Kudde
Kudde Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Vijf veelgehoorde mythes over paarden en paardrijden

Fun Opvallend

Hoe vaak moet jij je sport of hobby verdedigen? Er bestaan nogal wat mythes over paarden en paardrijden, waar je ongetwijfeld vaak genoeg mee geconfronteerd wordt. Het is niet makkelijk om niet-paardenmensen te overtuigen van jouw opvattingen, daarom helpen we je een handje. Gedeelde smart is halve smart!

1. Paardrijden is voor de elite

We kregen echt niet allemaal een pony van onze ouders en de meesten van ons werden ook niet wekelijks verwend met nieuwe paardenspullen. Het gros van de paardenmensen is een harde werker. Al van jongs af aan door weer en wind naar je (verzorg-)pony, iedere dag stallen mesten en dan had je vaak ook nog één of meerdere bijbaantjes, bijvoorbeeld folders lopen of stalhulp op de manege. 

Paardenmensen brengen bijna al hun vrije tijd door bij hun geliefde viervoeter en zetten hier veel voor opzij. Het geld dat een ander zou uitgeven aan stappen in het weekend of dure vakanties, gaat bij ons regelrecht naar ons paard.

2. Paardrijden is geen sport

Eén van de meest gehoorde reacties van niet-paardenmensen als je over jouw sport vertelt: “Maar paardrijden is helemaal geen sport!”. Er wordt gedacht dat ruiters enkel meeliften en dat het paard al het werk doet. In sommige uitzonderlijke gevallen is dit waar, maar paardrijden kan met recht een sport worden genoemd.

3. Paarden hebben weinig verzorging nodig

“Paarden zet je gewoon op de wei en dan heb je er geen omkijken meer naar.” Fout, zowel het paard als de wei hebben verzorging en onderhoud nodig. Het paard heeft op zijn minst vers water, genoeg ruwvoer en lichamelijke verzorging nodig. Het weiland zal uitdrogen, kaal gegeten worden of een modderpoel worden zonder adequaat onderhoud. 

Verwacht je ook nog prestaties van je paard? Dan zal het paard regelmatig getraind moeten worden, een ander voerschema nodig hebben en intensiever verzorgd moeten worden. Denk aan de hoefsmid, dierenarts, tandarts en eventueel een fysiotherapeut of osteopaat. Het verzorgen en houden van paarden is niet iets wat je ‘er even bij doet’, het kost veel tijd en toewijding.

4. Paarden zijn net honden, maar dan groter

Je maakt een buitenrit met je paard en komt iemand met een hond tegen. Deze persoon zegt met een gek stemmetje tegen zijn hond: “Kijk eens! Wat een grote hond!”. Ook je vrienden en familie die weinig met paarden hebben willen deze vergelijking nog wel eens maken en benaderen jouw paard net als een hond. 

Behalve het feit dat ze al jaren zeer betrouwbare metgezellen van de mens zijn, hebben paarden en honden weinig gemeen. Paarden zijn prooidieren en honden zijn roofdieren. Paarden reageren anders op leiderschap van mensen dan hoe honden hierop reageren. Honden hebben een totaal andere (lichaams)taal dan paarden. Op een hond kun je niet rijden. Moeten we nog even doorgaan? ;)

5. Paarden houden van mensen zoals mensen van paarden houden

Als je paard hinnikt zodra hij je ziet of naar het hek komt rennen zodra jij verschijnt, betekent dit helaas niet altijd dat hij op dezelfde manier van jou houdt als jij van hem. Paarden zijn gewoontedieren en kunnen erg goed associëren. Zo legt je paard gemakkelijk een verband tussen jou zien bij het hek en gevoerd worden. 

Het kost veel tijd om paardencommunicatie te begrijpen; wat jij opvat als een teken van liefde kan voor je paard een heel andere betekenis hebben. Wel kun je gauw genoeg zien of je paard zich prettig voelt in jouw bijzijn en graag tijd met je doorbrengt.

Bron: Horse Listening