proef
proef

Wat wil de jury graag zien in een B & L-proef?

Nieuws

Jij wilt toch ook weten wat de jury graag wilt zien in een dressuurproef op B en L-niveau? Marlon van Wissen, dressuurtrainster en jurylid tot en met de Grand Prix, geeft je tips om je perfecte proef te rijden.


“De B en L-proeven bestaan uit lange lijnen en genoeg tijd voor overgangen. Deze klassen zijn erop gemaakt dat je goed naar voren kunt rijden”, legt jurylid Marlon van Wissen uit. “Gebruik deze lagere klassen om je paard het vertrouwen te geven in de ring en te zorgen dat hij zich niet afsluit voor de hulpen. Leer het paard actief naar voren te lopen en zichzelf te presenteren. Voldoende impuls komt ook ten goede aan de takt & regelmaat van de bewegingen van het paard en kan ook zorgen voor een beter aanleuning.”

Aanleuning


In de klasse B ziet Marlon graag een soepele ontspannen verbinding, in de L mag het paard het liefste wat meer afgebogen lopen. “Hierbij is het belangrijk dat het paard actief en ontspannen door het lichaam beweegt en ook hals en kaken ontspant. Je hoeft je paard nog niet te hoog in te stellen, er wordt immers nog geen verzameling gevraagd.”

Overgangen


“Je hebt in de klasse B en L nog veel tijd om je overgangen te rijden, gebruik deze tijd ook. Bereid je overgangen netjes voor en overval je paard niet. Het is belangrijk dat je overgang vloeiend is en dat het een constant beeld geeft. Rijd een overgang actief naar voren.” Marlon ziet in de praktijk vaak dat een ruiter aan gallopeert en vervolgens in een heel langzame galop rondgaat in de baan. “Ik zie liever dat een combinatie gelijk actief wegrijdt, soepel in het lichaam en ontspannen is”, aldus Marlon.

Halsstrekken


“Het halsstrekken is voor de jury erg belangrijk om te zien of het paard goed de hand volgt, en of hij de rek wil maken in de bovenlijn (rug & halsspieren oprekken). Ook kan de jury tijdens het halsstrekken goed zien hoe de ruiter het paard schoolt. Helaas zien we ook in de hogere klassen paarden die moeite hebben om de bovenlijn te rekken en de hals op lengte te brengen.” Marlon vindt het een hele goede zaak dat het halsstrekken tot en met de Z gevraagd wordt. “Dit als controle of het paard goed over de rug wil blijven en of het paard de bovenlijn willen oprekken. Hoe beter het paard over de rug loopt, hoe meer souplesse.”

Ontspanning


Veel ruiters willen er te veel aan rijden, omdat ze bang zijn om fouten te maken. Marlon: “Hierdoor gaan de ruiters zich te veel spannen in hun lichaam wat vaak ten koste gaat van de souplesse (het door het lichaam zijn), voorwaartse drang en de nageeflijkheid. Gebruik de lagere klassen om je bewust te worden van je eigen lichaam en te ontspannen en je paard de ruimte te geven zich actief en soepel te bewegen. De focus op je eigen lichaam is heel belangrijk, zodat je kunt ontspannen en mee kunt zitten in de beweging. Je hebt alle tijd om je hierop te focussen, omdat de oefeningen nog niet zo snel achter elkaar komen. En dit kun je later mee nemen in de hogere klassen.”

Bron: Bitmagazine.nl