Liesbeth Wesdijk blog
Liesbeth Wesdijk blog

Blog: Vluchtdieren

Nieuws

Toen ik ruim een maand geleden het nieuwsbericht las dat de bekende springruiter Bert Romp was overleden door een trap van een paard, schrok ik toch wel even. Het bewijst weer hoe onvoorspelbaar het gedrag van een vluchtdier kan zijn. Het blijft altijd uitkijken, ook al ben je nog zo ervaren of is je paard nog zo lief.


Eén van de redenen waarom ik voor het ras de Shire ben gevallen, is hun coole karakter. Op de manege reed ik altijd warmbloedpaarden en een Engelse Volbloed was m’n favoriet. Relaxed rijden was het niet, maar je leert er wel van zitten zeg maar. Wanneer een grassprietjes 180 x niet eng is, verwacht je niet dat ze bij de volgende keer dat je er langs loopt 360 graden omdraait. Toen mijn vriendin vroeg of ik niet eens op haar Shiremerrie wilde rijden, deed ik dat dan ook met gepaste tegenzin. Wat moet je met zo’n grote, lompe knol?

Stoel ernaast, want hoewel ik toentertijd nog best lenig was, was dit echt te hoog om het zonder te proberen. En terwijl ik elegant m’n been over haar kont zwaaide, reed zo’n 20 meter achter ons iemand met zijn auto tegen een stapel ijzeren hekken die allemaal omvielen. Ik zag en hoorde het gebeuren en bereidde me vast voor op wat er zou komen. Maar er kwam niks. Het paard, Dawn, bewoog niet eens haar oren naar achteren, ze sprong niet opzij, ging niet aan de kletter. Helemaal niks! Dat was eigenlijk best relaxed. En tijdens het rijden bleek ook nog eens dat het een werkwillig, vlot paard was. Dus ik was om!

Zo zijn ze niet allemaal natuurlijk, onze Bonnie was bijvoorbeeld behoorlijk lui, maar daar kon je wel achterstevoren op zitten in het bos. Duncan, de Clydesdale, was een hittepetit, maar als hij schrok, was het een sprongetje opzij en dan kijken wat er aan de hand was. Lucy zit er een beetje tussenin. Lui, eigenwijs, wel werkwillig en oh ja, eigenwijs. Als ik haar ‘s avonds naar binnen zet, moet ik vlak langs haar heen en achter haar langs. Ik ben en blijf daar voorzichtig mee, laat altijd merken waar ik ben d.m.v. m’n stem en een hand op d’r lijf. Ondanks de enorm grote stal staat ze altijd pontificaal in de weg en in mijn ruimte. Zo af en toe moet ik haar dan even duidelijk maken dat ‘terug’ echt terug is en dat ze niet over me heen moet lopen. Dat gaat dan weer een paar weken goed.

Lucy is een enorm voorzichtig paard, altijd bewust van haar en mijn ruimte. Nog nooit heeft ze me per ongeluk geraakt, ook niet wanneer ze al snurkend in piaffe achter me aan loopt de stal in terwijl ze buiten vuurwerk afsteken en het windkracht 10 is. Wanneer ze me dus een duwtje geeft of in mijn ruimte staat is dat altijd met opzet. Grenzen zijn er om opgerekt te worden nietwaar? ‘s Morgens als ik haar buitendeur openzet zodat ze op eigen houtje de wei op kan zoeken wacht ze meestal tot ik weer binnen sta voordat zij naar buiten gaat. Want we passen echt niet met z’n tweeën in de deuropening. En soms kruipt ze voor en loopt ze alvast het plein op waar de waterbak staat en een bultje hooi.

Zo dus ook afgelopen week. Ik zet haar staldeur vast, zodat ze altijd naar binnen kan om te schuilen (voor een Engels paard heeft ze een ongezonde tegenzin om met regen buiten te lopen). Lucy loopt naar buiten en valt gelijk op haar hooi aan. Ik loop achter haar langs de stal weer in, laat haar met m’n stem even weten dat ik me ter hoogte van d’r kont bevind. Op dat moment komt één van katten met een sprong het plein op, Lucy schrikt zich het apezuur en springt een meter naar achteren. Daar bevond ik me nog, een halve seconde geleden. Lucy en ik kijken elkaar eens aan. Dat was maar net goed gegaan. Pfff. Het blijven vluchtdieren, vergeet dat nooit!
1