151005130_ABFweb
151005130_ABFweb

Drie veelvoorkomende, rij-gerelateerde gebitsproblemen

Nieuws

Loop je bij het rijden tegen problemen aan? Heb je al van alles uitgezocht en de oplossing nog niet gevonden? Denk dan eens aan eventuele gebitsproblemen. Niek Jansen en Evy de Brabander van Paardentandarts Jansen zien in de praktijk een drietal veelvoorkomende gebitsaandoeningen die voor problemen kunnen zorgen bij het rijden.



Het bit niet fijn aannemen


Alle paarden kunnen ze hebben: jong, oud, hengst, merrie of ruin. Het kan ook zijn dat je paard ze niet heeft (of krijgt). Rara, waar gaat dit over? Wolfstanden. Dit zijn zogenaamde eerste premolaren of valse kiezen. Niek Jansen adviseert ze te laten verwijderen voordat het paard wordt beleerd: “Wolfstanden hebben tegenwoordig geen functie meer en zitten eigenlijk altijd in de weg als je een bit in doet. Belangrijk is dat het weghalen goed en volledig gebeurt. Vaak zien we dat de wolfstanden zijn afgebroken of er niet volledig zijn uitgehaald. Vroeg of laat geeft dit problemen. Er ontstaan puskanaaltjes of onrustig tandvlees. Wolfstanden die goed zijn verwijderd, komen niet meer terug. Heb je een paard dat bij het rijden het bit niet goed aanneemt, een los-vast verbinding heeft of zelfs schudt met zijn hoofd? Dan kan het zijn dat je paard last heeft van (afgebroken) wolfstanden.” Let op: er kunnen ook andere oorzaken aan ten grondslag liggen.

Spanning in het wanggebied


Een ander probleem dat Jansen vaak ziet, zijn scherpe randen, haken of (glazuur)punten in het gebit die in de wangen van het paard prikken. Deze kunnen ontstaan afhankelijk van hoe paarden hun gebit gebruiken en afslijten. Doordat de scherpe punten of randen pijn doen, ontstaat er spanning in het wanggebied. Op langere termijn kan dit resulteren in problemen in het kaakgewricht. Je kunt dit herkennen aan paarden die de kaken strak houden of boos worden als je de neusriem aantrekt. Vaak zijn paarden met haken niet zo ‘smakelijk’ in de mond zijn. Dat wil zeggen; ze kauwen niet lekker op het bit, hebben een droge mond en soms komt er zelf wat bloed aan te pas. Jansen ziet ook wel paarden die nergens op reageren, dus het wil niet zeggen dat er geen haken of scherpe randjes zijn, als ze deze symptomen niet vertonen.

Balans- en stuurproblemen


Heb je een paard dat het liefst achter de loodlijn loopt en niet erop, zoals we dat het liefste zien? Dan kan het zijn dat het gebit geen goede balans heeft. Bijvoorbeeld omdat er één of meerdere kiezen te hoog zijn waardoor de bovenkaak niet goed past op de onderkaak. Omdat de kiezen niet goed op elkaar passen, kan de onderkaak niet vrij bewegen ten opzichte van de bovenkaak. Dit kan horizontale balansproblemen geven maar ook laterale balansproblemen. Als er bijvoorbeeld een kies te hoog is aan de linkerkant (of bij een wolfstand aan de linkerkant), zal het rechtsom rijden met het paard problemen kunnen geven.

Oplossing


Denk dus bij rij-gerelateerde problemen ook aan het raadplegen van een paardentandarts. Om problemen te voorkomen, is het goed om het gebit van jouw paard van jongs af aan jaarlijks te laten controleren en onderhouden door een gekwalificeerde paardentandarts. Het beste is het om daarmee te beginnen zodra je wat met het paard gaat doen. Voor de meesten zal dit zijn als het paard 3 jaar is. Daarmee zorg je ervoor dat de wisseling goed verloopt, dat wolfstanden worden opgemerkt,  het gebit goed in balans blijft en voorkom je gebitsproblemen bij het ouder worden. Heeft je paard eetproblemen, ook op jongere leeftijd, raadpleeg dan sowieso een paardengebitsverzorger/dierenarts.

Bron: bitmagazine.nl

Meer gebitsweetjes:


De mond van binnenuit