Tip Leendert Jan Hofland: wees zuinig op je paard
NieuwsElke week krijg je een tip van een deskundige. Deze week is de tip afkomstig van dierenarts Leendert Jan Hofland, werkzaam bij Dierenartspraktijk Bodegraven.
“Om succesvol te zijn in de paardensport is het belangrijk dat we zuinig zijn op ons paard. We hebben het dier immers met zorg gefokt of gekocht en er veel liefde, geld en vaak jaren tijd in geïnvesteerd.
Signalen
Zoals Elaine in de vorige aflevering al schreef, is het belangrijk dat je de signalen van je paard
serieus neemt. Als iets niet lukt in de training, dan is het goed om je af te vragen of het een
kwestie is van niet willen of niet kunnen. Dit laatste is meestal het geval. Het duidt dan op een
lichamelijke beperking of soms op een verborgen blessure. Het is immers onlogisch dat je
paard de pirouette naar links wel begrijpt en naar rechts niet. Nog alarmerender is het als een
paard plotseling iets niet meer kan, bijvoorbeeld het niet meer willen landen in de linker galop
bij het springen. Dit is eigenlijk de aanleiding om eens nauwkeurig naar je paard te (laten)
kijken.
Intensiteit van de training
Het is goed om je te realiseren dat niet iedere training een wedstrijd is. Een paard kent geen
trainingsschema’s. Met name (niet- professionele) dressuurruiters hebben de neiging zo te
trainen dat het paard altijd beter gaat dan de dag ervoor. Breng veel variatie aan in je training
en zorg voor zogenaamde hersteltrainingen (arbeid bij lage intensiteit). Elke zware
training veroorzaakt microschade aan de weefsels. Deze microschade heeft gewenste en
ongewenste effecten. Microschade zorgt voor de gewenste lichamelijke reactie op de training.
Het is echter wel belangrijk dat we het lichaam de tijd geven om deze kleine schades te
repareren. Alleen op deze manier houden we belasting en belastbaarheid in balans.
Conditie
Zorg voor een goede algemene conditie van je paard door in plaats van wedstrijdgerichte
training ook ruimte te maken voor een conditietraining, zoals galoptraining, een buitenrit,
arbeid in de stapmolen, een springlesje, training aan de longe of een eenvoudige stap-draf-
galopsessie in plaats van een proefgerichte training.
Voeding
Let op de voeding van (de ruiter en) het paard. Veel paarden krijgen ruim voldoende energie
binnen, terwijl ze relatief te weinig werk doen voor een ‘topsporter’. Ze zijn vaak te vet en
hebben weinig spierkracht en uithoudingsvermogen. Hierdoor zijn ze blessuregevoelig. Bij veel
sportpaarden is de opname van koolhydraten en eiwitten niet in balans. Dit is vaak te corrigeren
door de hoeveelheid en samenstelling van het krachtvoer, maar realiseer je dat minimaal de
helft van het rantsoen uit ruwvoer komt. Vaak is het aan paarden verstrekte ruwvoer te arm aan
eiwit. Eiwit is de bouwstof van botten en spieren, wat bij uitstek de weefsels zijn die we
proberen te trainen. Ook voor het paard geldt: ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’.”
“De pen geef ik door aan dressuurruiter Sander Marijnissen.”
