Foto4
Foto4

Geef jouw veulen een goede start

Nieuws

Of je nu een ervaren fokker bent of voor je plezier een keer een veulen fokt bij je merrie: een geboorte blijft een spannende en bijzondere gebeurtenis. Hoe bereid je je daarop voor en waar moet je op letten? Ervaringsdeskundige Astrid Beijsens van Paardenkraamcentrum De Bemi Hoeve in Hoogeloon en dierenarts Esther de Melker helpen je op weg.


Ruim honderd veulentjes zien jaarlijks het levenslicht in de kraamstallen van De Bemi Hoeve in het Brabantse Hoogeloon. Daarvan zijn er ongeveer tien van eigenaren en fokkers Astrid en Ad Beijsens zelf, de andere worden geboren uit merries die speciaal voor het veulenen naar het kraamcentrum worden gebracht door hun eigenaren. Astrid Beijsens mag zich dus gerust een ervaringsdeskundige noemen op dit gebied. Ze vertelt hoe de geboortebegeleiding op hun bedrijf wordt aangepakt en geeft een aantal tips.

Wat kun je voor de geboorte al doen?


“Het is handig als de merrie goed handzaam is, dus een halster kent en makkelijk te benaderen is. Dat scheelt enorm als je hulp moet verlenen tijdens of na de geboorte: een merrie die dan erg moeilijk te pakken is, is ook lastig te behandelen. Natuurlijk zijn er ook merries die, als het veulen eenmaal is geboren, zo beschermend zijn als een leeuwin. Dan is het handig als zo’n merrie de eerste dagen na de geboorte een halster om heeft, zodat je haar ook dan makkelijker kunt vastpakken.”

Waaraan moet de plek waar de geboorte plaatsvindt voldoen?


“De stal waarin de merrie gaat veulenen, moet ruim genoeg zijn. Hoe groter de stal, hoe kleiner de kans dat de merrie met de kont voor de muur komt te liggen, met alle mogelijke gevolgen van dien. Wij hebben kraamstallen van 5 x 6,5 meter. Dit is erg groot en ik snap dat niet iedereen zo’n stal thuis heeft. Wij desinfecteren de boxen na elke geboorte met Biotex, doen er een dikke laag schoon stro in en mesten dagelijks uit. Stro is het fijnste strooisel vinden wij, ook omdat het goede grip geeft als merrie en veulen na de geboorte willen opstaan. In de zomer zou je een merrie ook in de wei kunnen laten bevallen. Dit doen wij echter nooit, omdat dat lastiger in de gaten te houden is en je de merrie minder makkelijk kunt pakken of hulp kunt bieden.”

Wat moet je vooraf klaarleggen?


“Bij ons op stal staat altijd glijmiddel klaar. Ook liggen er altijd twee touwtjes met lussen voor het grijpen om rond de beentjes van het veulen te slaan en ze op druk te houden, mocht het er niet vanzelf uitkomen. Denk ook aan jodium om de navel te ontsmetten. Verder hebben wij altijd een klysma voorradig, als het veulen moeite heeft om van de eerste mest, ook wel darmpek of meconium genoemd, af te komen. Dit kun je gewoon bij de humane apotheek halen. Als je hiermee niet vertrouwd bent, kun je beter de dierenarts bellen bij dit soort problemen.”

Hoe weet je dat de geboorte gaat beginnen?


“Onze ervaring is dat je bij 95 procent van de merries kunt zien wanneer het veulen op komst is. Meestal gaan ze kegelen, er komen dan druppeltjes hars aan de tepels. Sommige doen dat enkele dagen van tevoren, andere pas een uur voor de bevalling. De laatste dag kunnen merries heel onrustig zijn, of juist in zichzelf gekeerd. Er zijn ook veel merries die de laatste uren gapen, rekken en strekken, gaan zweten, of wijdbeens gaan staan en de staart meer dragen. Vaak willen ze ook niet hebben dat andere paarden te dicht in de buurt komen.

Om geen geboorte te missen, werken we met speciale zendertjes die in de vulva van de merrie worden genaaid. Deze geven een signaal als de geboorte begint. Dat werkt heel goed, maar is wel een duur systeem. Ook hebben we camera’s in acht kraamstallen, om alles goed in de gaten te kunnen houden. Voor particulieren kan een geboortesingel fijn zijn, deze geeft via bijvoorbeeld de mobiele telefoon door dat de merrie gaat liggen voor de geboorte. De kans op een vals alarm is dan wel iets groter, omdat merries vaak horizontaal rusten.”

Wat doe je als de geboorte is begonnen?


“Wij gaan direct naar de merrie toe, omdat we het zendertje eruit moeten knippen, anders scheurt de merrie in op de plaats waar de hechting zit. We zien dan direct of het veulen in de goede positie ligt. We doen gewoon het licht aan in de stallen, hoe kun je anders zien wat er precies gebeurt? De paarden zijn niet anders gewend, er worden gemiddeld zo’n dertig veulens per maand geboren dus we zijn regelmatig ’s nachts in de stallen. Wel is het zaak om zelf rustig te blijven en er niet met al te veel mensen bij te staan. Dat wekt alleen maar onrust op bij de merrie. Zijn er toevallig bezoekers op stal dan kunnen ze via de camera in ons koffiekamertje meekijken.”

Waar let je op tijdens de geboorte?


“Het is gevaarlijk voor het veulen als de merrie met de achterhand tegen de muur ligt: het veulen heeft dan namelijk geen ruimte en kan zelfs doodgedrukt worden. Jaag de merrie in dat geval op zodat ze anders gaat liggen. Houd goed in de gaten of het veulen goed ligt: je moet de twee beentjes met daarboven het hoofdje tevoorschijn zien komen. Zie je maar één beentje, of heb je het vermoeden dat het veulen op zijn rug ligt, dan is er iets niet goed. Er zijn bepaalde technieken waarmee je een veulen kunt draaien, maar kun je dat niet, bel dan de dierenarts. Probeer de merrie in de tussentijd op de been te houden en loop met haar rond. Dan kan ze minder makkelijk persen en is de kans kleiner dat ze wat kapot perst van binnen.”

Wat doe je als het veulen is geboren?


“Haal het vlies weg rondom het hoofdje, zodat het veulen kan ademen. Mocht het niet ademen na de geboorte, dan kun je een emmer water over het hoofdje gooien, maar dit komt niet vaak voor. In verreweg de meeste gevallen gaat alles gewoon goed. Het kan dan verstandig zijn om de merrie en het veulen even wat rust te gunnen, door bijvoorbeeld uit het zicht te gaan staan of de stal via de camera te bekijken. Dan krijgen ze tijd om ongestoord aan elkaar te wennen en op te staan.

De meeste veulens staan binnen een uur op hun beentjes en gaan zoeken naar de uier. Als dit niet binnen een uur gebeurt, moet je even helpen. Zet het veulen op zijn beentjes of houd de merrie vast als die steeds rondjes loopt en stuur het veulen richting de uier. Zelf melk ik de merrie altijd eerst even, zodat ik het veulen een flesje kan geven. Zo weet ik zeker dat het de eerste melk binnenkrijgt en kent het de smaak al. Bovendien zie ik zo of de biest, de eerste melk, mooi dik is of juist waterig.”

Waar moet je verder nog op letten?


“Naast het in de benen komen en het drinken is het ook heel belangrijk dat de nageboorte snel komt. In de meeste gevallen is de nageboorte er al met een uur of anderhalf. Deze moet compleet zijn, dit kun je checken door hem uit te spreiden op de grond en te kijken of er geen stukken missen. Merries waarbij de nageboorte niet vanzelf wordt komt of waarbij stukken in de baarmoeder zijn blijven zitten, kunnen daar doodziek van worden. Bij twijfel kun je de merrie de volgende dag ook temperaturen: koorts duidt er op dat er iets niet goed is. Ga in elk geval nooit naar bed voordat je zeker weet dat het veulen staat, drinkt en de nageboorte er goed is afgekomen.”

Wanneer mogen moeder en kind naar buiten?


“Dat is een beetje afhankelijk van het weer, maar beweging is natuurlijk alleen maar goed. Bij slecht of koud weer gaan merrie en veulen hier de eerste dag even in de binnenbak. Daar kan niets gebeuren. Wel lopen we eerst een rondje met de merrie aan het touw. Zo leert het veulen met zijn moeder meelopen. Dit herhalen we de volgende dag in de wei. Als de merrie of het veulen erg wild is, doen we ze dan nog niet los, maar lopen we een paar rondjes en zetten ze dan weer binnen.

Veiligheid is heel belangrijk. Doe merrie en veulen de eerste dagen ook niet in een te grote wei en zorg voor een deugdelijke afrastering. Ik blijf er zelf de eerste keer altijd bij totdat het veulentje stroom heeft gekregen aan de draad. Dan weet het dat het daar weg moet blijven. Als het goed weer is, kunnen ze best de hele middag lekker in de wei blijven. Is het nog vroeg in het seizoen of slecht weer, dan is een kwartiertje lang genoeg. Doe het pasgeboren veulen in elk geval naar binnen voor het wil gaan liggen op de koude, natte grond.”

Heb je verder nog tips?


“Wij hebben veel ervaring met de geboortes van veulens en kunnen daardoor best veel problemen zelf oplossen. Denk aan het goedleggen of draaien van het veulen tijdens de bevalling, het toedienen van klysma’s en/of medicatie. Wij hoeven dan ook zelden een dierenarts in te schakelen bij de geboorte. Voor veel paardenhouders is dit natuurlijk anders, daarom is het belangrijk om te weten waar je op moet letten. Vertrouw je het niet of lijkt er wat mis, schakel dan de dierenarts in. De geboorte van een veulen is een explosieve gebeurtenis, waarbij in het geval van problemen heel snel handelen noodzakelijk is.”




Alarm!


Trek bij de dierenarts aan de bel als:

  •          de merrie perst, maar de geboorte niet vordert.

  •          je iets anders dan twee beentjes en een hoofdje ziet

  •          er een rode, fluweelachtige bol uit de vulva komt (red bag delivery).

  •          de nageboorte er na enkele uren nog niet is.

  •          het veulen niet binnen een uur opstaat en actief gaat zoeken naar de uier.

  •          het veulen na zes uur nog geen biest heeft binnengekregen.

  •          de merrie of veulen koliek of koorts heeft of sloom is.

  •          het veulen enorm aan de diarree is.

  •          het veulen dikke gewrichten heeft, dit kan wijzen op bloedvergiftiging.






Bron: Bit 245