Vegen
Vegen Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Het belang van goede stalhygiëne

Welzijn Opvallend Verzorging

Bacteriën gedijen het best in vocht, vuil en viezigheid. Een vieze stal, voer- of drinkbak, vergroot hun overlevingskansen. Dat kan gezondheidsrisico’s voor je paard opleveren.

Toch ben je er niet alleen met een goede stalhygiëne. Infecties met virussen, bacteriën en schimmels vinden soms hun weg, ook dwars door schone stallen heen.

Professor dr. Marianne Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan geeft antwoord op een aantal vragen over stalhygiëne.

Hoe zit het met de aanwezig van bacteriën op stal?

“Bacteriën gedijen het beste bij vocht, vuil en viezigheid. Er zijn honderden bacteriesoorten die ergens rondzwerven en alleen de kans krijgen als de juiste voedingsbodem wordt gecreëerd. Dit kan een vieze stal zijn, maar ook een wondje.”

“De tetanus-bacterie zit bijvoorbeeld gewoon in de grond, maar kan alleen toeslaan als er een diep wondje is. Je kunt grofweg een tweedeling maken tussen pathogene (ziekteverwekkende, red.) en niet-pathogene bacteriën. Voor mok en rotstraal geldt: dat zijn meestal geen pathogene bacteriën. Het zijn gewone bacteriën die de overhand gaan nemen bij vocht, vuil of viezigheid. Een vuile stal en gevoeligheid van het individu bepalen of het paard een huidontsteking aan de onderbenen (mok) krijgt.”

Wat zijn de gevolgen van een slechte hygiëne op stal?

“Van vuil op zichzelf wordt een paard niet ziek. een vieze drinkbak, beschimmeld hooi of een vieze stal vormen niet direct een bedreiging voor de gezondheid, in de zin dat het infecties kan geven. Het geeft vooral een praktisch probleem.”

“Een paard drinkt geen vies water en eet doorgaans ook geen beschimmeld hooi. Natuurlijk kan beschimmeld hooi wel koliek veroorzaken en het is ook slecht voor de luchtwegen. Een vieze drinkbak kan indirect een virus helpen verspreiden. En een vieze stalbodem geeft kans op hoefproblemen. In meer extreme gevallen veroorzaakt het een worminfectie, omdat als de mest lang blijft liggen, de cyclus van de wormeitjes rond kan komen en een nieuwe infectie kan veroorzaken.”

Hoe ver moet je het dan laten komen?

“Dan heb je het over een aantal weken de stal niet uitmesten. De ontwikkeling van eitje tot worm is 3 tot 6 weken. Als je een stal regelmatig goed uitmest, komen de wormen nooit rond in hun cyclus/ ontwikkeling. Daarom is het ook belangrijk om de mest uit de wei te halen. De wei slepen helpt ook, omdat de larven dan makkelijker uitdrogen en de cyclus dus niet rond komt.”

Hoe vaak moet je de stal schoonmaken?

“Een keer per week uitmesten en daarbij al het schone stro naar de zijkant leggen, is op zich een prima methode en frequentie. Dagelijks de mestballen en zo nodig natte plekken verwijderen is natuurlijk nog beter, maar niet altijd haalbaar. Het is wel belangrijk de stalbodem te laten drogen voor je alles weer opstrooit, gezien de vocht-voorliefde van bacteriën. Bacteriën en virussen kunnen doorgaans slecht tegen droogte.”

“Daarnaast is het goed om de stal, minimaal één keer per jaar, grondig schoon te maken. Met water en een borstel. Als je de stal wilt ontsmetten, omdat er bijvoorbeeld een nieuw paard inkomt, moet deze altijd eerst goed huishoudelijk worden schoongemaakt. Ouderwets met water, zeep en een borstel. Eerst laten inweken en dan borstelen. Ja, dat is arbeidsintensief, maar doe je dit niet, dan is ontsmetten, met welk desinfecterend middel dan ook, zinloos.”

“Het is ook oppassen met de hogedrukspuit. Deze kun je prima gebruiken op het moment dat een stal volledig leeg is, dus geen andere paarden meer in de stal, want met een hogedrukspuit worden in de kleine vochtdruppeltjes heel veel kiemen verspreid.”

Hoe zit dat met een waterbak?

“Een waterbak in de wei met stilstaand water moet je minimaal een keer per week helemaal schoonmaken. Anders gaat er van alles in groeien. Algengroei is nog niet het grootste probleem, maar daarin kunnen zich ook allerlei kiemen nestelen.”

“En als een paard met een infectie zijn neus in het drinkwater steekt, kan hij op die manier weer andere paarden besmetten. Bij een automatische drinkbak op stal, moet je opletten dat er geen voer of andere viezigheid in komt. Dit gaat namelijk snel schimmelen. Het meest ideaal is om de drink- en voerbak niet direct naast elkaar te hebben. in ieder geval regelmatig vuil en viezigheid uit de drinkbak verwijderen.”

Wanneer kan een huidschimmelinfectie ontstaan?

“Huidschimmels kunnen zich verspreiden via direct contact en via indirect contact via borstels, tuig en boxwanden. De schimmelplekken kunnen overal op het lichaam ontstaan, maar worden vaak als eerste gezien op plekken waar het zadel en het hoofdstel liggen omdat daar veel wrijving is en het meeste zweet.”

“Goede hygiëne, dat wil zeggen altijd voor ieder paard eigen borstels en harnachement gebruiken, is het beste. Als er een schimmelinfectie optreedt, zal de dierenarts een antischimmelmiddel voorschrijven en daarmee kunnen ook de borstels na huishoudelijke reiniging gedesinfecteerd worden. Voor sjabrakken en dekens geldt goed wassen en liefst in de zon laten drogen.”

Is de stal bij uitstek de plek waar kiemen een kans krijgen?

“Ja en nee. Het hangt van de omstandigheden af. In een kleine stal met weinig ventilatie loop je meer kans op verspreiding van virussen en infecties dan in een grote stal met een goede ventilatie. En op stal is het risico van verspreiding van virussen over het algemeen altijd groter dan buiten, maar ook daarin geldt een tweedeling. Een goed geventileerde stal is weer beter dan een klein weiland waar veel paarden op elkaar staan. En op gesloten bedrijven komen vaak minder infecties voor omdat er geen nieuwe paarden komen die een infectie kunnen meebrengen.”

Wat zijn de meest voorkomende kiemen?

“De meest voorkomende virussen zijn influenza en rhinopneumonie. De meest voorkomende bacterie is de droesbacterie. Deze verspreiden zich allemaal door direct en indirect contact tussen paarden. Waarbij voor rhinopneumonie geldt, net als het herpesvirus bij de mens, dat als het paard eenmaal drager is, dan kan het later soms weer op spelen. Met name onder stressvolle omstandigheden. Dus dat kan ook op een volledig gesloten bedrijf. De andere kiemen kunnen alleen overgedragen worden, als er een nieuw paard van buitenaf op stal komt, dat het virus bij zich draagt.”

Hoe zit het met het ontstaan van infecties?

“Kiemen zijn er gewoon en verplaatsen zich, omdat paarden nu eenmaal worden verplaatst. Door Nederland, door Europa, en over de wereld. Een uitzondering vormt Australië. Dat land is vrij van het influenzavirus. Er was een aantal jaren geleden een uitbraak door import van een geïnfecteerd paard. Met uitgebreide vaccinatiecampagnes en een vervoersverbod zijn de Australiërs er weer vanaf gekomen, maar dat heeft heel veel tijd een geld gekost. Dat is gelukt, maar dat kon alleen daar, omdat het een eiland is en het toezicht op import van paarden zeer strikt is. Voor vaccineren geldt dat het zeker zinvol is, mits de infectiedruk niet te hoog is.”

Voor de preventie van virussen zou het ‘t veiligste zijn om je paard zo weinig mogelijk te verplaatsen?

“In theorie wel. Maar in de praktijk geldt: de meeste mensen hebben een paard voor hun plezier. Als een onderdeel daarvan is: lekker op wedstrijd gaan, of in groepsverband het bos in, dan moet je dat voorop stellen.”

“En je kunt stellen: op een volledig gesloten bedrijf zijn er minder problemen. Maar áls er problemen zijn, dan zijn ze groot. Dit komt omdat er weinig antistoffen aanwezig zijn bij de paarden. Als je je paard goed laat vaccineren en het paard regelmatig in contact komt met paarden van buitenaf, dan wordt hij ook weerbaarder. De eigen dierenarts kan de situatie op een bedrijf het beste beoordelen en dus advies geven wat wel en niet verstandig is.”

Bron: Bit & Cap