Voer
Voer Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Top 3 meest gemaakte voerfouten

Verzorging Opvallend Voeding

Veel aandoeningen bij paarden worden direct of indirect veroorzaakt door verkeerd voeren. Gelukkig zien steeds meer paardenhouders in dat een goed rantsoen belangrijk is voor optimale gezondheid en prestatie van het paard. 

Daarnaast begrijpen ook steeds meer mensen wat een goed rantsoen nu precies is voor je paard. Toch zijn er een aantal valkuilen waar de gemiddelde paardenhouder extra op moet letten. Hieronder bespreken we de drie meest gemaakte voerfouten.

1. Te weinig en/of slechte kwaliteit ruwvoer

De basis van een goed rantsoen bestaat uit voldoende kwalitatief goed ruwvoer. Als richtlijn kun je aanhouden dat een paard van 600 kg ongeveer 9 - 11 kg hooi per dag eet. Kuilgras bevat meer vocht en daarom moet je hiervan wat meer voeren (richtlijn: 12-15 kg per dag voor een paard van 600 kg). 

Vaak weten paardenhouders alleen niet hoeveel ze voeren. Weeg daarom je ruwvoer, zodat je precies weet hoeveel je voert. Om helemaal zeker te zijn wat je voert, zal je het ruwvoer moeten laten analyseren. Daarnaast is het voor een gezond spijsverteringskanaal belangrijk om het voer over meerdere maaltijden per dag te verspreiden.

De kwaliteit van het ruwvoer is ook erg belangrijk. Je kan dit zelf al eenvoudig beoordelen door te kijken, ruiken en te voelen aan het ruwvoer. Wanneer het ruwvoer door je eerste checklist is goedgekeurd, kun je het nog laten analyseren zodat je precies weet wat je voert. Zo weet je ook of er eventueel tekorten zijn die je moet aanvullen.

2. Teveel aanvullingen/extra’s

Vaak wordt de behoefte van een paard verkeerd ingeschat doordat de intensiteit van de arbeid wordt overschat. Daarnaast wil niemand dat zijn of haar paard wat tekort komt en daardoor wordt vaak teveel gevoerd, meestal gaat het dan om teveel krachtvoer. Maar teveel is ook niet goed. Ook voor een paard geldt dat overgewicht ongezond is. Check daarom regelmatig de conditiescore van je paard.

Geef niet teveel verschillende soorten krachtvoer en supplementen. Hierdoor heb je juist kans dat het rantsoen uit balans raakt. Let ook op met de hoeveelheid extra lekkernijen zoals brood, appels, wortels, suikerklontjes en snoepjes. Wees extra voorzichtig bij paarden die gevoelig zijn voor suikers.

3. Te snelle overgangen

Het spijsverteringskanaal van een paard is erg gevoelig voor rantsoenwisselingen. Om problemen te voorkomen zal je elke rantsoenovergang zo geleidelijk mogelijk moeten doorvoeren. Neem hier gerust 2 tot 4 weken de tijd voor.

Veel problemen ontstaan in het voorjaar, wanneer paarden vanaf het stalrantsoen weer naar de weide mogen. Het rantsoen verandert abrupt, waardoor de spijsvertering van een paard verstoort raakt. Een paard heeft de tijd nodig om te kunnen wennen aan een nieuw rantsoen. Bijvoorbeeld door elke dag een uurtje langer te beweiden.