Blog Karolus 2017 copy
Blog Karolus 2017 copy

Blog: Visserstentjes…

Nieuws

Vorige keer heb ik beloofd jullie te vertellen over mijn visserstentjes-trauma. Enig idee wat ik er mee bedoel? Ik kan me voorstellen dat als je enorme bossen, of zandstrand voor de deur hebt, je nog nooit een visserstentje gezien heb. Ik woon echter in een kanaalrijk buurtje en daar verplaatsen die dingen zich bij de vleet.


Laat ik voorop stellen: ik heb niks tegen mensen die vissen. Snap niet waarom iemand met een flinke stok in zijn hand naar het water staat te turen, maar ieder z’n ding. Doorgaans zijn het rustige personen en hebben ze groene of bruine schutkleuren aan, dus valt daar geheel niet van te schrikken. Waarom dan toch een visserstentjes-trauma? Daarvoor neem ik jullie mee terug in de tijd…

Vroegah’ ging ik met mijn maten regelmatig op pad. We gingen zelfs elk jaar op ponykamp, een oneerbiedige naam van onze vrouwtjes om af te reizen naar een vreemde stek, waar wij uren door bossen ploeterden, waarna zij vóór onze stallen liters rosé naar binnen zaten te gieten, maar dat terzijde. Wij hadden toen ons trauma al opgelopen, want dat was gewoon ‘thuis’ gebeurd. Om in het bos te komen, moesten we namelijk altijd een stuk langs het kanaal.

Uitstekend, want er zat een dijk met flink breed pad naast, waar we als opwarmertje heerlijk de benen flink los konden lopen. Mijn vriendin Tracy en ik gingen graag met een scheet en een bok in een moordend tempo langs dat water op, behalve als maat Sileno mee was. Die gast was altijd in voor een goede grap - topgozer! - maar presteerde het om over elke boomstronk te struikelen, ook al waren zijn benen twee keer zo lang als die van mij. Die paar kuilen langs het kanaal konden Trace en ik prima vermijden, maar Sil pleurde ongetwijfeld op z’n muil als we daar harder gingen dan een sukkeldrafje.

Dus onder het motto samen uit, samen thuis hobbelden we op een vroege ochtend relaxed over onze dijk. Ik had altijd de meeste haast en zag het minste gevaar, dus liep fier voorop. Tijdens die dauwtraprit heb ik mijn trauma opgelopen: liep aan het losse teugeltje vrolijk langs een zwart tentje op dat een beetje in de rietkraag verscholen lag. Ineens kwam het ding zo’n 30 centimeter los uit het riet en liet een angstaanjagend gegrom horen. Ik maakte dus snel een dribbeltje naar voren, zodat we er met z’n allen rapido voorbij zouden zijn, maar hoorde het ritsje gaan en daar kwam een man met warrig haar en een mega herdershond uit het tentje gezet. Nog steeds weinig aan de hand, dacht ik, maar de angst sloeg mij pas om het hart toen ik mijn maten linksomkeert zag maken en er van tussen zag stiefelen. Ik wachtte rustig, want ze zouden vast snel tot bezinning komen en mij volgen. Hela, hola, ik had ze toch altijd waar leiderschap getoond, op mijn nuchterheid kon echt wel vertrouwd worden?

Het liep echter faliekant uit de hand. Trace keek op den duur eens achterom en Sil struikelde natuurlijk over zijn eigen benen. Geen haar op hun hele lijf die er echter nog over dacht om langs dit tentje naar mij toe te komen. En als ik ergens een hekel aan heb, dan is het wel om alleen achter te blijven. Dus met de mededeling “Hela, hola, wacht op mij” sjeesde ik achter m’n vrienden aan. We kwamen wel weer tot bedaren, maar moesten voor straf een vreselijk eind om lopen tot we eindelijk in het bos waren. Belachelijk!

Dus daarom vertrouw ik die tentjes nu noooooooit meer. Overigens moet ik toegeven nergens meer een bewegend tentje tegen te zijn gekomen, maar je kunt niet voorzichtig genoeg zijn: Voor je het weet, blijf je ergens alleen achter. Ook al heb ik mijn vroegere maatjes overleefd en ben ik nu meestal in m’n uppie op pad, mijn ogen gaan meteen op steeltjes, de dribbelmodus gaat aan, ik maak mezelf minstens 20 centimeter groter en ik span elke spier voor ‘a quick take off’. Staart over mijn rug en ik maak een onuitwisbare indruk op elke visser met een tentje. “Tja, elke gek heb z’n gebrek, nietwaar?”
Karlo rietkraag