hoeven
hoeven

Voeding en hoefkwaliteit

Nieuws

‘No feet, no horse’ is een bekende uitspraak. Ofwel, zonder goede voeten/hoeven, kan een paard niet doen waar hij onder ander voor is geboren: lopen. Voor de kwaliteit van de hoeven zijn op de eerste plaats de genen bepalend. Een slechte hoefkwaliteit fokt dus door. Naast de genetische aanleg hebben de stalbodem, droogte/vocht, seizoen, voeding en algehele gezondheidsstatus invloed op de hoefkwaliteit. En de hoefsmid, niet te vergeten! De directe invloed van voeding is relatief klein. Toch is het wel goed om het rantsoen van je paard nader te bekijken als er hoefproblemen zijn.





  1. Eiwit/aminozuren




Keratine maakt het grootste deel uit van de hoef, ongeveer 97 %. Het is een zogeheten structuureiwit, wat verbinding, stevigheid en bescherming biedt. Keratine bevat veel zwavel; voor de aanmaak zijn dan ook zwavelhoudende aminozuren nodig, zoals methionine en cysteïne. Een normaal rantsoen met ruim voldoende eiwit (VREp, verteerbaar ruw eiwit paard, >400 g/dag voor een paard van 600 kg) voorziet normaal gesproken voldoende in deze aminozuren. Voer je echter (bewust of onbewust) heel weinig eiwit én heeft je paard slechte hoeven, dan kan het de moeite waard zijn om het eiwitaandeel te verhogen. Dit kun je doen door een eiwitrijker krachtvoer te kiezen of d.m.v. een aminozurensupplement.


  1. Vetten




De 2e best vertegenwoordigde stof in een hoef is vet. Welke vetzuren specifiek voor de hoeven van belang zijn, is voor paarden niet bekend, maar het vetgehalte in het rantsoen moet wel op peil zijn. Dagelijks een goede scheut olie over het voer kan helpen bij ‘droge’ hoeven.


  1. Mineralen: calcium, zink, koper, selenium




Over het algemeen is calcium vrij goed vertegenwoordigd in een paardenrantsoen. Zink, koper en selenium daarentegen iets minder. Deze sporenelementen komen in zeer wisselende hoeveelheden in het ruwvoer voor, en niet alle commerciële voeders zijn uitgerust met een (extra) hoog koper-, zink- en seleniumgehalte om eventuele tijdelijke tekorten in het ruwvoer op te vangen. Waarschijnlijk komen tekorten aan deze sporenelementen dus vaker voor dan wij denken. Verder zijn ook de onderlinge verhoudingen van belang. Omdat het lastig is om te bepalen aan welke elementen je paard concreet een tekort heeft, kun je het beste voor een compleet, goed uitgebalanceerd (mineralen-)supplement kiezen.


  1. Biotine




Waarom is biotine nog steeds niet genoemd, vraag je je ondertussen misschien af. Biotine is helemaal niet zo sterk vertegenwoordigd in de hoef als je zou denken. Biotine (ookwel vitamine H) wordt door bacteriën in de darm van het paard gevormd en in de meeste gevallen zou die productie toereikend moeten zijn. Alleen bij een verstoorde darmwerking kan de biotineproductie tekort schieten. Onderzoeken naar de effecten van biotine op de hoefkwaliteit hebben echter tot op heden geen uitsluitsel gegeven; soms was het resultaat positief, soms neutraal. Het lijkt wel duidelijk dat áls je biotine gaat gebruiken, je grammen per dag moet voeren in plaats van milligrammen om enig effect te kunnen bereiken.

Bij een slechte hoefkwaliteit heeft het weinig zin om met emmers biotine te gaan slepen als het eiwitgehalte en de aminozuurvoorziening in het rantsoen niet klopt of als er een (langdurig) tekort is aan één of meerdere sporenelementen. Het beste begin je daarom bovenaan het rijtje. Jammer is wel dat hoeven relatief langzaam groeien, en dat eventueel resultaat minimaal een halfjaar op zich laat wachten. Even volhouden dus!








VoerVergelijk.nl is een onafhankelijke vergelijkingswebsite die is uitgegroeid tot een platform voor paardenvoer. Op VoerVergelijk kun je paardenvoer zoeken, vergelijken en beoordelen. De database bevat alle paardenvoeders en supplementen die in Nederland en België verkrijgbaar zijn. In de kennisbank kun je waardevolle informatie vinden over voedingsgerelateerde onderwerpen.