Ontwormen
Ontwormen

Effectief wormen bestrijden

Nieuws

Standaard één keer in de zes weken een wormspuit geven aan een paard, daar doen we niet meer aan. Het is namelijk niet hoe vaker ontwormen hoe beter, sterker nog: zo ontstaat zelfs het tegenovergestelde effect. Bert Jansen, accountmanager bij internationaal diergezondheidsbedrijf Zoetis, vertelt hoe je wél effectief wormen kunt bestrijden.


“Rond 2008/2009 is er een nieuwe wetgeving gekomen om te voorkomen dat mensen zo maar elke zes weken hun paard een wormspuit geven terwijl dat eigenlijk niet nodig is”, vertelt Bert Jansen, accountmanager bij internationaal diergezondheidsbedrijf Zoetis. “Ontwormingsmiddelen zijn uitsluitend bij de dierenarts verkrijgbaar. Waarom? We moeten het de komende jaren doen met de huidige ontwormingsmiddelen die er zijn, er zijn op dit moment geen nieuwe ontwikkelingen. We moeten doen met de huidige middelen. Bovendien leidt te veel onnodig behandelen ertoe dat wormen niet meer reageren op de behandeling: ze worden resistent.”

Mestonderzoek


“In tegenstelling tot vroeger gaan we niet meer gelijk doseren, maar denken we hier eerst beter over na. Hoe kunnen we besmetting van wormen op ons grasland überhaupt voorkomen? En als we dan toch een paard ervan verdenken dat hij besmet is geraakt, dan doen we eerst mestonderzoek om vast te stellen of dit daadwerkelijk zo is, voordat we een wormspuit toedienen. Bij zo’n mestonderzoek wordt het EPG geteld (onder de microscoop): het aantal Eitjes Per Gram mest. Stel je voor: één mesthoop weegt ongeveer twee kilo. Het paard heeft een EPG van tweehonderd. Dat betekent dat er zo’n 400.000 eitjes in de mest zitten. Een paard mest gemiddeld zo’n zes tot acht keer per dag. Dat betekent dat één paard al voor 3.200.000 eitjes op de wei zorgt. Een deel zal het in de winter niet overleven als het vriest, of in de zomer niet door de uv-stralen van de zon en droogte, maar een groot deel zal achterblijven op de wei om paarden te infecteren. Mestonderzoek is daarom erg belangrijk.”

Wormen bij paarden


“Eenmaal opgegeten door het paard komen de wormen in het maagdarmkanaal terecht. Daarna migreren de larven via het bloed naar hun favoriete plekje in het lichaam van het paard. Aan de buitenkant van het paard is dan nog niets te zien, maar alleen hierdoor kunnen paarden onder andere al koliek krijgen. De volwassen wormen komen uiteindelijk weer terug in het maagdarmkanaal, waar ze de darmwand aantasten waardoor ook bacteriële infecties, diarree en bloed in de ontlasting kunnen ontstaan. Vervolgens leggen  de volwassen wormen weer grote hoeveelheden nieuwe eitjes op de weide (met als gevolg nieuwe larven).”

Besmetting van de weide voorkomen


“Om te voorkomen dat een paard geïnfecteerd raakt, is weidemanagement erg belangrijk. De mest verwijderen, niet te veel paarden op één stuk land laten grazen of de weide een tijdje leeg laten staan zodat de larven afsterven zijn allemaal dingen die kunnen helpen om de infectiedruk op de weide tegen te gaan. Het gras hooien/kuilen kan ook helpen, door het drogen (bij hooien) en het verzuren van de kuil worden de wormenlarven gedood. Ook kun je de weide tijdelijk laten begrazen door schapen of koeien. Paardenwormen zijn namelijk diersoort specifiek, dat wil zeggen dat ze alleen paarden kunnen aantasten. Schapen en koeien kunnen dus niet worden aangetast door de paardenworm. Ze verwijderen deze worm van het grasland door ze op te eten, waardoor de infectiedruk naar beneden gaat.”

 Resistentie voorkomen


 “Om te voorkomen dat een wormspuit niks meer uithaalt bij het paard omdat de wormenresistent is geworden, kun je een aantal dingen doen. Ontworm alleen als het nodig is (als uit mestonderzoek is gebleken dat de paardenmest wormeneieren bevat), ontworm zo min mogelijk en ontworm juist. Juist ontwormen wil zeggen: het juiste middel, het juiste moment, de juiste dosering. Doseer naar gewicht van het paard, dat kan soms dus meer dan één spuit per paard zijn. Te veel is niet erg, te weinig wel. Van steeds een beetje te weinig (onderdosering) kunnen de wormen  ook resistent worden. En wat betreft het juiste middel, er zijn drie soorten wormenmiddelen:

  1. Benzamidazoles, worden bijna niet meer gebruikt uit oogpunt van resistentie, behalve bij resistente spoelenwormen is het nog goed bruikbaar.

  2. Pyrantel, kennen we weinig resistentie tegen, maar pakt niet alle wormsoorten aan en dood ook niet alle stadia van larf tot worm .

  3. Macrocyclische lactonen, pakt alle de wormsoorten aan en ook alle stadia, maar laat ingekapselde larven zitten (Ivermectine). Echter moxibectine pakt wél de ingekapselde wormen aan.


Op de dierenartsenpraktijk is kennis over alle stoffen, de juiste dosering en toepassing aanwezig. Het is daarom van belang in overleg met de dierenartsenpraktijk een plan van aanpak te maken.

Bron: www.bitmagazine.nl 

*Dit artikel is geschreven naar aanleiding van de informatieve paardenavond in Zuidhorn, georganiseerd door dierenartsenpraktijk Zuidhorn/Reitdiep. 

Lees meer over ontwormen:


Feit & Fabel: Ontwormen

Verwarring over ontwormen tegen rode bloedworm

Snel en makkelijk ontwormen

Ontworm jij wel goed?