longeren
longeren

Longeren: vier redenen om het in je training op te nemen!

Training Opvallend Werken aan de hand

Longeren is een belangrijk onderdeel van het trainen van een paard. Hoewel het er voor omstanders misschien uitziet alsof je je paard alleen maar rondjes laat lopen aan een lange lijn, is goed longeren meer dan je paard laten rennen tot hij moe is. Als je goed nadenkt over je doel, heeft het longeren veel meer nut. Met deze vier redenen kun je gericht en effectief aan de slag in de longeercirkel.

1. Denkvermogen activeren

In plaats van je paard eindeloos rondjes te laten rennen, is het verstandiger zijn denkvermogen te activeren. Zo raakt hij niet uitgeput van het longeren, maar leert hij juist beter letten op jouw hulpen en aanwijzingen.
Vraag rustig om verschillende overgangen, blijf schakelen en verander regelmatig van richting. Zo focust je paard op jou als leider, in plaats van wat hij zou doen als hij met zijn vrienden in de wei zou doen (rennen, bokken en meer rennen).
Wat je graag wil zien bij je paard als je hem longeert: een ontspannen paard dat met zijn hoofd naar beneden loopt, het binnenste oor luisterend naar jou toegedraaid. Als je paard zo nu en dan kauwt en zijn lippen likt, vertelt dat je dat hij aan het verwerken is wat hij zojuist heeft geleerd.

2. Opwarmen en de spieren losmaken

Als je paard zijn aandacht eenmaal bij jou heeft, kun je verder met de warming up. Je kunt nu je paard bijvoorbeeld goed controleren op stijfheid. Vraag tempowisselingen binnen de verschillende gangen en maak moeilijkere overgangen, zoals van halt naar draf en van stap naar galop.
Kijk ook of je de volte kleiner of groter kunt maken. Zo loopt je paard zijn spieren warm en los, en is hij na het longeren klaar om gemakkelijker onder het zadel aan het werk te gaan.

3. Nieuwe ideeën introduceren

Door een paard aan de longe te trainen zonder een ruiter op zijn rug, kun je hem gemakkelijk laten wennen aan nieuwe dingen. Een zadel en hoofdstel bij jonge paarden bijvoorbeeld, maar ook verzamelen en uitstrekken.
Aan de longe krijgt het paard de tijd zich aan te passen aan deze nieuwe, vreemde zaken, zonder dat hij zich daarbij ook nog zorgen moet maken over wat die ruiter op zijn rug aan het doen is. Op deze manier kun je je paard ook laten wennen aan hindernissen of spannende objecten, zonder dat je zelf risico loopt te vallen bij een iets té enthousiaste sprong of een schrikreactie.

4. Perfecte gangen oefenen

Bij het longeren heb je twee hulpen die je tot je beschikking hebt om de gangen van je paard te verbeteren: de hand die de longeerlijn vasthoudt en je longeerzweep.
De longeerzweep is je drijfhulp, zoals je benen bij het rijden, en je hand op de longeerlijn geldt als je hand die de teugels vasthoudt. Je kunt je paard met deze hulpen waar nodig aandrijven en door halve ophoudingen weer terugnemen.
Zonder ruiter op zijn rug is het voor je paard gemakkelijker zijn balans te vinden en te concentreren op de hulpen. Tegelijkertijd kun je het effect van je hulpen perfect in de gaten houden omdat je naast je paard staat in plaats van erop zit.
Bron: Hoefslag
1382613
longeren met balkje
longeren met zadel
longeren zonder bijzet
longeren-mireille den hoed