Rollen in de sneeuw
Rollen in de sneeuw Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Wanneer heeft mijn paard het koud? 10 winterweetjes!

Welzijn Opvallend

Als het vriest loop jij te bibberen op stal, maar hoe zit het met je paard? Heeft hij het ook koud? 

In dit artikel worden tien vragen beantwoord door sportfysioloog dr. Eric van Breda.

1. Mijn paard heeft zijn haren omhoog staan. Heeft hij het nu koud?

Je paard heeft het nog niet koud, maar dit is wel het eerste teken dat er wat begint te veranderen. Het dier trekt als het ware zijn jas aan. Het wordt oncomfortabel voor hem en door zijn haren omhoog te zetten komt er een isolatielaag van lucht tussen de haren. Wanneer de buitentemperatuur omlaag gaat, probeert het lichaam de kerntemperatuur op te stoken. Bij zoogdieren ligt de kerntemperatuur tussen de 37,5 en 38,5 graden Celsius.

2. Hoe zie je dat een paard het koud heeft?

Wanneer een paard het echt koud heeft staat hij te rillen. Hij doet dit om de spieractiviteit op gang te brengen. Hierdoor gaat de kerntemperatuur weer omhoog. Controleer je paard met behulp van een thermometer op temperatuur. Zo weet je tenminste de normale temperatuur van je paard. Meten is weten. Doe dit bij voorkeur iedere dag, of anders eens per week. Zo merk je tijdig wanneer de kerntemperatuur plots gedaald, of gestegen, is.

3. Binnen welke temperaturen is een paard comfortabel?

Een ongeschoren paard heeft een ‘thermo-neutrale zone’ tussen de -5 en 15 graden Celsius. In die toestand staat hij niet te rillen, maar ook niet te zweten. Van kou lijden is dus geen sprake. Voor geschoren paarden telt een andere thermo-neutrale zone, namelijk vanaf 10 graden Celsius. Je ziet die paarden soms al bij 8 of 9 graden hun haren overeind zetten.

4. Hoe wordt een wintervacht aangemaakt?

Omgevingstemperatuur en (zon)licht zorgen ervoor dat het paard een dikke wintervacht aanmaakt. In de hersenen zit de pijnappelklier (glandula pinealis). Wanneer de dagen korter worden, zorgt die klier ervoor dat er veranderingen optreden in onder andere de hormonen die zorgen voor haargroei. Laat het licht langer aan in de stal en het paard krijgt een minder dikke vacht. Realiseer je wel dat je paard hierdoor minder tijd krijgt om goed te slapen of te rusten.

5. Hoe werkt een wintervacht?

Het paard zet zijn haren omhoog zodat er lucht tussen komt. Tegelijkertijd trekken de huidspiertjes, die vastzitten aan de haarzakjes, samen. Ook vernauwen de bloedvaten in de huid zich. Hierdoor gaat er minder lichaamswarmte verloren. De wollige vacht van een ongeschoren paard houdt zoveel lucht vast dat het dier in normale weersomstandigheden het amper koud kan krijgen, zelfs niet onder het vriespunt. Mede door de lange haren dringt regen, en zelfs sneeuw, moeilijker door tot op de huid. Door het rollen en de natuurlijke vetlaag van de huid druppelt het water er gemakkelijk vanaf.


Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

6. Mijn paard heeft geen deken op, kan hij in de wei?

Paarden die het hele jaar door buiten lopen hoeven geen deken op. Je moet er wel voor zorgen dat ze kunnen schuilen. Toch ziet de vacht die hem beschermt er per paard verschillend uit. Een Shetlander verandert plots in een bolletje wol, terwijl een Arabier in de winter zijn dunne velletje behoudt. Dit is deels erfelijk bepaald. In principe moet ieder sportpaard, geschoren of ongeschoren, het in de winter met geen of maximaal één deken afkunnen. Zorg ervoor dat deze waterdicht is.

7. Kan mijn paard het ook te warm hebben onder zijn deken?

Een paard te warm inpakken is niet goed. Het dier gaat zweten, wordt niet meer of moeilijker droog, en kan hierdoor een verminderde weerstand krijgen. Zo’n ‘verwend’ paard vat snel een koutje.

8. Mijn paard heeft koude oren en benen. Heeft hij het koud?

Geen paniek. Je hoeft niet direct een extra deken uit de kast te pakken. Het werkt net zoals bij mensen. Wanneer je zelf koude oren hebt, wil het niet zeggen dat je het ook koud hebt. Het lichaam is wel bezig om zich aan te passen om vooral de warmte voor de kern te behouden. Lichaamsdelen die minder van belang zijn, zoals oren en benen, (de extremiteiten) worden daarbij het eerste koud. 

Dieren in de natuur zijn daar ook naar gebouwd. Zo hebben pooldieren vaak kleine oren, en woestijndieren veel grotere. Dit heeft alles met de omgevingstemperatuur en aanpassing te maken. Het is eigenlijk heel logisch dat de paardenbenen kouder aanvoelen. 

De bloedsomloop naar de benen wordt met koud weer verminderd, anders zou het paard te veel warmte verliezen. Eenmaal in beweging komt de bloedsomloop in de benen direct weer op gang. En daarmee neemt de temperatuur weer toe.

9. Mijn paard lijkt ‘zielig’ in de wei. Hij laat zijn hoofd hangen en staat met zijn kont tegen de regen. Moet ik hem binnenhalen?

Nee, dat is niet nodig. Tijdens slecht weer, zoals hagel, sneeuw en wind, doet je paard in deze situatie altijd hetzelfde. Het is puur om zichzelf te beschermen door het meest robuuste deel, zijn achterwerk dus, tegen de wind in te zetten. Tijdens koude dagen kan je paard ook gewoon naar buiten. Hij past zichzelf geleidelijk aan de omgevingstemperatuur aan. Pas vanaf ongeveer -5 Celsius moet je een sportpaard die een deken op heeft meer binnenhouden vanwege de temperatuur. Een paar uurtjes buiten is dan voldoende.

10. Mijn paard heeft een blessure. Kan ik hem koelen in de winter?

De zwelling en ontstekingsreactie tegengaan heeft altijd de hoogste prioriteit. Het been is maar een kleine oppervlakte dus met koud weer kun je het wel koelen. Het wordt anders wanneer het om een grotere oppervlakte gaat. 

Koel paarden met water dat een temperatuur heeft tussen de 4 en 8 graden Celsius. IJskoud water moet je alleen in heel extreme omstandigheden gebruiken, zoals tijdens de eventingwedstrijd in een exotisch land, als paarden met een kerntemperatuur van 40 graden of meer over de finish komen. Maar ook hier moet je weer eerst de temperatuur opmeten.

Afbeelding