gedrag
gedrag

Hoeveel invloed hebben genen in paardengedrag?

Nieuws

Zijn het de genen of is het de omgeving? In welke mate kunnen wij invloed hebben op het gedrag van ons paard? Moeten we er ons gewoon bij neerleggen dat het gedrag in de genen zit? Dierenwetenschapper Nancy Diehl geeft antwoord.

Hoeveel invloed hebben genen op de gedrag van ons paard? “Simpel gezegd: erfelijkheid is de hoeveelheid waarneembare verschillende kenmerken die kunnen worden verklaard door genetische variatie, los van omgeving of andere invloeden”, begint Nancy Diehl. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar geeft wel gelijk de complexheid aan van het bepalen van wat erfelijk is en wat niet.

Inschatten erfelijkheid

Want wat zit nou in de genen en wat bepaalt nou het temperament van het paard? Volgens Diehl speelt de omgeving een enorme rol in het gedrag. “Hoe is het paard opgegroeid en hoe is het opgevoed? Om een inschatting te kunnen maken wat erfelijk is, zul je een onderzoekspopulatie moeten hebben van paarden met ongeveer dezelfde gedragingen en worden beïnvloed door dezelfde omgevingsfactoren.”

Complex

“Gedrag is een zeer complex gevolg van gebeurtenissen. Erfelijkheid van gedrag is veelal geassocieerd met verschillende genen, die ook gekoppeld zouden kunnen worden aan genen voor andere lichamelijke kenmerken en gedragingen. Sinds de domesticatie worden paarden geselecteerd en gefokt voor hun anatomische en lichamelijke kenmerken die het beste passen bij hun omgeving en gebruiksdoel. Selectiecriteria voor individuen kunnen ook gedragskwaliteiten bevatten, maar het is aannemelijk dat die gedragingen gewoon meekwamen met de gewenste lichamelijke kenmerken. Daarom hebben we nu rassen met karakteristieke uiterlijke kenmerken en algemeen geaccepteerde verschillen in temperament”, zegt Diehl.

Temperament

“Temperament is over het algemeen aangeduid met een aantal gedragskenmerken die al vroeg aan het licht komen en relatief blijvend zijn. Toch kan temperament ook beïnvloed zijn door de huidige omgeving, dus het is lastig om de erfelijkheid ervan te bepalen. Studies naar temperament zijn op verschillende manieren gedaan. Ze tonen zeker aan dat temperament erfelijk is. Het is alleen moeilijker te meten dan erfelijkheid voor bepaalde vaardigheden, zoals springaanleg. Toch weten we dat er zelfs binnen een ras grote variatie bestaat in temperament.  Of daarop wordt geselecteerd, is ook afhankelijk van de wensen van de fokker. Een te heet paard voor de een kan juist een ideaal paard voor een ander zijn. Het is moeilijk om objectief te zijn in het bepalen van eigenschappen die horen bij een bepaald temperament, en zelfs de specifieke gedragskenmerken die een paard geschikt maken voor zijn werk.

Stereotype gedrag

“Ook bij stereotype gedrag zouden we graag willen weten of het erfelijk is. Er is onderzoek gedaan naar verschillende rassen en de neiging tot kribbebijten en er zijn ook wel bewijzen uitgekomen. Maar we moeten er ook rekening mee houden dat die stereotypen misschien binnen een ras terug te vinden zijn, door de manier waarop de paarden zijn opgegroeid. Denk aan volbloed renpaarden in vergelijking tot trekpaarden. We kunnen de historie achter een ras niet weglaten als je kijkt naar de aanleg tot kribbebijten. Van nakomelingen van kribbebijtende ouders kun je verwachten dat ze het zelf ook gaan doen, maar hun stereotype gedrag kan ook anders zijn dat dat van hun ouders. Het is aannemelijk dat stereotype gedrag te maken heeft met aanleg, maar niet perse erfelijk is. Andere temperamentgerelateerde eigenschappen en de omgeving spelen ook een rol in de gedragsuitingen van een individu.”

Omgeving

“We weten dat er genetische invloeden zijn op gedrag en temperament. Ik denk dat, als we kijken naar ons eigen paard, er veel factoren zijn die van invloed zijn op hoe het dier zich daadwerkelijk gaat gedragen en of de onderliggende neigingen naar buiten komen. Als we de rol koesteren die de omgeving en wij als eigenaren of opvoeders kunnen hebben op de aangeboren eigenschappen van een paard, krijgen we waarschijnlijk eerder het gedrag dat we zoeken”, besluit Diehl.
Bron: The Horse.