arnd bronkhorst tessa van daalen
arnd bronkhorst tessa van daalen

Arnd & Tessa: Compensatiekindjes

Nieuws

Hoe kijken Bit-fotograaf Arnd Bronkhorst en Bit-redacteur Tessa van Daalen tegen de paardenwereld aan? Iedere twee weken leggen ze elkaar een vraag voor over een onderwerp dat hen bezighoudt.


[row][six]







[handwritten]
Ha die Arnd,[/handwritten]


Mijn moeder zei altijd dat ik het mooiste tennisracket zou krijgen of de beste hockeystick, als ik maar niet zou gaan ponyrijden. Dat was voor mij de meest krachtige stimulans om vervolgens precies dat te doen. Ze waren bepaald niet van het pusherige soort, die ouders van mij. Ik ging al heel jong alleen op mijn fietsje naar stal. Mijn pony’s zaten in de categorie afdankertjes, waar niemand wat mee kon. Als ik een wedstrijd had gereden, vroeg mijn vader alleen of ik een leuke dag had gehad. De uitslag boeide hem niet. Het was niet nodig om mijn ambitie te voeden, in fanatisme telde ik voor drie. Ik heb me natuurlijk wel eens afgevraagd hoe ver ik had kunnen komen als iemand van kaliber Tineke Bartels of Coby van Baalen mijn moeder was geweest, maar dat terzijde.

Ik heb geen kinderen. Sterker nog, ik ben van de afdeling kinderbestrijding. Meestal zie ik pas de humor van ze in tegen de tijd dat ze kunnen praten. Ik weiger koppig om les te geven aan kleine kinderen. Dat ligt niet zozeer aan het kroost, als wel aan de ouders. Want daar zitten me toch exemplaren tussen…

Compensatiekindjes, je ziet het van een mijl afstand. Zij moeten waarmaken wat pa of ma eigenlijk zo graag zelf hadden willen doen. Het succes van de kleine Anky poetst het ego van de ouders op. In een volledig afgestemd wedstrijdtenue, met laklaarsjes en een cap die een paar honderd euro kost. Vaak op een prachtige pony, die ze meestal net niet kunnen mannen. En waarmee niet wordt gesprongen of buiten gereden, want het is een dressuurpony. Soms met een eigen instructeur mee of een moeder die met vlekken in haar nek van de spanning voorleest en zich daarbij nauwelijks kan beheersen om de nodige extra aanwijzingen te roepen. Van die moeders –het zijn meestal moeders- die tijdens een les zich vanaf de kant ermee bemoeien. Ik maakte als jury ooit mee hoe een meisje dat fout was gereden werd opgewacht door een woedende ouder die haar een klap gaf. Ze verblikte er niet van, dus dat was vast niet de eerste keer. Het enige dat je doet is zo’n kind een hartgrondige hekel aan ponyrijden bezorgen. Die ontdekt op haar zestiende, of vijftiende of nog eerder de jongens en weet dan niet hoe snel ze haar laklaarzen aan de wilgen moet hangen, moeder met pony ontredderd achterlatend.

Arnd, jij hebt ook geen kinderen, dus misschien hebben wij geen recht van spreken. Maar waarom klimmen die moeders niet lekker zelf in het zadel…?

[handwritten]
Groetjes, Tessa[/handwritten]



[/six] [six]

 

 

 







[handwritten]Hoi Tessa,[/handwritten]


Het verschijnsel compensatie- kinderen is van alle tijden en van alle sporten. Ik ben in de loop der jaren bij allerlei sporten geweest, en overal staan ouders langs de kant met zinnige adviezen als: “Schop hem voor zijn blaas”, “Rij hem de baan uit” en “Hoe kan je dat nou doen?!? Je weet toch dat (vul hier zelf iets in)”.
En hoewel ik inderdaad geen kinderen heb begrijp ik het ook wel. Je hebt er alles aan gedaan, je beste genen doorgegeven, de mooiste spullen gekocht, gewaarschuwd voor alle fouten die je zelf hebt gemaakt, alles gegeven wat jouw ouders niet konden of niet wilden doen en dan sta je machteloos langs de kant: je kan niets meer doen. Daar in de ring weet je kind ook dat jij daar staat, met al je adviezen, je zenuwen, je frustraties. En kinderen willen goed doen. Maar als daar de druk bijkomt van een fanatieke ouder wordt dat al snel te goed, en dus fout.


Zoals mijn vader altijd grapte: het beste moment om een pony te kopen is als ze net uit de ring komen.

Het is als in het echte leven: loslaten. Heel moeilijk, al helemaal als het je eigen kind betreft. Maar oh zo belangrijk: ze moeten hun eigen fouten maken, hun eigen rommel opruimen. Als ouder ben je de back-up, de veilige haven vanwaar ze uitvaren. Jij staat aan de kant, zwaait ze uit, en duimt dat het allemaal goed komt. Je hoopt dat je ze alles hebt meegegeven dat ze kan helpen in lastige situaties als jij er niet bij bent. Zo hoort het. Je kan het leven van je kind niet regelen, en dat moet je ook niet willen. Natuurlijk maken ze stomme fouten, maar het zijn wel hún fouten. Natuurlijk komen ze thuis met een langharig puistig type waarvan jij dan moet zeggen: “Goh wat leuk, dus jij bent haar nieuwe vriend?”

En als het dan niet helemaal goed gaat, jij dat al van een kilometer ver hebt zien aankomen en ze bedremmeld op de stoep staan omdat ze hulp nodig hebben ben je blij dat je het vertrouwen hebt weten te wekken dat ze in ieder geval altijd bij je terecht kunnen, wat er ook gebeurd is. En daarna gaan ze weer de deur uit, op weg naar hun volgende avontuur dat hopelijk wel lukt.

En de ouders die langs de kant staan en de kinderen die in de ring rond rijden zijn bezig met dat proces. Steeds een beetje verder, steeds een beetje meer loslaten. Dat gaat met horten en stoten. Kinderen groeien op, en hun ouders moeten daarin mee groeien. Soms is dat voor de ouders moeilijker dan voor hun kinderen.

[handwritten]Groetjes, Arnd[/handwritten]



[/six][/row]
tessa van daalen
141024034_ABFweb