springen
springen

Tips voor een afwisselende training met je paard

Training Dressuur Opvallend

Sleur op school of in je werk, we kennen het allemaal. Het is lastig om gemotiveerd te blijven wanneer je in een sleur bent beland. Voor paarden geldt hetzelfde; afwisseling is goed. Voor de mentale en fysieke gesteldheid. Hoe zorg je dan voor afwisseling in je training? Instructeur en jurylid Margot Hoeberichts geeft tips. 

Andere oefeningen in je training inbouwen

“De eerste en makkelijkste stap is afwisseling in jouw training zelf inbouwen. Want daarvoor hoef je niet eens echt van je routine af te wijken, met andere woorden: je hoeft er niks voor te regelen en hebt geen hulp van anderen nodig. Wanneer je bijvoorbeeld je de ene dag op overgangen concentreert, kan je de volgende dag je focussen op nieuwe oefeningen. Of werk de ene dag aan de stap en draf, en de andere dag aan galop. Zo rijd je niet elke dag hetzelfde rondje”. 

Maak een schema

“We vallen heel snel in een soort vaste routine. En hoewel paarden van routine houden -denk bijvoorbeeld maar eens aan voertijd - , is elke dag precies hetzelfde doen ook voor paarden niet echt motiverend. Maak daarom eens een weekschema, waarbij je plant welke dagen je zwaarder traint, lichter traint, longeert of je paard bijvoorbeeld een vrije dag geeft. Natuurlijk kan je op de dag zelf best eens afwijken, wanneer dingen toch anders lopen”.

Pak een andere discipline mee

“Helaas zijn niet alle paarden echte allrounders. Hoewel ik er van overtuigd ben dat elk paard bijna alles aan te leren is, betekent het niet dat je hem daar altijd een plezier mee doet. Maar voor de afwisseling is het best wel goed eens wat anders te proberen dan wat je normaal doet. Zo kan je best eens wat balken of cavaletti meepakken in de training of een sprongetje maken. Ben je niet echt een held daarin, denk dan eens aan de discipline Working Equitation, waarbij je dressuuroefeningen rijdt tussen obstakels. Op netheid, maar als je er beter in wordt, ook op snelheid. Leuk om te doen en op meerdere plekken in het land in opkomst”. 

Maak een buitenrit

“Niet alle paarden zijn even moedig en makkelijk mee te nemen op buitenrit. Soms kennen paarden het ook niet, dus de drempel om naar buiten te gaan, kan best even hoog zijn. Ook niet overal kan je makkelijk met je paard naar buiten, omdat er bijvoorbeeld geen bossen of zandpaden in de buurt zijn. En alleen de openbare weg op met een paard dat het niet kent, raad ik dan ook zeker niet aan. Toch kan even lekker naar buiten gaan, echt heel goed zijn voor paard en ruiter. Dus vraag eens een stalgenootje naar mogelijkheden. Misschien kan je wel met iemand mee”.    

Longeren of aan de hand werken

“Wat altijd een goede afwisseling is, mits op de juiste manier gedaan, is longeren of aan de hand werken. Met longeren kan je aan de gehoorzaamheid van je paard werken, en kan je zijn spieren sterker maken zonder dat je zijn rug belast. Ook aan de hand werken wordt steeds vaker gedaan. Het is wel goed om hier eerst een paar lessen in te nemen, want aan de hand werken kan best lastig zijn. Je moet even goed weten waar je op moet letten. Gelukkig zijn er steeds meer instructeurs die hier ook veel ervaring mee hebben”.

Heb plezier!

“De belangrijkste tip is eigenlijk de laatste tip, namelijk; heb plezier! Want wat je ook doet of wat voor paard je ook hebt, we hebben een paard voor ons plezier en dat vergeten we soms wel eens. Dus als ruiter moet je kijken wat voor afwisseling bij jou en je paard past. Wanneer je meerdere paarden hebt, kunnen dat zelfs totaal verschillende dingen zijn. En ben je echt even uitgeblust? Dan is een paar dagen rust ook niet erg. Zorg wel dat je dan ook je training weer rustig opbouwt”. 

Bron: Bit & Cap