heel klein inzetje linksonder
heel klein inzetje linksonder

Andy Foster: ‘Zadel en ruiter moeten matchen’

Nieuws

Zadel en paardenrug moeten bij elkaar passen. Daar is iedereen het wel over eens. Minder bekend is dat ook zadel en ruiter moeten matchen. Is dat niet het geval, dan liggen de problemen op de loer. De Britse zadelexpert Andy Foster legt uit waar een goed zadel aan moet voldoen.


“Een dame, klein van stuk, belde mij hysterisch op: ‘Door jouw zadel ligt mijn paard in de kreukels!’ Twee weken daarvoor had ik een splinternieuw exemplaar afgeleverd, dat zorgvuldig was afgestemd op de viervoeter en de amazone aan de telefoon. Wat bleek? Haar instructeur, vele malen groter dan zij, trainde het paard ook regelmatig. En zijn gewicht belandde op de achterkant van de boom.” Aan het woord is Andy Foster uit Groot-Brittannië.  Hij is al veertig jaar ambachtelijk bouwer van Lauriche zadels en weet als geen ander dat zadel en ruiter moeten matchen.

Balans


Bij zadels is het net zo belangrijk om de ruiter in het oog te houden als het paard: twee levende wezens met ieder hun eigen specifieke lichaamskenmerken. En de balans van allebei speelt hierbij een kritieke rol. Eerst de mens. Voor de ruiter is evenwicht vinden tijdens het rijden het makkelijkst als het diepste punt van het zadel zich in het midden bevindt. Ligt het verder naar achteren, dan raakt de berijder vaak achter de beweging van het paard. “Dat heeft het effect van een kind op je schouders dat ver achterover leunt.” Veel zadels zijn geproduceerd voor een ‘doorsnee’ ruiter: een persoon met een gemiddelde lengte en een gemiddeld gewicht. Dan is het niet zo heel moeilijk om tegen balansproblemen aan te lopen. Want wie heeft exact het formaat van een doorsnee mens?

Stoelzit


Idealiter behoudt de persoon in het zadel altijd zijn evenwicht. Dit heeft te maken met de afstand tussen de zitbotjes en de beugelophanging. Als de beugelriem een verticale lijn beschrijft als de hiel zich onder de heup bevindt, dan is de beugel op de juist plek bevestigd. “Met de ophanging te veel naar voren, kom je automatisch in stoelzit terecht. Dan trekt de beugelriem je voet vooruit”, vertelt Andy. Dit probleem steekt ook de kop op als het zadel te klein is. Vaak schuift de ruiter dan naar achteren in een poging om de benen in het zadel te houden en ontstaat daar dan te veel druk. Ook een ruiter met korte benen loopt in een groot zadel het gevaar in stoelzit te belanden.

Fikse rondingen


Wat zijn de mogelijkheden als de ruiter is uitgevoerd met fikse rondingen aan de achterzijde, terwijl het paard een korte rug heeft? Daar heeft de zadelmaker een slimme oplossing voor. “Je hebt dan een zadel nodig waarbij de bovenkant voldoende ruimte biedt voor de amazone, bijvoorbeeld 19,5 inch. En om dat exemplaar voor het paard op de juiste lengte te houden, kan de onderzijde worden teruggebouwd. Daarmee vermijd je druk op de paardenrug voorbij de laatste rib: het zadel ‘kust’ de rug alleen.”

Zandlopervorm en dijblok


Voor mensen met volle dijen heeft Foster ook een oplossing: dan maak je het zadel van bovenaf gezien meer zandlopervormig. Het smalle middengedeelte biedt dan ruimte voor die rondingen. Laat je dit na, dan komt er te veel spanning op de heupgewrichten van de ruiter, aldus Andy. Die is dan niet meer in staat om de bewegingen van het paard te volgen.
Ook een dijblok aan het zadel biedt comfort. Toch hebben veel mensen er een hekel aan. “Dat komt omdat ze vaak niet passen, en dan vreselijk in de weg zitten. Maar een goed aangemeten dijblok geeft stabiliteit en houdt je been tegen het paard aan.” Dit komt vooral goed van pas op groot bewegende paarden en paarden met smalle schouders en uitdijende ribben.

Vrije wervelkolom


Nu het paard. De Engelsman waarschuwt: meet de paardenrug altijd in zijn geheel. “Vaak wordt alleen gekeken hoe breed de schoft is.” Hij lacht. “Maar daar eindigt de paardenrug niet!” Andy heeft zijn eigen instrument ontwikkeld: een houten frame met tientallen pinnen. Daarmee kan hij nauwkeurig in kaart brengen wat de vorm is van de dragende rug en de schouders, die vrij horen te blijven.
Wanneer biedt een zadel comfort aan het paard? Een vrije wervelkolom staat met stip bovenaan. Om die reden moet de kamer minimaal drie dikke vingers breed zijn. Is die te smal, dan kan de ruggengraat niet buigen en laat de rug dus minder flexibiliteit zien.
De wervelkolom moet evengoed voldoende mogelijkheid hebben om te bollen. Om een indruk te krijgen van de benodigde bewegingsruimte, geeft Andy het paard tijdens een pas-sessie altijd een buiklift. Daarnaast kijkt hij hoe het paard zijn lichaam in beweging gebruikt.
‘Vaak wordt alleen gekeken hoe breed de schoft is.’

Draagvlak


Een breed draagvlak maakt het rijdende leven voor het paard ook plezieriger. “Zou je liever iemand op je rug laten staan met ski’s of naaldhakken?”, vraagt Andy. “En stiknaden horen niet thuis op kussens. Die kunnen alleen maar irritaties geven, vergelijk het met het merkje in je blouse. Tot slot dienen de schouderbladen van het paard zonder belemmering te kunnen bewegen.”
De Brit brengt ook de paardenhuid onder de aandacht. Die kan soepel zijn of strakker. Paarden met een strak velletje zijn gevoeliger, weet hij. “Zij hebben sneller last van een slecht passend zadel.”

Type paard


Wat zijn de opties voor een paard met een hoge schoft? “Het gevaar bij dit type dier is dat de boomtakken de hoogte van de schoft niet overbruggen. In dat geval prikken ze aan beide kanten in de schoft en kunnen daar zelfs een holling opleveren.” De boomtakken moeten dus op lengte zijn. Paarden met een hoge schoft hebben daarnaast kussens nodig die volumineus genoeg zijn om het zadel in balans te houden. “Anders wipt de voorkant omhoog en drukt het zadel achter in de rug”, analyseert de zadelmaker. Het kan in die rug zorgen voor heel veel druk.
Ook voor rondgeribte paarden zijn oplossingen te bedenken. Zij hebben baat bij een brede, meer afgeplatte boom. Dat geeft houvast op dit type rug.

Singellijn en vulling


Ieder paard heeft bovendien een zogenoemde singellijn. Daar dienen de stoten aan het zadel op aan te sluiten. Bij paarden met een buikje bevindt die lijn zich vaak pal achter de ellebogen. “Zorg dat de gespen uit de buurt blijven van deze gewrichten, liefst ruim erboven.”
Ook over de vulling van een zadel heeft de zadelmaker zo zijn opvattingen. Wol is een populair product. Maar daar is de kritische Engelsman geen liefhebber van. “Onder druk wordt wol samengeperst en daardoor hard.” Hij houdt van schuim dat zijn vorm behoudt, maar wel kan worden aangepast als de rug van het paard verandert.
De zadels van Foster zijn maatwerk. Daarbij zijn de kenmerken van paard en mens voor hem even belangrijk. Zodat een optimale samenwerking tussen die twee kan ontstaan.

Bron: Bit 236