hals
hals

Beter rijden? Gebruik je fantasie!

Nieuws

Hoe leg je een ruiter uit hoe iets moet voelen? Sommige instructeurs zijn meesters in beeldspraak. Het hangt er vanaf wat voor leertype je bent, maar misschien raken deze tien voorbeelden bij jou de juiste snaar.



1. Klop op de deur


Stel, je wilt wijken. Of gewoon voorwaarts. Je geeft een beenhulp, maar er gebeurt niets. Veel ruiters gaan in zo’n situatie harder duwen met hun benen. Een paard reageert op knijpende, aanhoudende beenhulpen door er tegenin te hangen. Bovendien ga je door de kracht die je uitoefent als ruiter verstrakken in je zit. Houd je beenhulp luchtig en kort, alsof je op een deur klopt. Trainer Johan Hamminga heeft het ook wel over een ‘ademende’ beenhulp. Als een paard niet op de eerste lichte ‘klop’ reageert, geef je een stevige tweede. Nog niks? Wees streng en eis reactie.

2. De staarten van Pippi Langkous


Nog nooit van Pippi Langkous gehoord? Google haar even en stel je voor dat je zelf met twee van die vlechten recht opzij op je paard zit. De staarten moeten evenwijdig aan de grond blijven. Zo niet, dan houd je je hoofd scheef. Die scheefheid komt bijna altijd voort uit je zit. Iets om serieus aan te werken als je je paard wilt rechtrichten.

3. Losse blokjes


Beter rechtop blijven zitten? Stel je ruggengraat voor als een stapel losse blokjes. Ze mogen niet omvallen. Voor sommige ruiters werkt het om te denken dat de bovenkant van hun hoofd met een elastiekje aan het plafond zit. Zorg dan wel dat je zwaartepunt laag blijft en dat je niet je schouders optilt.

4. Ga op de billen van je paard zitten


Niet letterlijk doen natuurlijk, maar door te denken dat je op de billen van je paard zit, verplaats je je zwaartepunt naar achteren. En dat is de bedoeling als je een paard dat op de voorhand loopt meer achter wilt laten dragen. Hij moet steeds meer bergopwaarts gaan, doordat hij achter zakt. Door te denken dat je achterop je paard zit, ligt de nadruk minder op de voorhand.

5. Rijd je paard vóór je uit


Als het goed is, zit je ongeveer midden op je paard. Maar je moet het gevoel hebben dat je meer paard vóór je hebt dan achter je. Het is niet goed als het voelt alsof je hem als een bolderkar achter je aan sleept.

6. De teugels zijn stokjes


Gevende handen en armen werken in de richting van de mond van een paard en niet naar je eigen buik toe. Maar het is wel belangrijk dat je bij dat geven het contact onderhoudt, zodat er communicatie via die weg mogelijk is. Stel je voor dat je teugels stokjes zijn en probeer daarmee het hoofd van je af te duwen.

7. Zet je voet(en) op de grond


Om je zwaartepunt zo laag mogelijk te houden beeld je je in dat je beide voeten op de grond zet. Dat werkt ook goed aan één kant, als je bijvoorbeeld in het wijken, travers of de keertwending steeds te veel aan de buitenkant wegzakt. Probeer dan denkbeeldig aan de binnenkant op de grond te gaan staan. Je bovenlichaam moet recht boven je paard blijven, dus doe het vanuit je bekken.

8. Sponzen of champagne in je handen


Het juiste gevoel van de teugels in je handen is alsof je een spons met water vasthoudt. Er mag slechts een klein beetje water uit lopen, je mag ‘m niet leegknijpen. Voor de goede handpositie stel je je voor dat je glazen champagne bij het steeltje vast hebt. Niet knoeien, dat zou zonde zijn. Een goed contact met de mond is een prettig gevoel, niet te stevig en niet te slap. Alsof je hand in hand loopt met iemand waar je verliefd op bent.

9. Springveer in je rug


Ken je zo’n veertje dat in een balpen zit? Stel je zoiets voor in je onderrug. Dat is waar je de bewegingen van je paard mee moet opvangen. Leun je te veel voor of achterover, dan druk je de veer dicht, waardoor de werking verloren gaat. Je blokkeert dan dus zelf de beweging van je paard. Ook in je enkels zitten zulke springveren.

10. Ga op je handen zitten


Deze kun je wel even letterlijk doen, als je stilstaat en iemand houdt je paard vast. Doe je handen plat onder je billen. Voel je je zitbeenknobbels? Probeer nu eens bewust eerst de ene en dan de andere te belasten, zonder met je bovenlichaam over te hellen. Als je rijdt en je zakt scheef weg, omdat je paard niet recht is, denk dan dat je op je handen zit en ga bewust de andere kant meer belasten.

Bron: Bitmagazine.nl