161121313_ABFweb
161121313_ABFweb

Uitbreekgedrag: ‘Ondernemen zit paarden in het bloed’

Nieuws

Waarom breken paarden uit? Gedragswetenschapper Machteld van Dierendonck weet het antwoord. “Het zit paarden in de natuur. Ze willen exploreren, nieuwe dingen ontdekken, dat vergroot hun overlevingskansen. Daarom is het gras aan de andere kant van het hek altijd groener.”


Wat voor omheining je ook om een wei zet, je hebt altijd kans dat je viervoeter een mogelijkheid ziet om eruit te komen. Van Dierendonck vertelt dat er verschillende redenen kunnen zijn waarom je je paard niet op de plek terugvindt waar je het hebt achtergelaten. “Het kan zijn dat ze de mogelijkheid hebben genomen om weg te gaan. Het hek is bijvoorbeeld niet goed dicht. Dan gaan de paarden op onderzoek uit. Maar het kan ook zijn dat er iets plotseling gebeurt dat een schrikreactie oproept. En wat doet een paard als het schrikt? Dan rent het weg.”

Roofvogel


Volgens de gedragswetenschapper kunnen paarden van verschillende dingen schrikken. Zo maakte ze zelf pas mee dat er jonge koeien van een nabijgelegen veehouder waren uitgebroken en bij haar paarden de wei in waren gerend. “Dan staat de boel wel even op stelten als er een kudde pinken plots tussen de paarden staat.” Volgens haar kunnen het ook kleinere dingen zijn, die je als paardeneigenaar niet meteen opmerkt. “Paarden kunnen schrikken van een loslopende hond die ineens door de wei rent, of twee vechtende vossen, een roofvogel die toevallig een duikvlucht vlak over de oren van je paard maakt of een plastic zak die voorbij waait, of een hete luchtballon waar de brander aangaat.”

Te weinig eten


Het kan ook voorkomen dat er te weinig eten op de wei staat. “Paarden en pony’s hebben latrines, plekken in de wei waar ze mesten. Dat gras eten ze om verschillende redenen niet, daar moeten mensen zich wel van bewust zijn. Soms is daardoor slechts de helft van de oppervlakte van de wei eetbaar voor paarden. Als je paard honger heeft en er is gras aan de andere kant van het hek, dan gaat het daar naartoe.” Volgens Van Dierendonck is daarom ook goed om je wei dagelijks of minimaal wekelijkst uit te mesten (of schapen mee te weiden).

Sociaal contact


Dat paarden ondernemend zijn, is niet uniek in de dierenwereld. “Alle dieren gaan op onderzoek uit, dat doen ze om te overleven. Het hoort bij hun natuurlijke behoeftes. Mensen doen hetzelfde: als ze opgesloten zijn, willen ze graag ontsnappen.” Het is niet zo dat paarden alleen op zoek naar eten gaan. “Ze kunnen ook op zoek gaan naar sociaal contact. Merries die hengstig zijn, kunnen in die periode ook gevoeliger zijn om uit te breken. Ze willen dan bijvoorbeeld naar een hengst toe die iets verderop staat. Dus het hoeft niet altijd een hengst te zijn die naar een merrie wil, het kan ook andersom.”

Volhardend


Volgens Machteld van Dierendonck heeft geslacht, type of grootte van een paard niets te maken met de mate van ontsnappingsdrang. Het is volgens haar wel zo dat het ene paard gewoon wat inventiever en volhardender is in het uitvogelen hoe bijvoorbeeld sluitingen en knopen open gemaakt kunnen worden. “Ik heb zelf een merrie die ik ervan verdenk dat als ze de klik van het hek niet hoort, ze gericht naar het hek loopt en gaat friemelen om het open te krijgen. Bij dit hek hoor je namelijk altijd een klik als het goed dicht zit.”

Goede voorzieningen


Alles hangt volgens Van Dierendonck ook ervan af of de voorwaarden binnen de omheining goed zijn. “De beste omheining is ervoor zorgen dat het binnen in de wei goed is. Dus voldoende eten, voldoende afleiding, sociaal contact, voldoende zout, beschutting en vers water. Als je zorgt dat dat er allemaal is binnen je omheining, maakt de soort omheining niet zoveel meer uit. Soms is het even uitzoeken wie er met wie en naast wie in de wei kan en als ze aan een houten omheining gaan eten, dan hebben ze dus ergens een tekort, mogelijk aan vezels of uitdaging, dus geef ze dan takken bij daar mogen ze wel aan knagen. De grootte van het gebied waarin je paard loopt maakt ook wel uit: loopt het in een gebied van meerdere hectares groot, dan heb je minder risico dat een paard door de omheining gaat, dan in een kleine paddock. In het laatste geval moet je een ander soort omheining hebben.”

Welke omheining


Van Dierendonck kent een voorbeeld van een pony die zo graag op onderzoek ging, dat hij wist hoe het wildrooster van het natuurgebied waarin hij leefde, kon passeren. “Hij lustte graag boerenkool uit de moestuinen van de boerderijen, maar het betekende wel dat hij steeds op de openbare weg liep. Dat ging dus niet meer. Die pony hebben we samen met een andere pony die ziek geweest was, in beter afgesloten stukken gezet.” Als je zoekt naar een goede omheining, moet je volgens Van Dierendonck in elk geval kiezen voor iets dat goed zichtbaar is voor de paarden. “Liever geen groen schrikdraad, want dat zien ze waarschijnlijk slecht.” Een houten omheining is goed zichtbaar, maar  als ze erdoor heen gaan, kan het gaan splinteren. Dus je wil ook een omheining waar ze zo min mogelijk beschadiging van krijgen als ze er doorheen gaan. Daarom is prikkeldraad uit den boze. Glad ijzerdraad is ook niet fijn. Een kunststofomheining is ook wel goed, maar je wil een paard ook niet uitnodigen om erdoor te gaan, dus dan biedt schrikdraad misschien een uitkomst.”

Houdini’s


Tot slot een filmpje van een paar echte Houdini’s. Hoezo stomme ezels?


Breekt jouw paard ook wel eens uit de box of de wei? En wat doe je daaraan?


Bron: Facebook Paradase onlus - Il mondo a passo d’asino