De Kruising: Belgisch trekpaard x American Quarter Horse

16 april 2017, 00:00 Nieuws

Je paard is een allegaartje en eigenlijk kan niemand raden wat het is. Of je hebt een kruising met rassen waar nog niet veel mensen van gehoord hebben, bijvoorbeeld een Morgan maal Azteca. Bit neemt deze niet alledaagse kruisingen onder de loep. We vragen ons af: wat zie je terug (van misschien wel het allegaartje) aan rassen in je paardje?

De Kruising:

Belgisch trekpaard x American Quarter Horse

Naam: Nina

Geslacht: merrie

Stokmaat: 1.60 m

Kleur: bruinschimmel

“Mooi is niet de juiste omschrijving voor Nina. Ze is indrukwekkend. Ook al is ze maar 1.60 m, ze oogt echt heel groot.” En daarom is de 10-jarige Nina ook zo geschikt voor de ruim 1.80 m lange Mart van der Lee (17). Hij zocht een braaf recreatiepaard. Zijn moeder zag Nina vorig jaar oktober op Marktplaats en ze leek te voldoen aan hun eisenpakket: een paard dat geschikt is voor een beginner, dat buiten braaf is en groot genoeg is voor Mart. Ze gingen kijken en Nina voldeed aan alle voorwaarden.

Staken

Er was een ding: Nina wil absoluut niet lopen in een bak. Dat is dan ook de reden dat ze al meerdere eigenaren gehad heeft. Voor Mart is het geen probleem, want hij rijdt alleen maar buiten met haar. Wat ze dan doet in een bak? “Stilstaan. Ze staakt gewoon en gaat niet meer vooruit.” Met een strenge winter krijgt ze gewoon vrij. Ze heeft een stal met uitloop. Op buitenrit is ze wel gewoon braaf en kan Mart alles met haar.

“Ze heeft een heel koel karakter en is geschikt voor een wat stevigere ruiter”

Vol energie

Afgelopen winter heeft ze twee maanden stil gestaan en daarna kon Mart gewoon weer opstappen en wegrijden. Hij moet wel altijd rekening houden met haar energie. “Nina moet eerst altijd even los voordat ik ga rijden. Dan gaat ze tekeer als een wild paard. Ze rent heel hard, bokt en maakt grote sprongen, maar daarna is er niets meer aan de hand.”

Uiterlijk

Maar dan die kruising: Belgisch trekpaard maal Quarter. Daar hadden Mart en zijn familie nog nooit van gehoord. Ze waren er dan ook niet specifiek naar op zoek. Ze weten ook niet meer dan dat Nina een product van deze kruising is. Maar of nou haar vader of haar moeder een trekpaard is, daar kunnen ze alleen maar naar gissen. Qua uiterlijk heeft ze het meeste weg van een Belgisch trekpaard, maar dan zonder de sokken. “Ook de chronische mok waar dat ras meestal last van heeft, heeft ze niet.”

Karakter

Haar gangen zijn vrij kort, dat kan van een Quarter zijn. En qua karakter heeft ze misschien wel het beste van beide kanten: ze heeft pit, maar als je ermee gaat rijden is ze ontzettend braaf. “Ze is heel relaxed. De hoefsmid zegt ook dat ze het schoolvoorbeeld is van een paard met een vriendelijke oogopslag.”