Jan Enne
Jan Enne

Instructeursblog: Goed paardrijden begint met goed zitten

Nieuws

Dressuur gaat vooral over ritme en balans. Als je dat verstoort, gaat dit ten koste van de beweging. Ik hamer dan ook iedere les op het meezitten in de beweging van je paard. Goed paardrijden begint dus met goed zitten.

[caption id=”attachment_58663” align=”alignright” width=”237”] Instructeur en jurylid Jan Enne Kloosterboer[/caption]


‘Ik noem mezelf een ruitertrainer’



Ik noem mezelf een ruitertrainer. Ik let bij het gaan van het paard namelijk heel veel op de ruiter, want via de ruiter hoop ik en kan ik het paard beter maken. Ook als jurylid zie ik regelmatig hoe belangrijk het is om de beweging van het paard te volgen. Immers, als een paard bijvoorbeeld in het zweefmoment in draf wordt gestoord, dan zal hij onmiddellijk weer een diagonaal benenpaar op de grond zetten om zijn balans te bewaren. Dan wordt de draf dus korter en het cijfer voor dit onderdeel lager. Natuurlijk maakt de ruiter het verschil en daarom is het zo mooi dat er meer en meer ruiters en amazones aan ruiterfitness doen. Dat dit een hype aan het worden is, is volgens mij alleen maar gunstig. Behalve een fit lijf ligt hier ook de nadruk op balans- en coördinatie training. Alleen als de ruiter fit is, kan hij werken aan een onafhankelijke zit, in balans zitten, meegaan in de beweging en zo zijn paard optimaal laten lopen omdat het niet in zijn beweging wordt gestoord.
‘Wil je een betere schouderbinnenwaarts, werk dan eerst aan een betere draf’

Het rijden van een (dressuur)proefje is meer dan het tonen van de kunstjes die je je paard hebt aangeleerd. Het is het tonen aan de jury hoe ver je bent gekomen met de africhting (training) van je paard. Men vergeet dat de jury altijd eerst kijkt naar het goed en correct gaan van het paard en pas daarna of de oefening correct is uitgevoerd. Het komt allemaal neer op een goede en brede basis. Als je daar iets niet voor elkaar hebt, kom je in een later stadium onherroepelijk in de problemen. Het is eigenlijk heel eenvoudig: wil je een betere schouderbinnenwaarts, werk dan aan een betere draf. Wil je een beter changement, leer je paard dan beter galopperen. Dit kan alleen als ook in deze oefeningen de ruiter meezit in de beweging en zijn paard niet stoort. Dat is wat ik als instructeur altijd nastreef; de basis. Hoe breder de basis, hoe hoger rijkt de top. Maar dat kost natuurlijk tijd en niet iedereen neemt daar tijd genoeg voor. We willen allemaal graag zo vlug mogelijk starten en dan ook op een zo hoog mogelijk niveau. In de zwaardere proeven zie ik vaak dat men dan nog wel de kunstjes beheerst, maar rijkunstig nog te weinig kwaliteit toont. En daar gaan velen in de fout.
‘Hoe breder de basis, hoe hoger rijkt de top’

Veel ruiters willen hun paard graag voorstellen met expressie. Dat wordt echter vaak vertaald in het rijden van een (te) hoog tempo. Dit heeft tot gevolg dat paarden over hun eigen tempo de proef doorrennen in plaats van gedragen en verzameld. Er worden dan vaak teveel en tegenstrijdige hulpen gegeven waardoor ik soms denk: ‘Zou het paard dit nog begrijpen?’ Als jurylid jeuken dan mijn handen om niet onmiddellijk te beginnen met aanwijzingen voor die combinatie. Soms zijn het heel kleine dingen die ineens veel verbetering geven. Het rijden in het juiste tempo, met vaak veel minder hulpen, is er daar een van. In mijn lessen probeer ik altijd het paard in een tempo te laten lopen waarin het in balans loopt. Vanuit die balans, wanneer je bijna niks hoeft te doen, verkrijg je de zo gewenste ontspanning. En alleen een ontspannen paard is ontvankelijk voor kleine hulpen. Ongedwongenheid, daar streven we naar. Het moet er uitzien alsof het makkelijk gaat en zo moet het uiteindelijk ook voelen voor de ruiter. Bovendien kan ik dan als jurylid écht genieten van een proef.






[handwritten]Jan Enne Kloosterboer is instructeur, coach en jurylid met een bevoegdheid tot en met Grand Prix-niveau. Daarnaast leidt hij juryleden op. [/handwritten]

janenne