaling voor nodig.

  • Voel je dat je armen gespannen zijn en willen klemmen? Check dan of je schouderspieren ontspannen zijn door af en toe je schouders te ‘cirkelen’.

  • Check ook eens je teugellengte. Als je netjes met een knik in je ellebogen rijdt, moeten je handen en teugels net voor je zadel zijn, met een rechtopstaande vuist. Rijd je paard vanuit die houding.

  • De galop is een goede gang om het juiste gevoel te pakken te krijgen, omdat dit de grootste beweging is waar je arm in mee moet veren.

  • Wees je bewust van de inwerking van je hand. Als je handen en armen niet goed meeveren, blokkeer je je paard. Dit leidt vaak tot een slechte aanleuning, zoals een los-vast verbinding, een paard dat achter de teugel loopt of zich juist vastzet om de schokken op te vangen. Het ontspannen scharnieren in je ellebogen en veren in je schouders kan echt een opbaring zijn. Je krijgt er een veel makkelijker, lichter paard van.

  • Breng tijdens je training tussendoor je handen eens naar voren, richting de oren van je paard. Voel of je armen wel ontspannen zijn. Scharniert alles nog?

  • Probeer eens met je pinken de boom van het zadel te pakken. Als je dan gaat lichtrijden, moet je lichaam bewegen ten opzichte van je armen. Probeer licht te rijden ‘tussen je armen door’ en laat je handen niet mee op en neer gaan. Dan moet je wel veren en scharnieren in je ellebogen.

  • Let er ook op dat je beide armen evenveel buigt, zodat je gelijke druk hebt op twee teugels. Rijd je met één gestrekte arm? Vaak komt het probleem dan vanuit de romp. Zet je handen altijd op gelijke hoogte. Controleer dit niet alleen op een rechte lijn, maar juist ook in wendingen en zijgangen.

  • Je kunt controleren of je romp en dus je schouders gelijk staan, door je te kijken of jouw schouders evenwijdig staan aan de schouders van je paard. Draai dus ook in wendingen net zoveel mee in je romp als dat de schouders van je paard doen.