Paardrijden met een maatje meer?
Nieuws
Net als binnen de gewone maatschappij neemt ook het aantal mensen met overgewicht in de paardensport toe. Dat leidt tot een aantal dilemma’s. Pas je nog wel op je paard of ben je te zwaar? En ben je dan eerlijk genoeg om de knoop door te hakken en te stoppen met rijden? En wanneer ben je eigenlijk te zwaar om paard te rijden?
Overgewicht bij mensen, ofwel obesitas, is een zeer gevoelig onderwerp en wordt druk op fora bediscussieerd. Vanuit wetenschappelijk perspectief is het laatste woord over de oorzaken van obesitas nog niet gezegd. Keer op keer verschijnen er publicaties waaruit blijkt dat niet alleen te veel eten tot overgewicht bij mensen leidt of kan leiden, maar ook bijvoorbeeld het overmatige gebruik van antibiotica aan kinderen.
Oorzaken
In de zeventiger en tachtiger jaren vorige eeuw werden aan kinderen zelfs preventief antibiotica verstrekt en dat zou tot een obesitas-aanleg in hun volwassen leven leidden. Dat weten we nu, toen niet. En zo kan je het rijtje oorzaken blijven aanvullen: te weinig bewegen omdat je je geld in een kantoorbaan of al autorijdend moet verdienen tot beknibbelen op je huishoudbudget waardoor je geneigd bent goedkoop voedsel te eten. Misschien wel om die lang gekoesterde wens, dat paard, te kunnen onderhouden. In goedkoop voedsel zitten in de regel meer vetten en suikers waar je dik van wordt. Dan hebben we de eventuele genetische aanleg en de psychische oorzaken nog buiten beschouwing gelaten…
Lekker eten laat een zogenoemd genotshormoon in onze hersenen vrijkomen en wie niet goed in zijn vel zit, voelt zich voor een momentje beter na een schaaltje calorierijke bonbons. Obesitas-oorzaken bij mensen zijn te talrijk en te gedifferentieerd om ze in één artikel op te noemen en (helaas) nog niet allemaal bekend. Maar eigenlijk doet dat er ook niet toe want als je wilt paardrijden, telt alleen het welzijn van het paard.
Waarheid in het midden
In de discussies op de fora valt het op dat mensen met overgewicht veel excuses aanvoeren om hun extra kilo’s te verklaren. Vaak worden ook argumenten benoemd die een te zware belasting in het zadel vergoelijken. Iemand met een normaal postuur die zijn paard in de beweging niet kan volgen en in of uit het zadel stuitert, zou meer schade aanrichten dan een ruiter met overgewicht die wel correct rijdt. De waarheid ligt weer ergens in het midden en diezelfde waarheid valt of staat met je eigen objectieve waarneming.
Onderzoeken
Tot heden zijn er nauwelijks wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar overbelasting van paarden ten gevolge van te zware ruiters en amazones. De Universiteitskliniek voor Paarden in Utrecht laat weten dat bij de medewerkers en betreffende hoogleraar wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp niet bekend zijn. In de pers werd de afgelopen jaren gerefereerd aan een onderzoek van de Staatsuniversiteit van Ohio (2008) waar stress- en pijnindicatoren bij paarden voor, tijdens en na het dragen van vijftien, twintig, 25 of dertig procent van hun lichaamsgewicht werd gemeten.
De training duurde 45 minuten. Zodra de twintig procentgrens werd overschreden, kregen de paarden spierpijn. Boven de 25 en dertig procent van het paardenlichaamsgewicht werden daarnaast een hogere hartslag, ademhaling en temperatuur waargenomen. De bevindingen kwamen overeen met een standaard van de Amerikaanse Cavalry Manual of Horse Management dat voorschrijft dat ruiter en zadel niet meer dan twintig procent van het gewicht van het paard mogen wegen.
Diezelfde universiteit onderzocht de hoeveelheid bot in het paardenskelet in relatie tot het dragen van (over)gewicht. De onderzoekers namen de maten op van de doorsnede van het pijpbeen en de breedte van de lendenen. Wat blijkt? Paarden met meer bot en bredere lendenen lijken in vergelijking met hun fijner gebouwde soortgenoten beter gewicht te kunnen dragen.
Kenniskaart
In eigen land is het onderwerp in onderzoek bij de KNHS. De FNRS, de overkoepelende organisatie voor bedrijven die met paarden werken, gaf ruim een jaar geleden een kenniskaart uit. “Manegehouders zijn erbij gebaat dat hun paarden gezond blijven, zij vormen hun middel van bestaan”, zegt FNRS-directeur Haike Blaauw. “Maar hoe vertel je nieuwkomers in de paardensport dat ze te zwaar voor het paard van hun eventuele keuze zijn, want (nog) niet goed kunnen rijden plus te zwaar zijn, is een dubbele belasting en gaat ten koste van dierwelzijn.
Sommige bedrijven maakten een beschrijving bij elk paard waarop ook wordt vermeld hoeveel gewicht het betreffende dier kan dragen zodat de nieuwe klant zich meteen realiseert welk paard wel of niet geschikt is.” De FNRS doet in de kenniskaart ideeën aan de hand voor hippische ondernemers om ruiters en amazones te helpen een acceptabel ruitergewicht te verkrijgen, zoals het organiseren van bootcamps, andere sportactiviteiten en zelfs het (parttime) in dienst nemen van een diëtiste.
Ruiteranalyse
Zo’n zestien jaar geleden plaatste oud-olympisch amazone en instructrice Tineke Bartels in één van haar boeken een opmerking over overgewicht bij ruiters en amazones en de mogelijke effecten op paarden. Ze was een van de eersten. “Per combinatie zul je moeten beoordelen of het paard er last van heeft of niet”, nuanceert Bartels. “Waar het ene paard met een amazone van ruim honderd kilo zonder enige problemen op hoog dressuurniveau door de baan zweeft, zal het andere paard door een even zware ruiter of amazone in zijn beweging worden belemmerd en, erger nog, uiteindelijk fysieke problemen krijgen. Het hangt van het paard af, van zijn bouw, de spiermassa en uiteraard de rijvaardigheid van de ruiter.”
Haar mening wordt door Lammert Haanstra gedeeld. Sinds jaar en dag staat hij bekend als longeerspecialist, maar hij is ook een groot voorvechter van het verbeteren van de conditie van ruiters. Haanstra biedt onder andere de zogenoemde Ruiteranalyses aan. “Uitgangspunt in het paardrijden is dat je een paard in zijn beweging zo min mogelijk stoort”, voegt hij toe. “Dat je niet achter de beweging blijft en voldoende stabiliteit en balans in een goed passend zadel hebt.
Ervaren ruiters zullen een afwijking in de beweging aanvoelen, maar een steeds minder soepel gaand paard went ook. Met andere woorden: het is heel erg moeilijk om als ruiter te beoordelen of je paard last van jouw gewicht heeft of niet. Heb je twijfels, laat dan een ervaren instructeur beoordelen of je paard zich onder jou nog kan bewegen zoals het zou moeten bewegen.” Hij vervolgt: “De fysieke gevolgen bij paarden door een te zware ruiter zijn groot. En daarmee komt het welzijn in gevaar. De spieren in de paardenrug raken gespannen met alle gevolgen van dien waaronder vroegtijdige slijtage.”
Maneges
Concreet leggen de meeste hippische bedrijven de grens voor klanten bij tachtig of negentig kilo. Ervan uitgaande dat een rijpaard zeshonderd kilo weegt en met daarbij het onderzoek in Ohio in achterhoofd, zit zo’n bedrijf ruim onder de maximale belasting voor een paard, ook als je het zadel meerekent. Maar, zoals eerder omschreven… mensen die op een manege gaan rijden, zijn vaak beginners die juist wel achter de beweging van het paard blijven. Tweede probleem is het vetpercentage in het te dikke ruiterlichaam. Over lichaamsvet kan je in de beweging geen controle uitoefenen. Waar een ervaren ruiter nog enige beheersing over zijn lichaam heeft en moeite kan doen om bijvoorbeeld in draf zacht in het zadel te landen, kan een beginnende ruiter dat nauwelijks. Het vraagt weinig voorstellingsvermogen om te bedenken welk effect dat op een paardenrug heeft.
Pijngrens
Paarden zijn schatten van dieren, vaak zelfs te lief voor deze wereld. Slechts een enkeling komt echt in verzet als hem of haar onrecht wordt aangedaan en vaak wordt dat verzet door hun eigenaren, ruiters of amazones verkeerd geïnterpreteerd. Veel paarden, zo niet het merendeel, lopen door hun pijngrens heen. Daar hebben ze wat op gevonden, ze maken een stofje in de hersenen aan waardoor ze minder pijn voelen. Dat stofje heet endorfine, een lichaamseigen morfine. Een paard met chronische pijn wordt een junk. En doodongelukkig. Conclusie: een veel te dikke ruiter of amazone op een paard is dierenmishandeling. Doe er wat aan!
Gezond gewicht
Sommige paardenbedrijven hanteren niet een maximaal aantal kilo’s voor het berijden van hun paarden, maar de Body Mass Index (BMI). De BMI was lange tijd populair onder artsen en diëtisten om te bepalen of iemand door zijn gewicht gezondheidsrisico’s loopt. Inmiddels wordt aan de waarde van BMI getwijfeld. Goed of zeer gespierde mensen kwamen geregeld in de gevarenzone van de BMI-schaal terecht om de eenvoudige reden dat spieren zwaarder zijn dan vet. Terwijl juist het te hoge vetpercentage in een mensenlichaam gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. In relatie tot paardrijden is lichaamsvet van de ruiter zogenoemd dood gewicht, spieren niet. Over spieren kan je controle uitoefenen. Er zijn meer meetmethoden om te bepalen of je een te hoog lichaamsgewicht hebt en/of gezondheidsrisico’s door overgewicht loopt, zoals het meten van je tailleomtrek, de Weist High Ratio (WHR) en A Body Shape Index (ABSI). Op internet vind je eenvoudige modules om uit te rekenen wat jouw ideale gewicht zou moeten zijn, maar de meest betrouwbare informatie verkrijg je bij je huisarts of een diëtiste.
Een ervaringsdeskundige vertelt…
“Ik was zo’n dikkerd. Met de jaren kwamen ook de kilo’s erbij. Zittend beroep en als ik heel eerlijk ben een onbewuste minachting voor mezelf. Het kon me niets meer schelen, ik was mezelf in het vet verloren. Tot twee jaar geleden ons gezin door groot verdriet werd getroffen. De naakte waarheid, dat grote, dikke lijf dat minstens 114 kilo woog, kwam als een walvis in mijn bewustzijn bovendrijven. Ik reed al een paar jaar geen paard meer, misschien ook een onbewuste beslissing. Mijn merrie was te oud geworden, de jonge ruin nog niet ingereden en honderd andere excuses om de paarden slechts aan de longeerlijn en in het weiland beweging te geven. Terwijl ik, die al dertig jaar paarden heeft, altijd intens genoot van paardrijden. Het kwam er niet meer van. Het verdriet pelde de excuses laag voor laag af en er bleef maar één oplossing over, wilde ik mezelf redden: ik verzon een dieet, kocht een hond in het dierenasiel en begon ’s ochtends vroeg wandelingen te maken. Niemand wist het, ik rantsoeneerde mijn dagmenu en na een half jaar woog ik vijftien kilo minder. Toen ging het fout: drie kilo per week afvallen is teveel. Ik zocht hulp bij de huisarts. Elke dag moest ik opschrijven wat ik at, elke twee weken op haar weegschaal die ook vetpercentage, spiermassa, botmassa en vocht in je lijf meet. De teller is uiteindelijk op zo’n 46 tot vijftig kilo minder komen te staan. 62 jaar
Ik ben een vrouw van 62 jaar met een BMI van 22. Gezond gewicht, slank voorkomen, met zelfvertrouwen. En ik kan weer paardrijden zonder ook maar één seconde te hoeven twijfelen of ik dat paard tekort doe. Een aantal maanden geleden nam ik na jaren weer een dressuurles op een manegepaard, een BWP’er van 1,72 meter. Ik trilde van nervositeit toen ik opsteeg, maar na een kwartier vond ik de knoppen en kwam dat gelukzalige gevoel van een worden met je paard, zover als dat mogelijk is met een manegedier, weer terug. Het grootste compliment kwam van de instructrice. ‘Hoe oud ben je’, vroeg ze. ‘Goh’, vervolgde ze met respect. ‘Als ik dan nog zou kunnen paardrijden, ik teken ervoor.’”
Bron: Bit 249 (september 2017)