Doe de harmonica: rek- en strekoefeningen voor je paard

Wat is het nut van de oefening?

• Door zijn hals en rug te strekken, laat het paard de spanning in zijn spieren los. Wanneer je paard weer terug omhoog komt, loopt het soepeler en meer ontspannen.


• Door de verandering in lichaamshouding en balans komen de achterbenen van het paard gemakkelijker onder zijn lijf, wat helpt bij het verzamelen en het activeren van de achterhand.


• Doordat je paard zijn achterhand beter gaat gebruiken, gaat het met meer energie lopen. Dit kun je voelen: je paard ‘stuitert’ meer, komt langer van de grond, maakt zijn rug boller en wordt lichter in de hand.


• Je werkt aan een correcte aanleuning met licht teugelcontact.

Hoe voer je de harmonica uit?

1. Rijd in een voorwaarts tempo: sommige paarden hebben de neiging terug te vallen wanneer ze een langere teugel krijgen. Zorg dat je paard goed aan het been is en blijf drijven om een actief tempo te behouden.


2. Laat je paard de hals strekken: gooi de teugels niet los, maar vraag je paard met zijn neus naar beneden te gaan door geleidelijk iets meer teugel te geven. Blijf contact houden met de mond (of, als je bitloos rijdt: de neus) van je paard. Het is de bedoeling dat je paard de extra lente in de teugels ‘opvult’ door zijn hals te strekken. Gaat je paard hangen aan de teugels om meer ruimte te krijgen, geef daar dan niet aan toe; drijf aan om je paard voorwaarts te laten gaan en geef pas meer ruimte wanneer het weer ontspannen loopt.


3. Rijd zo een aantal passen: geef je paard de kans om een aantal passen zo ‘diep’ mogelijk met zijn neus over de grond te lopen. Vergeet niet te belonen wanneer dit goed gaat!


4. Neem de teugels weer op maat: net als bij het hals strekken is ‘geleidelijk’ hierbij het toverwoord. Wanneer je in één ruk je teugels weer aantrekt, ben je alle ontspanning die je zojuist hebt bereikt weer kwijt. Neem de tijd om je teugels weer op te pakken zodat je paard met dezelfde ontspanning blijft lopen als bij het halsstrekken. Blijf wel om een actief tempo vragen, zodat je paard niet terugvalt wanneer het druk op de teugels voelt.


5. Terug naar stap 1: hoe vaker je deze oefening herhaalt, hoe soepeler je paard zal lopen.