te dik
te dik

Hoe houd je je paard op ideaal gewicht?

Nieuws

Of het nu is omdat eigenaren hun paarden vermoorden met liefheid of omdat de obesitas bij paarden spiegelt aan de trend bij mensen, het trieste resultaat is dat veel paarden gewoon veel te dik zijn, schrijft Equinews. “Paarden die te dik zijn, zijn minder vruchtbaar en presteren slechter. Daarnaast hebben ze kans op aandoeningen aan het metabolische systeem zoals insulineresistentie en het levensbedreigende hoefbevangenheid”, zegt Kathleen Crandell, voedseldeskundige aan het Kentucky Equine Research.


Welke stappen kun je ondernemen om te verzekeren dat je paard op ideaal gewicht is?

1. Beoordeel de Body Condition Score (BCS) of het lichaamsgewicht van je paard nauwkeurig


Er zijn verschillende manieren om dit te doen, zoals BCS kaarten, gewichtslinten en schalen. Het is belangrijk dat je weet wat je paard weegt, vooral als je hem voert op basis van een percentage van zijn lichaamsgewicht (twee procent van het lichaamsgewicht aan hooi per dag). Het consequent en correct bepalen van de BCS vergt wat oefening, er zijn verschillende manieren voor.

2. Bepaal de ideale BCS voor je paard


Nu je weet wat de BCS van je paard is, is het tijd om te bepalen wat hij eigenlijk zou moeten zijn. De meeste paarden zouden een 4, 5 of 6 op de schaal van Henneke moeten zijn, die van 1 tot 9 gaat. Het hangt af van de hoogte en bouw van je paard, maar over het algemeen wordt aangenomen dat het verliezen van 1 punt op de schaal gelijk staat aan 23 kilo.

3. Beoordeel het dieet van je paard, haal onnodige calorieën weg


Veel eigenaren vinden het leuk om hun paard eten te geven, ze voeren snoepjes, beloningen en voedingssupplementen om ervoor te zorgen dat het paard in al zijn behoeften is voorzien. Neem alle concentraten, supplementen, mengvoederen en beloningen mee in je afweging van het dieet van je paard. Lees de verpakkingen nauwkeurig om bepaalde calorieën en dubbele ingrediënten te verminderen (sommige gewrichtssupplementen bevatten ook vitaminen die ook in een multivitaminesupplement zitten). Houd in gedachten dat paarden die geen zwaar werk hoeven te verrichten, al hun behoeften al halen uit ruwvoer, water en zout.

4. Kijk naar het grazen


Het kan een uitdaging zijn te bepalen hoeveel je paard werkelijk graast, vooral als hij in een groep staat. Daarnaast hangt het ook af van het seizoen en de kwaliteit van de weide. Crandell heeft wat vuistregels:

  • Een paard dat 24/7 op goede kwaliteit gras staat, zal aan de volledige 2 procent-eis voldoen;

  • Als een paard de helft van deze tijd buiten staat, komt hij waarschijnlijk aan 1 procent, wat betekent dat je bij moet voeren;

  • Als de weide voor 50 procent op is, en je paard er fulltime op graast, krijgt hij waarschijnlijk ook slechts 1 procent binnen. In die situatie geef je 1 procent van zijn lichaamsgewicht bij.

  • Paarden die de helft van de tijd op een weide staan die half is begraast, krijgen maar een kwart binnen van wat ze nodig hebben. Je moet dus driekwart bijvoeren.


5. Houd het vast


Houd vast aan wat werkt als je paard eenmaal op het goede gewicht zit. Ga niet langzaamaan weer in je oude gewoonten vervallen en hem stiekem wat toestoppen. Het gewicht zit er namelijk zo weer aan. Kijk regelmatig naar het gewicht van je paard om er zeker van te zijn dat het gezond blijft.

6. Schakel je dierenarts of voedingsdeskundige in wanneer dat nodig is


Inzien dat het tijd is om je paard af te laten vallen is een grote eerste stap, maar het moet wel voorzichtig en veilig gebeuren. Vooral als je begint met een nieuw trainingsprogramma of overweegt om het dieet helemaal om te gooien. Niet alle paarden doen het even goed op hetzelfde “dieet”. Paarden met insulineresistentie bijvoorbeeld moeten anders worden gevoerd dan een gezond of jong paard met overgewicht.

Bron: Equinews