zadel
zadel

Hoe een voorgevormd zadel voor problemen kan zorgen

Nieuws

Een voorgevormd zadel, de één zweert erbij terwijl de ander er niet aan moet denken. Wat is in jouw situatie de beste optie? En tegen welke beperkingen loop je mogelijk aan als je kiest voor een voorgevormd zadel? Paulette Zorn, Bowen-therapeut en instructeur, vertelt over de consequenties.


Iedereen die een paard heeft en rijdt herkent vast het bekende zadelprobleem. Het vinden van een zadel dat goed past op de rug van het paard en waar je zelf fijn in zit, dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. Eigenlijk praktisch onmogelijk dus. Paulette vertelt dat het vinden van hét zadel mogelijk nog een tikkeltje lastiger is dan je al denkt. Mocht je het voorgevormde zadel tot jouw favoriete zadel rekenen, dan is het goed om stil te staan bij de waarom-vraag.

Beperking in bewegingsvrijheid


Met een voorgevormd zadel wordt een zadel met een diepe zit bedoeld, een hoge lepel en veel wrong. Het zijn de zadels waarin je zit als een huis. Je kunt geen kant meer op. En dat wordt vaak als belangrijke reden genoemd waarom ruiters graag zo’n zadel willen hebben. Maar is dit eigenlijk wel zo positief? Paulette: “Een voorgevormd zadel beperkt je bewegingsvrijheid, omdat je in een bepaalde houding wordt gezet. En het is maar de vraag of die houding eigenlijk wel past bij de ruiter en het paard.

Onmogelijke houding


Paulette is er duidelijk in: “Van een sterk voorgevormd zadel kun je als ruiter lichamelijke klachten krijgen. Dat komt doordat je als ruiter in een houding wordt gezet die anatomisch niet klopt bij jouw natuurlijke houding.” Jammer genoeg blijken ruiters zich hier te weinig van bewust te zijn. Paulette geeft direct aan dat dit zeker niet de schuld is van de ruiters, omdat instructeurs en juryleden vaak aan andere punten aandacht schenken. “De tenen moet naar binnen, de knieën moeten aan het paard en de hakken moeten worden uitgedrukt. Je wordt in een onmogelijke houding gezet, waarbij je moet voldoen aan een bepaald plaatje. Je hoort vaak dat je recht in het zadel moet zitten volgens een bepaalde lijn. Vergeten wordt dat het op die manier niet meer mogelijk is om het paard te geven wat hij nodig heeft.” Een mogelijk gevolg? Ze vertelt dat ze heel vaak onregelmatig lopende paarden treft als gevolg van een verkeerde zithouding van de ruiter. Maar ook miscommunicatie is een belangrijk gevolg. Je paard kan de rug wegdrukken of verkort gaan lopen. Hierin spiegelt het paard precies wat jij met je houding aangeeft, terwijl je je hier niet bewust van bent.

Stelling en buiging


Het geven van de juiste hulpen wordt ook bemoeilijkt. Ze geeft een voorbeeld: “Het ene paard heeft het dikste gedeelte van de buik wat meer naar voren liggen en het andere paard juist meer naar achteren. Naar mijn mening moet je been liggen op het dikste gedeelte van het paard, omdat je zo de buik van binnen naar buiten kunt rijden. Als je de buik naar buiten kunt duwen, dan kun je het paard laten buigen om je been. Daardoor heb je heel weinig teugelhulp nodig het dier in een buiging of stelling te krijgen. Als je in een voorgevormd zadel zit en je benen worden ergens neergelegd door de vorm van het zadel, dan is het maar de vraag of hij op het dikste gedeelte van de buik ligt.” Dat betekent dat je veel harder moet werken.

Hypermobiel


Is ze dus pertinent tegen het gebruik van sterk voorgevormde zadels? Nee, dat niet. Ze is in bepaalde gevallen juist wel een voorstander van het gebruiken van voorgevormde zadels, zoals wanneer je grote moeite hebt met het bewaren van je balans. Dat geldt met name voor ruiters die hypermobiel zijn. En daar zijn er volgens haar best veel van in de paardenwereld. Als Bowen-therapeut komt ze er zelf ook veel tegen. Het zijn de mensen die ‘een beetje lening zijn’, zoals ze dat zelf vaak aangeven. Het zijn de mensen die moeiteloos hun benen achterin hun nek kunnen leggen. Dat klinkt misschien leuk, maar kan voor beperkingen zorgen tijdens het paardrijden. “Als je hypermobiel bent, dan heb je moeite om jezelf te stabiliseren. Instabiliteit is een bekend kenmerk van hypermobiliteit. Je ziet wel eens ruiters met klapperende benen met knieën en enkels die heen en weer worden geslingerd. Betreft het een hypermobiele ruiter, dan kan hij juist profijt hebben van het gaan rijden in een voorgevormd zadel. Daardoor wordt de balans hersteld. Ik vind dit soort zadels dus niet per definitie niet goed. Het heeft echt met de ruiter als individu te maken.”

Bron: Bitmagazine.nl