Vijf veel gemaakte voerfouten
Nieuws
Voeren. Je stopt er wat in en er komt weer wat uit, toch? Het klinkt heel simpel, maar er komt heel wat bij kijken. Mensen voeren veel te veel, veel te weinig of het verkeerde voer, wat weer ernstige gevolgen heeft. In dit bericht vind je de meest gemaakte fouten bij het voeren.
1. Het verkeerde voer voor ras, leeftijd, gezondheid of activiteit voeren
Iemand die de hele dag op de bank zit heeft niet hetzelfde dieet nodig als een marathonloper, toch? Dit geldt ook voor paarden. De Haflinger die af en toe een buitenritje maakt heeft andere eisen dan een Grand Prix-sportpaard. Iemand met diabetes heeft ook andere eisen dan iemand die niet gevoelig is voor suikers. Ook dat geldt voor paarden, een paard met insulineresistentie verlangt een ander dieet dan een gezond paard. En dan heb je nog mensen die kilo’s taart kunnen eten en mensen die van een extra stuk al een kilo aankomen: daar heb je ook paardenversie’s van.
Er zijn gelukkig vandaag de dag honderden soorten voer om uit te kiezen, dus er is voor elk paard wat wils. De belangrijkste afwegingen die je moet maken als je het voer voor je paard kiest zijn:
- Staat hij flink in training? De toenemende vraag om calorieën kan maagzweren creëren die de adsorptie remmen.
- Is je paard gewond of ziek? Staat hij op boxrust? Dat heeft invloed op zijn behoeften en zijn dieet moet dus worden aangepast.
- Hoe oud is je paard? Oudere paarden hebben vaak niet zo’n goede spijsvertering en kunnen ook last krijgen van hun gebit.
- Metabolisme. Word je paard dik van lucht of is hij standaard net een veertje?
- Weer en omgeving. Is het koud? Dan heeft je paard meer calorieën nodig.
- Stalling en management. Staat je paard in een kudde? Of heeft hij zijn eigen stal of voedselbron?
2. Voeren per volume, niet per gewicht
Net als mensen hebben paarden een bepaalde hoeveelheid calorieën nodig om hun gewicht te bewaren. Vrouwen hebben per dag 2000 calorieën nodig, mannen 3000, en behouden hun gewicht. Een paard (van 450 kilo) dat stil staat heeft 15.000 calorieën nodig, een paard dat licht werkt 25.000 en een paard dat flink in training staat 33.000. Als je het juiste voer gaat kiezen, moet je drie dingen weten: het gewicht van je paard, het aantal calorieën in je voer en als laatste moet je weten hoe een kilo hooi eruit ziet. Daarvoor weeg je je hooi. Het wordt ook aangeraden ruwvoeronderzoek te doen, zodat je precies weet wat in je hooi zit.
3. Niet realiseren wat de basis van een paardendieet is
Teveel paardenmensen focussen zich op krachtvoer en graan. Maar eigenlijk heeft een paard helemaal geen graan nodig. Als het hooi of gras van goede kwaliteit is, hebben ze daar genoeg aan. Bij een paard dat hoog in het werk staat of drachtig is, is krachtvoer wel van belang om eventuele tekorten te compenseren. En als je de basisbehoefte van je paard niet kan vervullen met ruwvoer, dan grijp je naar het krachtvoer.
4. Verhongeren van een dik paard
Wanneer een paard te dik is, gaan veel mensen voor het grove geschut. Paarden worden op een kale weide gezet en mensen roepen: ‘hij krijgt maar een handje brok per dag!’ Zelfs het meest gedomesticeerde paard wil de hele dag kunnen kauwen. Als je hem daarvan weerhoudt wek je een stressrespons die sommige onderzoekers linken naar obesitas bij de makkelijk te houden rassen. Als een paard honger heeft (en elk paard heeft honger als hij maar een handje brok per dag krijgt!) maakt hij zich druk om zijn volgende maal. Als je een paard dat snel dik wordt in een kale weide zet, gaat zijn lichaam in de ‘overlevingsmodus’ en gaat hij dus alles vasthouden. Het kan er zelfs voor zorgen dat zijn metabolisme permanent lager wordt en dat leidt weer tot ongewenst gedrag. De beste manier om je paard af te laten vallen is door hem af te remmen. Je moet de hoeveelheid afbouwen, maar ervoor zorgen dat zijn normale gedrag in stand kan blijven. Een graasmasker kan daarbij helpen, of een slowfeeder. Paarden zijn net mensen, als ze niet mogen eten worden ze chagrijnig. Als je toch gaat voor dat handje brok: zorg er dan voor dat dat handje in zijn dagelijkse behoefte voldoet.
5. Denken dat eiwitten (proteïnen) hun paard gek maken
Een paard heeft eiwitten nodig om zijn spieren weer op te bouwen na het trainen. Een gewichtheffer eet na het sporten niet voor niets proteïnen. Helaas denken veel mensen nog dat paarden heet worden van eiwitten en voeren ze te weinig. Dan krijg je paarden die wel een buik hebben, maar geen toplijn. Dat is typisch voor een paard met te weinig eiwitten. Je ziet dit vaak bij hele jongen of oude paarden.
Een paard heeft eiwitten nodig voor de vorming van spieren, voor stofwisselingsprocessen, het samentrekken van de spieren, het goed laten functioneren van de lever en nieren, de aanmaak van hemoglobine (dat zorgt voor het zuurstoftransport in het bloed), het afweermechanisme en bloedstolling. Belangrijk spul dus!
Een jong paard heeft meer eiwitten nodig om botten en spieren te ontwikkelen. Als ze geen eiwitten binnen krijgen, hebben ze niks om hun lichaam mee op te bouwen. Een oud paard heeft meer eiwitten nodig omdat hij zijn voer niet meer goed kan verteren, ze absorberen minder voedingsstoffen. Het is bijna onmogelijk om te veel eiwitten te voeren, want een paard plast uit wat hij niet nodig heeft. Dat betekent trouwens niet dat je je paard helemaal vol kunt stoppen met eiwitten, een flink overschot aan eiwitten zorgt voor een hoog ureumgehalte in het bloed, waardoor de nieren harder moeten werken. De inname moet in balans zijn met wat je paard of pony nodig heeft.
In Nederland drukken we de behoefte van een paard aan energie en eiwit uit in EnergieWaardePaard (EWPa) en VerteerbaarRuwEiwit paard (VREp). EWPa wordt gebruikt om de hoeveelheid energie uit te drukken. VREp wordt gebruikt om de eiwitbehoefte uit te drukken.
Klik hier voor een tabel met de behoefte voor ieder paard. Eiwitten zitten in het gras en in ruwvoer, om te weten uit hoeveel eiwit je ruwvoer bestaat kun je het laten testen.
Bron: EcoEquine