Afbeelding

TREC rijden; wat houdt dit in?

Nieuws

TREC, misschien heb je er al wel eens van gehoord, maar wat houdt het nu precies in en hoe begin je er mee? En voor wie is het geschikt? De Nederlandse Hippische Activiteiten Vereniging, ofwel NHAV, organiseert allerlei leuke activiteiten, waaronder TREC.


TREC komt oorspronkelijk uit Frankrijk en staat voor Technique de Randonnée Equeste de Compétition. Dit betekend letterlijk competitieve ruiter trektocht technieken. Tijdens een TREC wedstrijd moeten paard en ruiter laten zien dat ze elke klassieke trektocht situatie aankunnen. De ruiter moet het vertrouwen van zijn paard winnen, zodat deze de opdrachten uitvoert die van hem verwacht worden.
TREC club Nederland is de officiële vereniging en aangesloten bij de FITE. De vereniging is daardoor de enige vereniging voor TREC in Nederland die erkend wordt door de FITE. De licentie van de FITE maakt het mogelijk voor leden van de vereniging om ook te starten op Buitenlandse TREC wedstrijden.

Wedstrijden


Een TREC wedstrijd bestaat uit drie onderdelen, de POR, de MA en de PTV. Je begint de wedstrijd met 460 punten, bij alle drie de onderdelen kun je strafpunten krijgen. Het is dus de bedoeling aan het einde van de wedstrijd zoveel mogelijk punten over te hebben.

Er zijn wedstrijden op verschillende niveaus. De kennismakingsklasse, T1, is voor beginnend TREC ruiters die nog geen lid zijn van een vereniging. Hierna volgt de T2, deze klasse is van gelijkwaardig niveau, maar voor ruiters die wel lid zijn van een vereniging. In de klasse T3 wordt het niveau opgevoerd en worden de hindernissen moeilijker. Als laatste nationale klasse is er nog de T4. Wanneer je begint met wedstrijden, start je dus in de T1 of T2. Er is echter geen verplichte promotie.

POR


[caption id=”attachment_72701” align=”alignright” width=”402”] Het rijden van een POR in equipe[/caption]

De wedstrijd begint met de POR, Parcours d’Orientation et de Regularité. Dit is een oriëntatierit met voorgeschreven snelheden. De lengte en snelheid van deze rit, zijn afhankelijk van de klasse waar je in start. In de klasses T1 en T2 mag je deze rit in equipes van twee tot drie ruiters afleggen.

De route van de rit staat niet aangegeven met bewegwijzering. Twintig minuten voordat je start krijg je een zogenaamde moederkaart. Hierop staat de route die je moet rijden aangegeven. Bij deze kaart krijg je ook een blanco versie. Je moet hierop zelf de route overtekenen. Een precies werkje wat enige concentratie vereist. Teken je de route verkeerd op je kaart en rij je dus verkeerd, dan kost je dit strafpunten.

Terwijl jij de route overtekend, staat je paard netjes buiten bij een aanbindplaats te wachten. Wil je paard niet in zijn eentje wachten, zorg er dan voor dat er iemand is die jouw paard kan vasthouden. Wordt je paard lastig terwijl jij je kaart aan het tekenen bent, wordt je opgehaald en moet je hem weer rustig zien te krijgen. De twintig minuten die je hebt om je kaart in te tekenen lopen echter gewoon door, de tijd die je dus gebruikt om je paard te kalmeren ben je kwijt.

Wanneer de twintig minuten voorbij zijn is het tijd om te vertrekken. Je zoekt onderweg dus zelf de juiste route op met de kaart. Doe je dit goed dan kom je verschillende controleposten tegen. Mis je controleposten, of kom je via een verkeerde route aanrijden, dan kost je dit opnieuw punten.

MA


Je hebt de POR voltooid en gaat door naar het volgende onderdeel van de wedstrijd, de MA ofwel Maîtrise des Allures. De MA is een gangenbeheersingsproef. Het test of de ruiter controle heeft over de gangen van het paard. De MA wordt gehouden op een pad van ongeveer twee meter breed en 100 tot 150 meter lang. Het is de bedoeling op de heenweg zo langzaam mogelijk te galopperen en op de terugweg zo snel mogelijk te stappen.

Hoe langzamer je galoppeert, des te minder strafpunten je krijgt. Doe je dit perfect, dan houdt je de volle 30 punten die je op dit onderdeel kunt verdienen. Voor de stap geldt hetzelfde. Hoe sneller je stapt, hoe meer punten je overhoudt.

[caption id=”attachment_72702” align=”alignleft” width=”365”] Je paard moet tien seconden stil blijven staan binnen de aangegeven cirkel. Je mag hierbij niet je teugels vasthouden.[/caption]

PTV


Als laatste onderdeel van de TREC rijdt je de PTV, ofwel de Parcours en Terrain Varié. Dit is een behendigheidsparcours. De organisatie van een wedstrijd kan kiezen uit zo’n 35 verschillende soorten hindernissen. De hindernissen zijn zo natuurlijk mogelijk, zoals het springen van een boomstam en het openen van een hek. Maar bijvoorbeeld ook het perfect laten stilstaan van je paard, een labyrint doorlopen, door het water stappen of onder laaghangende takken door rijden.

[caption id=”attachment_72703” align=”alignright” width=”237”] Onder laaghangende takken door rijden. De hoogte van de takken wordt bepaald door de schofthoogte van je paard. Doe je deze oefening in galop, dan verdien je de meeste punten.[/caption]

Bij iedere hindernis mag je zelf bepalen of je deze in stap, draf of galop doet. Maar bij sommige hindernissen kun je in een vooraf bepaalde gang meer punten verdienen. Daarnaast kan worden aangegeven dat je een hindernis aan de hand moet afleggen.

Wil je een hindernis liever niet doen, dan mag dit. Je wordt niet gediskwalificeerd, maar krijgt ook geen punten.

Startkaart


Wil je nu zelf meedoen aan een TREC wedstrijd? Dat is natuurlijk mogelijk! Wanneer je de sport eerst uit wilt proberen heb je geen startkaart nodig en hoef je ook nog niet lid te zijn van een vereniging. Je mag maximaal drie keer (waarvan twee keer in één jaar) starten zonder startkaart. Lees voordat je meedoet wel goed alle reglementen door.

Wanneer mag je meedoen?


Om mee te doen aan een TREC wedstrijd heb je in het begin dus geen startkaart nodig. Er zijn echter wel een aantal regels verbonden aan wanneer je mee mag doen. Zo moet je paard minimaal vijf jaar oud zijn, een paspoort hebben en gechipt en correct gevaccineerd zijn. Daarnaast moet je paard een schofthoogte van minimaal 1.30m hebben. Afstamming en ras van het paard maken niets uit. Je ziet dan ook veel verschillende rassen tijdens TREC wedstrijden.

Als ruiter moet je minimaal zestien jaar zijn om individueel mee te kunnen doen. Vanaf twaalf jaar mag een ruiter al wel in equipe meerijden, als deze wordt begeleid door iemand van achttien jaar of ouder. Minderjarigen moet wel een toestemmingsformulier laten tekenen door hun ouders.

Oefenen


[caption id=”attachment_72707” align=”alignleft” width=”366”] Het springen van een boomstam is ook een voorkomende oefening bij de PTV.[/caption]

Wanneer je enthousiast bent geworden over de TREC wil je misschien wel eerste een keer oefenen voordat je aan een wedstrijd meedoet. Er worden door heel Nederland verschillende cursussen en lessen aangeboden. Kijk bijvoorbeeld eens op trec-lessen.nl. Voor meer info over de TREC Club Nederland, kijk dan hier.

Bron: Bitmagazine.nl
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding