Endurance
Endurance

Hoe begin je met endurance?

Nieuws

Tijdens een endurancewedstrijd moet een ruiter met paard een bepaald aantal kilometers afleggen. Je zou het kunnen vergelijken met het rijden van een marathon. Om je een idee van de sport te geven, leggen we je in dit artikel uit hoe je begint met endurance rijden en wat de sport inhoud. 


Endurance is niet zomaar een lange afstand rijden met je paard. Er komt veel meer bij kijken. Zo is het welzijn van het paard het belangrijkste. Hiervoor is het belangrijk dat je je paard goed leert kennen, zodat jullie er het beste uit kunnen halen.


Over endurancewedstrijden


Wat houdt de endurancesport nou eigenlijk in? Wanneer je je inschrijft voor een endurancewedstrijd begin je automatisch in de eerste categorie, net als in bijvoorbeeld het springen of de dressuur. De eerste categorie is ook de categorie waarbij je de minste kilometers rijdt, deze begint bij 20 kilometer. De hoogste categorie is 160 kilometer, deze afstand wordt op één dag gereden. Verder is er nog een impuls klasse. Hierbij rijd je ook een afstand van 20 kilometer, maar ligt de maximumsnelheid nog één kilometer per uur lager. Je hebt hier ook geen startkaart voor nodig.


Eenmaal op de wedstrijd, wordt eerst je paard gecontroleerd door een dierenarts. De hartslag van je paard wordt gemeten en er wordt gekeken of je paard zuiver loopt. Vervolgens mag je starten en is het de bedoeling dat je binnen een bepaalde tijd weer terug bij de finish bent. Tijdens de wedstrijd mag je niet te snel rijden, want als je te hard gaat, krijg je strafpunten. Bij de finish wordt je paard weer gecontroleerd. Je paard moet dan ook eerst eten en drinken en de hartslag van je paard moet onder de 60 zijn. 


Wanneer je in de hogere klassen terecht komt, zijn er op de route ook controlepunten. Ook op deze controlepunten krijgt je paard eten en drinken, draaft hij een stukje aan de hand en worden hartslag, ademhaling, darmgeluiden en eventuele wondjes gecontroleerd. Je moet dan vaak minimaal 40 minuten rust houden. Wanneer alles goed is, mag je weer verder rijden.


‘De pezen van je paard moeten eerst goed hard zijn voor je een stapje verder gaat, anders is de kans op blessures erg groot’


Het juiste paard


Waar moet je opletten als je een goed endurancepaard zoekt? Monique de Boer, ervaren enduranceruiter en vormt samen met haar man Geert Jan de Boer De Boer Paardensport vertelt: “Een goed endurancepaard heeft het liefst van nature een lage hartslag. Dat zorgt er in de wedstrijden voor dat het paard sneller weer onder de hartslaggrens komt en dus makkelijker herstelt. Verder moet het paard alert zijn, hij moet zich bewust zijn van zijn omgeving en niet continu over boomwortels of kuiltjes struikelen”, somt De Boer op. 


De Boer benadrukt dat iedereen kan beginnen met het rijden van endurance en dat ook ieder paard dat kan. “Heel veel ruiters beginnen met het paard dat ze op dat moment al hebben. Om te beginnen is dat ook heel goed te doen. Echt alle paarden kunnen in principe endurance rijden”, vertelt ze. Wel zijn bepaalde rassen bijvoorbeeld beter in de sport dan andere rassen. “Een Arabier kan bijvoorbeeld veel beter tegen hoge temperaturen en heeft vaak een beter uithoudingsvermogen dan bijvoorbeeld een zwaarder gebouwder Fries. Natuurlijk zitten daar altijd uitzonderingen op, maar over het algemeen kun je dit wel aannemen.”



Het trainen van je paard voor endurance


Goed, de gezondheid van je paard is dus erg belangrijk en daar wordt tijdens de wedstrijden erg nauw opgelet. Niet zo gek, want er worden tijdens de wedstrijden dan ook flinke afstanden afgelegd. Hoe zorg je er dan voor dat je paard deze afstanden aan kan? 


“Je paard moet uithoudingsvermogen krijgen en lange afstanden leren lopen. Dat moet je langzaam en rustig opbouwen”, vertelt De Boer. Het klinkt dan ook misschien niet zo spannend, maar de eerste weken van je training is stappen het belangrijkst. “En dan niet gewoon een rondje stappen, maar flink doorstappen. Liefst drie keer in de week, minimaal twee uur. Maak daarbij tempowisselingen en zoek locaties waar je heuvels op en af kunt stappen. Zo train je de conditie van je paard en leert hij goed uit te ademen. Verder is het ook belangrijk dat je daarnaast nog één keer per week dressuur rijdt. Zo houd je je paard soepel.”


“Als je paard het stappen eenmaal goed af gaat, kun je voorzichtig beginnen met draven. Begin daar niet te snel mee, je kunt best een flink aantal weken bezig zijn met gewoon stappen voordat je kunt gaan draven. Dat draven doe je met intervaltraining. Ga dus eerst bijvoorbeeld een half uur draven, dan een kwartier stappen en dan weer een half uur draven. Wanneer dat goed lukt, kun je de galop er langzaam bij gaan doen”, legt De Boer uit. Hierbij benadrukt ze dat het belangrijk is dat je voor alles je tijd neemt en dat je niet te veel van je paard vraagt. “De pezen van je paard moeten eerst goed ‘hard’ zijn voor je een stapje verder gaat, anders is de kans op blessures erg groot. Als je echt gaat trainen voor hoge klassen, kan het best een jaar duren voor je er helemaal klaar voor bent.”


De hartslag


De hartslag van je paard is enorm belangrijk in het endurance rijden. Uiteindelijk is het namelijk de bedoeling dat de hartslag van je paard zo laag mogelijk blijft tijdens de training en dat die hartslag snel weer terug komt bij minder inspanning. “Door dus te oefenen kun je die hartslag trainen, maar het is daarbij wel belangrijk dat je de hartslag van je paard monitort. Dat kun je doen door je hand in de oksel van je paard te leggen, maar je kunt ook een stethoscoop meenemen. Dat monitoren van de hartslag doe je voor de training, tijdens de training en na de training. Meet daarbij hoe lang het duurt voordat de hartslag weer op de juiste waarde is”, vertelt De Boer.


Verder kun je er ook voor kiezen om een hartslagmeter te gebruiken. Dit is een apparaatje dat gebruik maakt van twee zenders. “Hierbij ligt één zender onder de buik bij de singel en één op de schoft”, legt Jarmila Lakeman, van Equilog, uit. “Die zenders kun je verbinden aan je telefoon, of aan een horloge en daarmee kun je dan de hartslag van je paard in de gaten houden.” Zo’n hartslagmeter klinkt heel handig, maar Lakeman raadt wel aan je eerst goed in het onderwerp te verdiepen. “Je moet wel goed weten wat je meet, hoe je vervolgens die gegevens moet interpreteren en wat je daarmee moet doen. Als je er zomaar lukraak mee gaat rijden, heb je er niet zo veel aan”, legt ze uit. Ook Jarmila benadrukt dat het in eerste instantie voornamelijk belangrijk is dat je je paard dus goed leert kennen. “Daarbij kun je eventueel een expert zoals een inspanningsfysioloog inschakelen. Zo’n persoon kan je dan ook leren hoe je met de gegevens van de hartslagmeter om moet gaan.”



Wat er verder nog bij komt kijken


Naast het uithoudingsvermogen en de hartslag van je paard trainen zijn er nog een aantal dingen die je paard moet kunnen. “Je paard moet bijvoorbeeld aan de hand mee kunnen draven, zodat de dierenarts kan kijken of je paard goed loopt. Verder moet je paard aan het eind van de wedstrijd en tijdens eventuele tussenstops verplicht eten en drinken. Als je paard dat niet gewend is, zal hij dat echt niet doen”, legt De Boer uit. Maar dat soort dingen kun je gelukkig trainen.


Op wedstrijd start in de klasse 1 iedere twee minuten een deelnemer, in hogere klassen is het een massastart. Dat betekent dat er waarschijnlijk nog een paard in zicht is en nog een paard achter je loopt als je start. Je paard moet er dus aan gewend zijn om in de buurt van meerdere paarden te lopen, maar wel alleen. “Verder moet je paard er ook aan gewend zijn om ingehaald te worden, want dat gebeurd vrijwel altijd. Oefen dus ook met meerdere mensen, zodat je paard daar aan gewend raakt”, aldus De Boer.


Wat betreft tuigage kun je veel kanten op. “Het is vooral erg belangrijk dat je hoofdstel en je zadel erg goed passen”, vertelt De Boer. Er is ook speciale tuigage voor de endurance, vaak komt zo’n zadel dan redelijk in de buurt van een veelzijdigheidszadel, maar neigt het wat meer naar een springzadel. Wat betreft hoofdstel is een hoofdstel waarbij het bit makkelijk uitneembaar is, zodat het als het ware een halster wordt, aan te raden. “Fijn materiaal voor hoofdstellen, voortuigen en dergelijke is biothane. Dat is glad, kan goed tegen water, heeft weinig onderhoud nodig en irriteert niet op de huid”, legt De Boer uit.


Jezelf trainen


Endurance is een flinke sport en als je wat verder wilt komen, kun je niet alleen gewoon je paard trainen, je moet ook jezelf trainen. De Boer raadt daarom aan om, naast het paardrijden, ook een andere sport te doen. “Veel endurance ruiters doen verder nog aan hardlopen, of fietsen. Ook balansoefeningen zijn goed om te doen, want je balans is erg belangrijk.”


Kennismaken met endurance


Als je erover denkt om te beginnen met endurance, kun je een aantal dingen doen. Zo kun je de website van de KNHS Endurancevereniging checken. Om eens bij een wedstrijd te rijden, kun je ook lid worden van de Facebookgroep Endurance. Hier zijn mensen regelmatig op zoek naar een groom, of kun je eens vragen of je met iemand mee mag gaan kijken. “Schrijf je ook gewoon eens in voor een wedstrijd”, raadt De Boer aan. “Voor de impuls klasse heb je geen startpas nodig. Je kunt dan gemakkelijk meerijden en eens proeven.”


Lees ook:



Bron: Bitmagazine