Liesbeth Wesdijk blog
Liesbeth Wesdijk blog

Blog: Herfstdepressie

Nieuws

Soms is het typisch zo’n dag waarvan je achteraf denkt: wat heb ik nu eigenlijk de hele dag gedaan? Nou, zorgen dat m’n paarden binnen de wei bleven en ze ook nog genoeg te eten hadden. En je kunt er maar een dagtaak aan hebben. Lucy had bedacht dat het gras iets verderop veel lekkerder was en ze heeft groot gelijk. De wei waar ze nu staan is één groot moeras. Hoe mevrouw Houdini het doet, ik weet het niet. Ze denkt blijkbaar graag out of the box. Of out of the meadow in dit geval. Het lint is gewoon heel, stroom erop en toch staat ze aan de andere kant. De vraatzucht van een koudbloed kan enorme proporties aannemen.


Zo ook het hooi. Grote rondbalen dit jaar. De eerste baal die open moest lag shocking klem tussen twee andere balen en kon dus maar beperkt open gemaakt worden. De zoetzure lucht van kuil komt je tegemoet. Aan de ene kant lekker, het is net zelfgemaakte appelmoes, maar de alarmbellen gaan ook gelijk rinkelen. Heel voorzichtig voeren dit. Nu was dat niet zo moeilijk want het is nauwelijks uit de baal te krijgen. De eerste week gaat het nog wel, maar daarna wordt de baal al snel slechter. Ik ben een half uur bezig om één kruiwagen met goed eetbaar spul te verkrijgen, twee andere kruiwagens kunnen linea recta de brandstapel op. De kruiwagen met fastfood wordt enthousiast begroet, maar na die eerste vreugde begint het getreuzel. Mmm, toch niet meer zo lekker dus. Heel frustrerend dat datgene waar je een halve dag in totaal (3 kruiwagens x 3, handje voor handje uit de baal pulken, ruiken of het nog goed is of niet etc.) mee bezig bent, niet wordt opgegeten en je het dus weer af kunt voeren. En ze moeten wel wat te eten hebben, want in het moeras is ook niks meer te vinden. Dus de volgende baal maar aangesproken. Gelukkig, die is wel lekker en ik heb nu in ieder geval de ruimte om die baal normaal en makkelijk af te wikkelen. Pfff.

Ik voel de bui al weer hangen hier, ik maak me klaar voor m’n jaarlijkse herfstdepressie. Niet bepaald m’n favoriete jaargetijde, de herfst. Ik word er zoals gezegd altijd een beetje depri van. Mistig, grauw weer, veel te veel nattigheid (en de zomer was toch al niet bepaald droog), al het groen wat verdwijnt, weliswaar eerst in mooie rood - oranje tinten, maar daarna in slijmerige drab en uiteindelijk in het niets. Kale leegheid. De spinnenwebben waar je je doorheen moet worstelen, elke dag op dezelfde plek en toch vergeet ik telkens met m’n slaperige hoofd om op tijd te bukken. Sinds ik hier woon is mijn spinnenangst behoorlijk afgenomen, maar toch. We hebben bepaalde compromissen gesloten: de webben links en ik loop er rechts langs, maar beide partijen vergeten regelmatig de gemaakte afspraken. Hetgeen voor mensen zonder arachnafobie een hilarisch gezicht moet zijn; soms ken ik meer Chinese vechttechnieken dan ik had gedacht.

Het land is zo modderig dat mijn droom om shires te fokken met zo min mogelijk wit, uitkomt. Er lopen twee stuks met in totaal acht zwarte benen (in plaats van één) rond momenteel. Geen beginnen aan om schoon te houden. Af en toe wat zwavel-olie in de sokken tegen de mok en fingers crossed. En aangezien de honden me overal volgen hebben ook zij allebei zwarte sokken. Ikzelf ben momenteel vastgegroeid in m’n regenlaarzen.

Een wandeling op de wei om het één of ander te controleren of repareren is een expeditie op zich. Voor je het weet bungel je met je sok boven de modder omdat je laars zich vastgezogen heeft in de klei. Of de paarden galopperen gezellig langs je heen, waardoor je bril onder de modderspatten zit en je geen bal meer ziet. Ook de acrobatische toeren met de kruiwagen op de gladde plank van de mestbult zijn een uitdaging voor de spieren en gewrichten. Want, ook al staan de paarden nog 24 uur per dag buiten, ze zijn behoorlijk zindelijk. Wat dus betekent dat ze liever mesten op het plein bij de stal dan ergens op de 2 ha. gras die tot hun beschikking staat. Ze komen er zelfs speciaal voor van de wei, joepie!

Nog een paar weken, dan gaan de meiden ’s nachts weer naar binnen. In principe onnodig, ik weet het. Ze hebben een afdak om te schuilen en er is altijd wel een windstil plekje te vinden, maar toch. De één, Joy, is al op leeftijd, 17 jaar namelijk. En de ander, Lucy is drachtig. Dus waarom zou ik ze, onnodig, al die extra energie laten verspillen omdat ze zichzelf warm moeten houden? Vanwege het extra werk wat het met zich mee brengt? Want ja, twee shires kunnen aardig wat bij elkaar poepen, dat geef ik toe.

Maar het is ook weer zo gezellig! Het binnenroepen van de dames, waarna ze al hinnikend, bijna dwars over je heen rennen (pas op voor de spetters!). Het geslobber in hun voerbakken, waar de geweekte bietenpulp z’n eigenaardige aardeluchtje afgeeft. Het gebries als ze het heerlijk ruikende hooi doorzoeken op extra lekkere dingetjes zoals distels en dergelijke. Het gesnurk wat ik kan volgen op de monitor even later. Of het vrolijke gemurmel als antwoord op mijn hoesten en proesten (want: chronisch verkouden) wanneer ik ‘s morgens hun voer kom brengen.

En misschien ben ik gewoon een beetje een watje ;-)
herfst1
herfst 2