vrijwilligers indoor brabant
vrijwilligers indoor brabant

De vrijwilligers van Indoor Brabant

Nieuws

Een evenement kan niet zonder vrijwilligers. Naast alle vaste medewerkers beschikt de organisatie van Indoor Brabant over een scala aan betrokken paardensportliefhebbers die zich vier dagen lang inzetten om dit grootste concours tot een succes te maken.


Niet iedereen kan zich als vrijwilliger aanmelden, sinds 2003 is deze eer namelijk toebedeeld aan de mensen van Manege Sonniushof uit Son. Via via begon de traditie met een klein clubje mensen die verantwoordelijk waren voor de aankleding van de pistes en het strodorp met bloemen en planten. Inmiddels is de groep van pensionklanten, manegeruiters en zelfs enkele ouders van de kleine ruitertjes van Manege Sonniushof uitgebreid tot een veertigtal vrijwilligers. Zij dragen de zorg voor de gehele hoofdpiste en het reilen en zeilen eromheen. Rudy de Leijer is er sinds het begin bij en Susan van Giersbergen en Maarten van Liempt zijn sinds twee jaar hoofdaanspreekpunt van de groep. Ze vertellen waarom het zo mooi is om als vrijwilliger te mogen helpen bij Indoor Brabant.

Waarom werken jullie als vrijwilliger bij Indoor Brabant?


Susan: “Vooral voor de gezelligheid die het werken in deze groep met zich mee brengt en ook omdat je de paardensport van heel dichtbij ziet.”
Rudy: “Je mag onderdeel uitmaken van een heel imposant evenement niet alleen voor, maar ook achter de schermen. Het gevoel dat je met zijn allen iets moois weg kunt zetten, daar doe je het voor.”

Welke werkzaamheden nemen jullie allemaal voor jullie rekening?


Susan: “We bouwen de dressuurring op en het gehele springparcours. Bij de wedstrijden fungeren we als parcourshulp, we halen de protocollen op, zorgen voor de vlag bij de vlaggenceremonie en bemannen de volgspots bij de prijsuitreikingen.”
Maarten: “We beheren tevens het hindernissenpark en het magazijn waar alle prijzen verzameld worden. En als mooi extraatje mogen we in de glimmende Audi’s rijden die de aanhangwagens met hindernissen trekken.”
Rudy: “Er wordt per dag een schema gemaakt wie waar verantwoordelijk voor is, zodat alle posten ten alle tijden bemand zijn.”

Is het dankbaar werk?


Rudy: “Absoluut! Wanneer we met zijn allen een klus geklaard hebben binnen de gestelde tijd en als alles er netjes uit ziet, dan heb je eer van je werk. Wanneer we een complimentje van de organisatie en of de ruiters krijgen, dan ben je trots op je werk. De sportdirecteur Frank Kemperman controleerde in het begin of we alles wel goed voorbereid hadden. Nu zegt hij vaak: “Ik ben weg, jullie zoeken het zelf wel uit he?!” Daaruit blijkt dat hij vertrouwen in ons heeft en tevreden is.”
Maarten: “Het zijn lange dagen, maar alles bij elkaar maakt het zeker de moeite waard. We moeten allemaal vrij nemen van onze gewone baan, maar sommige zien het zelfs als mini-vakantie. We krijgen gratis lekker eten en drinken en kunnen overnachten naast de Brabanthallen. Ook de gesponsorde kleding die we dragen van Geddes & Gilmore mogen we houden. Het zijn de kleine extraatjes die het nog leuker maken.”
Susan: “Na het evenement hebben we op de manege een brunch om alles te evalueren en in de zomer organiseren we een barbecue waarbij we alles nog een keer de revue laten passeren.”

Wat was je leukste moment bij Indoor Brabant?


Susan: “We hadden met de sportdirecteur een weddenschap afgesloten. Het programma liep iets uit en hij wilde tijd inlopen door ons binnen vijf minuten de dressuurhekjes en bloemen en jurytafels enzovoorts uit de ring te laten halen. Als we dat zouden halen, was de winst een blad met bier. Nou dat heeft hij geweten. We zijn als bezetenen in de ring gestoven, maar in alle haast zagen we over het hoofd dat er laptops op de jurytafels lagen, die belandden allemaal in het zand met alle gevolgen van dien! Maar we bleven wel binnen de vijf minuten!”
Rudy: “Ik ben een groot fan van de Duitse dressuuramazone Isabell Werth en na tien jaar kreeg ik het voor elkaar haar even te spreken en met haar op de foto te gaan.”
Maarten: “In mijn eerste jaar zat ik bij het bloementeam. Ik voelde me steeds zieker worden en kreeg een hele dikke tong, waardoor ik lastig kon praten. Dat werd natuurlijk een grap en iedereen ging me ermee plagen. Maar het werd uiteindelijk zo erg dat ik naar het ziekenhuis moest. Wat bleek… bij de bloemen zaten ook lelies en daar ben ik blijkbaar allergisch voor!”