Verharen
Verharen

Feiten en fabels over verharen

Welzijn Opvallend Verzorging

De dagen worden weer langzaam langer en dat betekent dat de winterharen van onze paarden weer los beginnen te laten. Tijd dus om flink te poetsen. Over verharen en de vacht van een paard gaan verschillende verhalen rond. Maar wat is daarvan waar?


‘Temperatuurstijging in het voorjaar is het signaal voor een paard om te verharen’

Fabel. Meer daglicht is een sein voor het loslaten van de vacht. Een paard doet dat overigens niet bewust: de hersenen maken hormonen aan die ervoor zorgen dat dit proces op gang komt. Het langer worden van de dagen loopt vooruit op de temperatuurstijging. Het is de bedoeling dat de vacht ongeveer is gewisseld voor het warmer wordt.

‘Verharen duurt minimaal een maand’

Fabel. Een gezond paard dat een goede verzorging krijgt, dat wil zeggen voldoende voer en regelmatig een borstelbeurt, wisselt in een kleine twee weken van vacht.

‘Paarden die op stal staan hebben een minder dikke wintervacht’

Feit. Het lichaam van een paard past zich automatisch aan de omstandigheden aan. Een warme stal en altijd met deken op naar buiten? Dan krijgt hij het niet koud en is dus minder haar nodig.

Een verwaarloosd paard verhaart veel langzamer’

Feit. Voeding heeft veel invloed op het verharingsproces. Vooral minderalen als koper, zink en mangaan zijn belangrijk bij het verharen. Hooi bevat daar meestal niet veel van, dus paarden die alleen ruwvoer krijgen, moet je goed in de gaten houden en eventueel een mineralen- en sporensupplement geven.

‘Een vitaminespuit doet wonderen in de verharingstijd’

Fabel. Helemaal niet. Vitaminen hebben zo goed als geen invloed op de verharing. Natuurlijk, als je paard in slechte conditie is, zal een vitaminebooster hem goed doen en gaat hij er beter uitzien. Maar bij een gezond paard is een vitaminespuit echt weggegooid geld.

‘Olie door het voer versnelt de verharing’

Fabel. Plantaardige olie, en met name lijnzaadolie, zorgt voor talgproductie. Hierdoor krijgt de vacht van het paard een mooie glans. Hij gaat er dus alleen van glimmen, niet sneller verharen.

‘Door je paard te scheren groeit de vacht sneller’

Fabel. Haar is geen gras. Haren zijn dode dingen (anders zou scheren een pijnlijke affaire zijn). Het groeiproces vindt plaats in het haarzakje in de huid, als je een stuk van de haar af scheert heeft dat geen enkel effect op de groei. Als je in de winter je paard scheert, krijgt hij in het voorjaar gewoon zijn zomervacht terug. Blijf je doorgaan met scheren in de verharingstijd, dan scheer je uiteraard de zomervacht er ook mee af.

‘De leeftijd van een paard kan van invloed zijn op de verharing’

Feit. Bij sommige, oudere paarden wordt het gebit slechter, waardoor ze minder eten. Een verminderde darmfunctie kan ervoor zorgen dat voedingsstoffen niet goed worden opgenomen. Bovendien raakt bij sommige paarden op leeftijd de hormonale balans verstoord. Allemaal redenen waarom oudere paarden soms moeite hebben met verharen. Zorg dat zulke dieren regelmatig door een paardentandarts worden gecontroleerd. Geef eventueel een mineralenpreparaat. Is de hormoonbalans zo verstoord dat de Ziekte van Cushing zich openbaart (onder andere te zien aan een dikke, krullende vacht), dan kan de dierenarts medicijnen voorschrijven om die balans enigszins te reguleren.

‘Verharing gaat gepaard met vreselijke jeuk’

Fabel. Natuurlijk, een pluk loslatende haren kriebelt weleens een beetje en als je je paard niet regelmatig borstelt, zullen de haren wat gaan broeien. Het is echter niet zo dat het verharingsproces gepaard gaat met verschrikkelijke jeuk. Een paard vindt het wel lekker als je hem helpt zijn oude vacht kwijt te raken, dus flink rossen met de rosborstel zal hij zeker waarderen.

‘Paarden in tropische gebieden verharen niet’

Fabel. Alle paarden en paardachtigen (zoals zebra’s) verharen. Het is namelijk niet alleen om een dikkere of dunnere vacht te doen. Na ongeveer een half jaar zijn de haren ‘versleten’ en is een nieuwe vacht nodig. In warme streken krijgt een paard uiteraard geen dik pak haar en verloopt de verharing iets geleidelijker. Zou je zo’n paard verhuizen naar een kouder gebied, dan krijg hij na enige gewenning gewoon een wintervacht. Het ligt in zijn genen opgeslagen dat hij zich kan aanpassen.