Wandelen
Wandelen Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Wandelen met je paard, best eenvoudig toch?

Fun Opvallend

Wandelen met je paard is een goede manier om te ontspannen. Maar ook om de gehoorzaamheid van je paard (of pony) te trainen. En om de band te versterken. Wandelen is heel eenvoudig. Toch? Nou, er zijn wel wat tips te vergeven.

Wat wil je trainen?

Als jij stilstaat, staat je paard ook stil. Als jij gaat lopen, loopt je paard mee. In dezelfde snelheid als die van jou. Op deze punten kun je goed trainen. Gewoon door vaak te gaan wandelen en het stilstaan, gaan lopen en volgen af te wisselen. Vind een leuke balans tussen spelen en trainen en je maakt er een leuke tijd van voor paard én trainer.

Hoofdstel of halster?

Een gehoorzaam paard, dat goed op je stem en/of lichaamshouding reageert, kun je prima aan een halster meenemen naar buiten. Maar een paard dat buiten niet erg ervaren is en/of niet zo goed luistert, kun je soms toch beter een bitje in doen. Dan gebruik je voor het wandelen dus een hoofdstel. (In de praktijk zie je dit vaak bij jonge paarden die men wil laten wennen aan het buiten lopen.) 

Als je iets vriendelijker in de mond wilt zijn, kun je voor het wandelen een rubberen bitje gebruiken. Het kan ook fijn zijn om een longeerlijn te bevestigen aan het hoofdstel (of halster) en je paard daaraan te geleiden.

Wil je paard steeds grazen?

Veel ruiters kennen het wel: je paard trekt de teugels uit je handen en duikt naar het gras. Dat kan ook gebeuren als je aan het wandelen bent. Maar ontspanning (zie hierboven) en een trekwedstrijd gaan niet erg samen. De gouden regel voor het omgaan met een paard dat naar gras duikt: wees consequent! 

Herken z’n gedrag en wees ‘m voor. Neem de lijn (of teugels) wat korter. Het belangrijkste is dat je altijd probeert te voorkomen dat hij kan grazen. Ook al betekent dit dat je om de vijf stappen een poging tot grazen moet verijdelen. Consequent zijn. En je zult zien dat je paard uiteindelijk zelf ontspannen meeloopt.

Schrikt je paard snel?

De belangrijkste regel voor een paard dat snel schrikt: werk aan z’n zelfvertrouwen. En z’n vertrouwen in jou. Het ene paard heeft de neiging om te gaan rennen als het schrikt, terwijl het andere juist verstart en stil gaat staan. Paarden die willen wegrennen, proberen ook vaak om te draaien. Meestal dezelfde kant op. (Het is goed om vluchtgedrag te voorkomen. Als je weet welke kant je op paard op zal draaien, kun je proberen om dit te voorkomen.) 

Werken aan het zelfvertrouwen is een langetermijnstrategie. Op de korte termijn is het belangrijk om je paard niet te belonen voor zijn schrikgedrag. (Dus stel hem niet gerust.) Houd contact met hem en leid hem af. En geef vooral het goede voorbeeld: blijf relaxed en probeer zelf de gang erin te houden.

Heb jij meer wandeltips?