hartslag meten
hartslag meten

Tip Marco de Bruijn: Meten is weten

Nieuws

Elke week krijg je een tip van een deskundige. Deze week is de tip afkomstig van dierenarts Marco de Bruijn van dierenkliniek Wolvega.

[caption id=”attachment_67364” align=”alignright” width=”267”] Marco de Bruijn[/caption]

“Hoe weet je hoe fit je bent? Hoe weet je of je trainingsschema wel opbouwend is of dat je eigenlijk op hetzelfde (conditie)niveau blijft hangen? Het handigste is om een gestandaardiseerde inspanningstest te doen bij een sportarts. Meestal zijn deze geleidelijk aan opbouwend tot een maximum inspanning, bijvoorbeeld op een fiets op de rollerband waarbij elke acht minuten het wattage wordt opgeschroefd, net zolang tot je niet meer kunt.

Om nu te weten wanneer je begint te verzuren (overschakeling naar anaerobe energie) wordt elke acht minuten lactaat in je bloed gemeten. Dit geeft een curve waarbij je af kunt lezen wanneer je omschakelt van energie uit zuurstofverbranding naar energie uit melkzuurvorming en bij welke hartslag dit gebeurt. Ook kan tijdens het fietsen door een speciaal masker gekoppeld aan meetapparatuur de zuurstofopname en koolzuurgas afgifte gemeten worden. Uit deze data kan je maximaal zuurstofverbrandend (aeroob) vermogen bepaald worden maar ook de omschakeling van aeroob naar anaeroob en zelfs of je met name koolhydraten of vetten aan het verbranden bent.

Met deze gegevens maakt de sportarts een hartslag zone indeling met daar in de omslagpunten van begin en einde van je individuele bufferzone. Dit is de zone waarin je het geproduceerde (melk)zuur wegwerkt door het als koolzuurgas uit te ademen. In deze hartslagzone kun je maximaal aeroob presteren. Daarboven moet je je anaeroob vermogen dusdanig aanspreken dat je langzaam maar zeker gaat verzuren. Met deze hartslagzone-indeling kun je wanneer je met een hartslagmeter traint gerichter trainen doordat je precies weet wat voor jou tempo-duurtraining, intensieve training en (maximaal anaerobe) intervaltraining is.

Wanneer je dan aan het einde van een bepaalde periode de inspanningstest zou herhalen, kun je bepalen of je vooruit gegaan bent in aeroob vermogen (en eventueel anaeroob vermogen).
Bij onze paarden kan dit ook. Gasuitwisselingsmaskers die het ventilatiedebiet van een paard kunnen meten zijn er nog niet maar met een hartslag- en een lactaatcurve kun je ver komen en al een redelijk representatieve gestandaardiseerde inspanningstest (SET) vormen. Wanneer je deze eens in de zoveel tijd (een à twee keer per jaar) zou doen kun je je paard qua conditie beter volgen.”

“Ik zou graag de tip doorgeven aan Kathleen Van Schandevijl, internist in Dierenkliniek De Bosdreef, Moerbeke Waas, Belgie.”
marco